Notes |
- Children:
Adriana, Elbertina and Dirk Wolter
Frans van Lijnden had veel te verduren van zijns vaders tweede vrouw en haar zoon. Deze laatste, 18 jaren oud zijnde, reisde naar Duitschland en elders ten einde "sich in alle adelijke exertien te oefenen". Hij nam 3000 rijksdaalders voor reiskosten mede, waarmede hij, onder toestemming zijner moeder, die de voogdij over hem had, zijn deel in de heerlijkheid Blitterswijk belastte. Na 6 jaren zou bij de heerlijkheid weder ontlasten of prolongatiebrieven geven, waarin hem echter de dood verhinderde; hij stierf in Frankrijk den 26 Juli 1670.
Nu vorderde de gravin een vasten lijftocht van 2000 gl. Venloosch; Frans van Lijnden verzette er zich tegen, hetgeen tot een langdurig proces aanleiding gaf dat ten gunste der weduwe beslist werd. Het gevolg was dat de heerlijkheid Blitterswijk bij wijze van subhastatie publiek verkocht moest worden. Dit geschiedde in 1683; de aankooper was Caspar van Meerwijk, heer van Kessel, zoon van Willem van Meerwijk en Judith van Lijnden; de verkoopsom was 40424 gulden.
Bij octrooi van 11 Maart 1683 verleent Koning Karel, als hertog van Gelder, aan Caspar van Merwijk machtiging om, bij eventueelen aakoop van de heerlijkheid Blitterswijk en den hof Tongerloo te Sevenum, zijn huis Kessel "metten weerd" en den hof "opten Graeff" te mogen belasten met sooveel "penningen als tot den aencoop der voorschr. heerlyckheyt Blitterswijck mogen van node wezen".
Caspar van Merwijk had insgelijks moeilijkheden met de weduwe van zijn moederlijken grootvader. Niet tevreden mel haren lijftocht van 2000 gulden, eischte Agnes, die inmiddels hertrouwd was met N. graaf van Falkenstein, nog eene jaarlijksche rente, waarover zij een geding tegen Caspar begon. Den 19 April 1686 werd echter op haar huis te Well in der minne een verdrag tusschen partijen gesloten, waarbij aan de Gravin eene jaarlijksche uitkeering van 1500 gulden verzekerd werd. Zij mocht echter niet lang genot van hare rente hebben, want zij overleed in 't zelfde jaar 1686. Het schijnt dat 't huis van Blitterswijk toen door krijgsknechten bezet was. Tot 14 Mei 1686 logeerde er kapitein Zimenes op last van den Hertog van Mansfeld, met een deel zijner compagnie; hij werd vervangen door Juan de Barjoneir die er tot Juni bleef.
Tot 8 Januari 1692 bleef Blitterswijk met Kessel vereenigd, doch werd toen weder eene zelfstandige heerlijkheid, doordien Caspar ze aan zijn oom overdroeg.
Frans van Lijnden kon nu rustig in 't bezit der heerlijkheid blijven. Hij voerde in 1698 tegen Daniel Meurs, pastoor te Wanssum, een geding over 't "jus patronatus", dat ten voordeele van den pastoor eindigde.
Hij was nog vrijheer van Hemmen, heere tot den Oiverhof, kapitein en sergeant-majoor van den graaf van Limburg en Bronckhorst, luitenant-kolonel van den graaf van Solms, en overleed in 1700; zijn vrouw Charlotte van Brienen leefde nog in 1705. Van hunne kinderen zijn ons bekend: Adriana, Elbertina en Dirk Woller, die zijn vader opvolgde.
Dirk Wolter van Lijnden, was gehuwd met Agnes Ursulina baronesse van Rheede d'Anthlone. Hij stierf in 1713, latende zijne vrouw als tochterse der heerlijkheid, welke, na haar dood, aan hun beider oudsten zoon overging.
Frans Godart, baron van Lijnden, kocht in 1766 van den vrijheer van Hatzfeld, de heerlijkheid Wanssum, en vereenigde deze met Blitterswijk. Hij stierf in 1786.
Het schijnt dat door die van Blitterswijk inbreuk werd gemaakt op 't verdrag van 1592 betrekkelijk het veer. Den 11 Augustus 1760 klaagde de Vrouwe Louise de Pas de Feuquieres van Well dat de veerman van Blitterswijk hare rechten als eigenaar van het veer op de Maas schond en, in plaats van slechts een voetveer of personenveer te houden, ook hout en vee overvoer. Zij verzocht dat aan den veerman, Willem van Kessel, dit verboden werd.
Read more about him and his court battles over Blitterswijk on the bottom of this page: https://vanosnabrugge.org/docs/blitterswijk.htm
|