Notes |
- Willem van Brederode (1226/30 in Santpoort - 3 June 1285 in Velsen) was Lord of Brederode.
He was the son of Dirk I van Brederode and Alvaradis van Heusden. William was only recognised as lord of Brederode in 1244, partially because he was a minor before that. Van Brederode accompanied William II, Count of Holland in his campaign against rebels above the Rhine in the Ruhr in 1248/49, and again in a campaign against the West Frisians in 1256. He was knighted in 1255, and appointed bailiff of Kennemerland in 1269. On 25 June 1282 he was awarded the rights to Goudriaan, Hardinxveld, Papendrecht, Peursum and Slingeland. William died in 1285 and was buried in the Brederode-chapel of the Engelmundus-church in Velsen.
Ridder (1251); 2e heer van Brederode (1244) en ambachtsheer van Velsen vanaf 1255.
Hij wordt op 25 juni 1282 beleend met de gerechten van Goudriaan, Hardinxveld, Papendrecht, Peursum en Slingeland. Willem en zijn vrouw Hildegonde zijn begraven in de Brederodekapel van de Engelmunduskerk te Velsen. Op de zerk zijn beide personen afgebeeld.
Ned. Leeuw 1926 kol. 234:
Heer Willem, heer van Brederode, was, volgens de Procurator, leenvolger van zijn vaders; ook van zijn neef, de heer van Teylingen, hield hij belangrijke leengoederen.
Het eerst komt hij voor in 1244 en dan reeds als ridder (Oorkonde Holland I, no. 406), terwijl de Rooms-Koning Willem van Holland hem in 1248 cousanguineus en uobilis vir noemt.
Tijdens de regering van Floris V behoorde hij tot de rijkste en aanzienlijkste edelen van het graafschap, zoals een nadere studie zijner bezittingen zal aantoonen.
Hij overleed 3 Juni 1285 en huwde Hildegonde, weduwe van Costijn van Renesse, dochter van heer Henric, heer van Voorne en burggraaf van Zeeland, welke vrouw 6 April 1302 stierf.
|