Notes |
- Ulft tot Loackhuizen
Wolter van Ulft, die het borgleen te Aspel aan Elisabeth, weduwe van Hetterscheid, in 1405 verpandde, wordt aangezien als de stamvader van Ulft tot Loackhuizen.
Maar dit zoo zijnde, welke Wolter ? -Als wij nagaan, dat Willem van Ulft, de zoon van Evert en Christina, ambtman te Aspel was en een zoon had, die Wolter heette, is het niet onnatuurlijk, dezen voor den stamvader te houden.
Die Wolter van Ulft Willemszoon was in 1367 getuige van Johan van Ulft en Jutte en zal dezelfde geweest zijn als Wolter van den Swanenborch, in 1380 en 1381 vijand van Deventer en in 1392 getuige bij de vrijmaking van zijne bastaardnicht Styna.
In het oudste Bergsche leenregister (1417 - 1423) komt Wolter nog voor als met Boichorst en ter Hofstede onder Gendringen beleend, doch reeds in datzelfde register treft men de beleening van Willem Wolterszoon aan. Deze zegelt 1434 met het kruis en is in 1453 getuige
bij den verkoop van Ulft. Zijn zoon Aloff wordt in 1459 beleend, leeft nog 1463 (B. A) en volgens man. gen. 1482.
Op 't gevaar dus af van mij niet alleen in de ouders, maar ook in de generaties te vergissen en met het verzoek aan allen, die het beter weten, het te vermelden, geef ik:
III. aan Wolter, die dan tusschen 1417 en 1423 overleden moet zijn en
IV. aan Willem van Ulft, heer van Loackhuizen, Wolters zoon, wie dan die Wolter ook geweest moge zijn. In de Cleefsche ridderschap; teekent 1418 het pactum majoratus mede. Huwt Elisabeth van den Steenhuisen en tucht haar aan Loackhuizen 1449. Is dood, doch zij leeft nog in 1459.
Ref: Heraldieke Bibliotheek. 5e deel. 1883. p.50
|