Notes
Matches 451 to 500 of 4,168
# | Notes | Linked to |
---|---|---|
451 | Also: Elijsabeth gedoopt in de Ned. Herv. kerk Arnhem | Quaat, Elisabeth (I1886)
|
452 | Also: Elingh Er waren geen kinderen uit haar tweede huwelijk. | Eling, Josina (I6297)
|
453 | Also: Elisabeth | van Groenevelt, Lysbeth Cornelis (I6936)
|
454 | Also: Ellen. Daughter of Jelle Freerks Drijfstra and Geertje Freerks, both from Rottevalle, Friesland, Holland. Charles Booi and Ellen Drijfstra Booi, both of Holland, emigrated in 1847. They sailed from Rotterdam and after a voyage of about 3 months went directly to Chicago via the Erie Canal to Buffalo, and from there by way of the Lakes near the present site of Pullman about 20 miles south of Chicago where he farmed. His wife died trying to cross the Calument River on ice. She was a midwife. Later Charles died and the Daniel Kuiper family took in the youngest Booi's and later moved to Michigan with them. Eize Booi, Charles son, married Edith Margaret Marie Kuiper in 1859. He sold his farm on Calumet and moved to Danforth, IL. where he bought 135 acres. | Drijfstra, Eelkjen Jelles (I9342)
|
455 | Also: Elsabe tot Dijckhuisen (Baronesse) Another source states: Elisabeth Ripperda, geb. ca, 1538, overl. 1 sept. 1625, huwt 1570 Derk van Baer tot Slangenburg, zoon van Willem van Baer en Elisabeth Ripperbant | Ripperda, Elisabeth (I3881)
|
456 | Also: Elsebe Also Elverlich | van Elverick, Elisabeth (I519)
|
457 | Also: Erik | van Osenbruggen, Hendrikus Hendrik (I4408)
|
458 | Also: Eze or van der Ese | van Heeckeren, Jutta (I864)
|
459 | Also: Fijtgen etc. | de Kemp, Sophia Willems (I9229)
|
460 | Also: Fijtje | Osnabrugge, Sophia (I2998)
|
461 | Also: Fintelman | Finterman, Metje (I8764)
|
462 | Also: Fonke | Funk, Anna (I9375)
|
463 | Also: Freiin von Quadt Wickerad zu Zoppenbruch | Quadt von Wickrath, Albertine Charlotte (I6095)
|
464 | Also: Geesen Married 1580 or 1582 gw.geneanet.org/hoffman?lang=no;p=gesse;n=ter+borch | ter Borch, Gesse (I4071)
|
465 | Also: Gerrit | Wtenweerde, Gerard (I6752)
|
466 | Also: Gerritge Dericks van Bueren | van Bueren, Gerritken Dirckse (I542)
|
467 | Also: Gerritje | Verbrugh, Gerrigje Cornelisse (I3235)
|
468 | Also: Geurt Genoemd in de kerkmeesterrekeningen van Maurik, echter zonder familie naam | Verbrugh, Gerrit Cornelisz (I9226)
|
469 | Also: Geurt. Volgens Polderdistrict Neder-Betuwe deel 365 heeft hij enkele ontvangsten gehad voor diverse werkzaamheden in Rijswijk. Hij had het niet zo erg breed zoals gebleken is uit een ander deel waarin vermeld stond als laagste tariefgroep. Kinderen: - Cornelis Quint 1708-???? - Gerrit Geurtse Quint 1711-> 1770 - Elisabeth Gerritsdr. Quint 1716-??? - Alert Quint 1720-???? - Jantje Quint 1724-???? www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-mulders/I701.php | Quint, Gerrit Cornelisse (I3807)
|
470 | Also: Goosen | van Raesfeld, Goswin (I7819)
|
471 | Also: Gosuinus. Goswin van Steenhuys's brother-in-law was Willem van Ulft. GOSEN (GOSWIN) VAN STEENHUYS. Heer op Bellinghoven bij Erkelenz, in het hertogdom Gulik (Westfalen), verkoopt Bellinghoven later aan zijn zwager Wilhelm von Uelft, tr. 18-09-1453. Gottfried Goossen von Steinhaus, Herr zu Bellinghoven, geboren um 1422 (Religion: r.K.), gestorben nach 1475. Herr zu Bellinghoven bei Erkelenz im Herzogtum Jülich, verkauft das Gut später seinem Schwager Wilhelm von Ulft. Verheiratet mit Anna von Ossenbroeck (Religion: r.K.), Tochter von N (Seigneur?) von Ossenbroeck und Sophie von Pallant.. Uit dit huwelijk: • a. Godert (Godfried) van Steenhuysen, geb. vóór ca. 1450, ovl. 1484, • b. Goswin van Steenhuys, ovl. kinderloos, tr. Otolina von Brackel. • c. Anna van Steenhuys, non te Nijmegen. • d. Maria van Steenhuys, non te Till. | van Steenhuys, Goswin (I364)
|
472 | Also: Goswin Heer van Oostendorp Hij was drost van Twenthe, gedeputeerde van Münster, Heer van Oostendorp, Hameren, Lutkenhave, Empt in 1480, en Schulenborch van 1464 tot 1467. He is buried in the year 1503 in Marienthal, Duitsland? of Mariëndal in Gelderland? | van Raesfeld, Goosen (I6101)
|
473 | Also: Greta | N.N., Griete (I9744)
|
474 | Also: Grete | van Bevervoorde, Griete (I9112)
|
475 | Also: Grietje van der Kas | van der Kers, Grietje (I5126)
|
476 | Also: Haidtwich von Wylich Married in 1544 | van Wylich, Hedwich (I1707)
|
477 | Also: Hanna | Johanna (I8637)
|
478 | Also: Heinrich von Ossenbroich. Rentmeister zu Blankenburg. Died 1482 or 1511? Married to Elisabeth Hottoman. A second wife might have been: Katherina? Schloss. Heinrich erhielt am 1. Januar 1452 die Belehnung mit Neuenhoven. Das Lehen war jetzt wieder vollständig in den Händen der Ossenbroichs. Heinrich war auch Rentmeister (Kassen- und Finanzbeamter) zu Blankenburg an der Sieg. 1457 März 21. Beschreibung : Henrick van Ossenbrueck erklärt, von seinem Bruder Gerit 50 rheinische Goldgulden empfangen zu haben; dafür soll letzterer auf 3 Jahre lang - für 1 Jahr ist der Zins schon bezahlt - 3 Gulden ausden 15 alten Schilden aus dem Hofe zu Nedenoeye, die ihrer Mutter auf Lebenszeit zustehen, erheben, welche er dann nach der Mutter Tod mit 50 alten Schilden lösen kann; die 3 Gulden will Henrick nach den 3 Jahren durch Zahlung von 50 Goldgulden von seinem Bruder lösen; stirbt Gerit van Ossenbrueck, so tritt dessen Gattin Yda in seine Rechte. Siegelzeuge: Johan Pele, Bürger zu Kalker. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 450. 1468. Kronyk van het historisch gezelschap te Utrecht, Volume 2. p. 259. Van den strijdt die Hertog Adolph van Gelre wan tegens den Hertoich van Cleve, by Straelen, aender lantweren nae Wachtendonck etc. In the 1468 war Gelre wins the battles against Cleves and Henrick van Ossenbrug of Embrick (Emmerich) was taken prisoner. View the full battle story here. 0214-REG Regestenlijst Huis Bergh Regest 1039: Oisswailt, heer van den Berge en Bilant, beleent, overeenkomstig de scheidsrechterlijke uitspraak van Henrick van Offenbroick, Johan Plencke en Willem van Elverick, het klooster te Sleenhorst met den Dillendonck, groot 7 malderzaad, de Lechmair, groot 6 malderzaad, den Bonendail, groot 3 malderzaad, de Breide, groot 3œ malderzaad, 1 malderzaad op den Aldernair en 1 malderzaad op het veld, alles in het kerspel Genderingen-welke leengoederen door de erfgenamen van Ermgart Momme, kloosterzuster aldaar, die daarmede beleend was na haar broeder Geryt, aan genoemd klooster wederrechtelijk in vollen eigendom waren overgedragen,-waarbij Jacop van Enghusen als sterfman optreedt. Gegeven in den jaire ons Heren dusent virhondert vir ind tsoeventich des nesten Saterdaigs na Mauricii. a. Oorspr. (Inv. no. 3262), met het geschonden zegel van den oorkonder. View copy here: https://vanosnabrugge.org/docs/1474Henrick-1100w.jpg b. Geïnsereerd in den brief van gelijken datum (reg. no. 1040). Datering: 1474 September 24. Vindplaats: Erfgoedcentrum Achterhoek enLiemers. Heinrich also had a son Everhard (who was Schöffe in Emmerich in 1513 and 1517) and who married Johanna Meynschertz and was feoffed with Hof Nyenhoven in 1508. In 1525 Everhard feoffed a propert in Vrasselt to the Lord of Geldern (Anholt). The children of Everhard and Johanna exchanged property as follows: Heinrich 1536 land with Hermann v. Ossenbruch and died without heirs. Daughters Anna and Margareta entered the large convent in Emmerich and in 1524 Gerberich (died 1568) married Johan v. Wylich (died in 1545). Lehnregister. Rauwenhof zu Gertbockem (Koeln). 1441 Gert von Ossenbroeck, Sohn Johans. 1452 Henrich von Ossenbrock, Bruder des verstorbenen Gert. Aert Ripperbant lived next to a Hendrick van Ossenbroek! Huis De Cloese Inventaris 2. Stukken van persoonlijke aard 2.1. Geslacht Van Heeckeren 2.1.1. Henrick van Heeckeren († vóór 1490) Archiefnummer:0540. Inventarisnummer:50 Onderhandse akte waarbij Evert van Ulft, momber der kinderen van wijlen Cracht van Hekeren, Henrick van Ossenbroek en Willem Kegelinck ontslaat van de borgstelling door hen t.b.v. Evert voorn, gedaan wegensde nalatenschap van Henrick van Hekeren Datering: 1490 Omvang: 1 charter IT IS ALSO INTERESTING THAT THE CONTEXT FOR THE ENTRY ABOVE IS SHOWN BELOW AND DEALS WITH THE VAN KEPPEL FAMILY (WHO ARE RELATED BY MARRIAGE TO AREND VAN O): Omstreeks 1530 kreeg heer Sweder van Kervenhem, die o.a. proost van het kapittel van St. Walburg te Zutphen is geweest, toestemming van Katharina van de Cluse een huis te bouwen op een deel van het aan haar toebehorende goed de Reinerdink (leenroerig aan het hertogdom Gelre), gelegen in het kerspel Lochem, welk deel omschreven werd als "eenen pol gelegen op de Birckel, geheiten die Cluyse". In 1534 vergunde hertog Karel van Egmond aan Sweder, een van diens vertrouwde vrienden, genoeg stenen van het "gebraecken" huis ten Wildenborch weg te halen voor de bouw van zijn huis ther Cluysen; door de hertog werd aan Henrick van Kervenhem, schout te Lochem, opgedragen deze materialen daarheen te vervoeren. * Erg lang heeft Sweder het huis de Cloese (dat later een havezate is geworden) niet bezeten, want in 1536 werd door de hertog Dirk van Keppel ermee beleend, die het in ruil ontving voor het door hem aan de hertog afgestane huis de Cannenburg onder Vaassen. * De omschrijving van het goed de Cloese luidt dan: "Een pol, huys ende hofstat geheiten dieCluse, daer id goet Reinerdink in to horen plag, onlanx van der leenweer gevrijt ende Sweeren van Kervenhem, praesten to Zutphen, opgedragen, met den camp lants daarvoor ende den bongart daerachter gelegen, met twee goedern, d'een geheiten Tudislo, bisher een thinsgoet, ende d'ander genoomt Hulsinck, anders Lamerdinck geheiten, met der conijnwrande, daerbij gelegen, eertijts horich goet..". Het van de Reinerdink afgesplitste gedeelte was dus, ter vergroting van het leen, vermeerderd met enige andere goederen, nl. een tinsgoed en een horig goed. Register op de leenaktenboeken van Gelre. Het Kwartier van Zutphen, bewerkt door J.S. van Veen. Arnhem 1917, blz. 117. A.P. van Schilfgaarde, De collectie Sweder van Kervenhem, reg. nr. 26en 27. Zie over Sweder ook de inleiding op de inventaris. Register op de leenaktenboeken enz., blz. 119. Het oorspronkelijke goed de Reinerdink bleef tot 1547 in het bezit van het geslacht Ter Clusen, toen het door Johan ter Cloese werd overgedragen aan Christina van Raesfelt weduwe van Dirk van Keppel. * In 1602 kwamen beide goederen in handen van haar kleindochter Christina van Keppel. * Godefroy van Wou, gehuwd met Anna van Keppel (een zuster van genoemde Christina van Keppel), die in 1606 ermee beleend werd, breidde in 1611 het leengoed de Cloese uit met enige van oorsprong allodiale goederen, waartegenover hij toestemming kreeg het er aanvankelijk bijbehorende Groot en Klein Tudislo van de leenplicht te vrijen. * als voren, blz. 117 en 120. Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv. nr. 122 onder par. 40. In 1637 ontving Herman Schimmelpenninck van der Oye de beide goederenin leen, na opdracht door de kinderen van Godefroy van Wou en Anna van Keppel. Daarna gingen ze over op zijn zoon Jacob, die omstreeks 1685ook de havezate Langen verwierf, * een leengoed van het huis Wisch. Blijkens de in 1743 opgemaakte inventaris van de boedel van diens kleinzoon Jacob, die ongehuwd was overleden, behoorden tot zijn nalatenschap o.a. het adellijk huis en havezate de Cloese c.a., leenroerig aan Gelre; de havezate Langen, leenroerig aan de hoogheid Wisch; het erf Wennekink of Keppelsplaats in de buurschap Langen; het erf Lunsink waaronder de Hekmaete, eveneens in Langen, leenroerig aan de abdij Elten; het erf en goed Kempe; het erf Rienderink of Eversplaatse; het erf Wormelink of Dikke-boersplaats; de katerstede Soetenhorst in Nettelhorst; het halve Zottegoor, en de Lochemseberg. Een groot deel van dit goederencomplex, waartoe ook z.g. allodiale goederen behoorden, werd door deerven van Jacob overgedragen aan Frans Jan van Heeckeren van Enghuizen. In het bezit van een der takken van dat geslacht was het goed Diepenbroek (in een akte uit 1675 wordt Anna van der Lawick weduwe de Roodevan Heeckeren genoemd vrouwe tot Diepenbroek. * Onderdelen van het omschreven goederencomplex vererfden op of werden verkocht aan verschillende leden van het geslacht Van Heeckeren, maar met Lodewijk baron van Heeckeren (1768-1831) heer van de Cloese, Langen en Diepenbroek kwamen ze in 1792 weer in een hand. * | van Ossenbrueck, Henrick (I124)
|
479 | Also: Hendereijntje van Kouterick and Hendrina van Coutrik. From the source below it reads like Hendrina and Hendrika are 2 different daughters. To us that seems unlikely. - Hendrina van Kouterik, daughter of Bastiaan Jacobse van Kouterik and Neeltje Wouterse de Roij. She married Dirk Hendrikse van Osenbrugge. - Hendrika van Kouteren, daughter of Bastiaan Jacobse van Kouterik and Neeltje Wouterse de Roij. She died on January 23, 1828 in Lienden, Gelderland, Netherlands. She married 2 times. The first time she married Geurt van Doorn. The second time she married Aalbert Gaasbeek on January 4, 1789 in Eck en Wiel, Gelderland, Netherlands. Children of Hendrika van Kouteren and Geurt van Doorn: - - Hendrikje Jacoba van Doorn ghvandoorn.com/individual.php?pid=I838&ged=ghvandoorn4.ged | van Kouterik, Hendrina (I3576)
|
480 | Also: Henricus van Weerden | van Weerden, Hendrik (I2589)
|
481 | Also: Herman He moved to Java, Dutch Indies and in 1609 became "Landvoogt" in Bandoeng, where he was murdered by the locals. | van den Bergel, Henrick (I527)
|
482 | Also: Herman Schaap. te Hellendorn. Read more about the Schaep family here (ignore the yellow lines). https://vanosnabrugge.org/docs/Anna-van-Vehlen.jpg | Schaep, Henrick V (I484)
|
483 | Also: Hermken | van Wijck, Hermina (I6542)
|
484 | Also: Ideke 1572 Jan 16 Beschreibung : Melchior von Loe zur Darnburg und Ida von der Recke, Eheleute, quitieren den Eltern der letzteren über deren Mitgift. Bestellsignatur : Haus Reck (Dep.) - Urkunden, Nr. 255 Bemerkung : Urs. Archive in Nordrhein-Westfalen Zurück zur Startseite des Portals Landesarchiv NRW Abteilung Westfalen | van der Recke, Ida (I473)
|
485 | Also: Iseren | Yseren, N.N. (I808)
|
486 | Also: Iseren. Andries's 2nd cousin is Graaf van Gelre. Willem Yseren en zijne huisvrouw, Aleid weduwe van Andries Yseren, en Andries Yseren zoon van Andries, doen gerigtelijk opdragt, ten behoeve der stad Zutphen, van hun regt op den tol aldaar, zoo als hun dat door hertog Arnold verpand was, onder belofte, dat Thomas, Willem, Gerrit en Anna, minderjarige kinderen van voornoemd Andries Yseren, deze opdragt mede zouden bevestigen, als zij tot meerderjarigheid zouden gekomen zijn (*). 1488. In den jair onss Heren dusent vierhondert achtindtachtentich. (*) De brief van 3 Junij 1436, waarbij Andries Yseren, gehuwd met eene natuurlijke dochter van Arkel, den tol te Zutphen in pandbezit kreeg, is deel IV. Oork. No. 160 vermeld. Nog in hetzelfde jaar werd de pandpenning verhoogd en daarbij tevens bepaald, dat het bezit van den tol niet aan bannerheeren en ridderschap, noch ook aan de stad Zutphen, mogt overgedragen worden: zie deel IV. N°. 163. Het schijnt, dat de hertog met deze bepaling bedoelde, aan zijne natuurlijke nicht, wier huwelijksgift mede in den pandpenning begrepen was, het genot daarvan te waarborgen. Nu echter Andries en zijne vrouw beiden overleden waren, hadden hunne kinderen en erfgenamen zich tot Maximiliaan gewend, met het verzoek om van deze voor hen drukkende bepaling ontheven te worden, en op den 8 Maart 1486 had de Roomsch koning hun dit verzoek werkelijk ingewilligd, en ver gund, om hun regt op den tol aan de stad Zutphen af te staan. De deswege uitgevaardigde brief is in het archief der genoemde stad voorhanden. Afschrift uit het laatst der vijftiende eeuw, in het boek, voorkomende onder Pand- en Renteverschrijvingen N°. 3 La. C., fol. 6. Oorspronkelijke perkamenten brief, N°. 988, bezegeld door den heer van Batenburg in groen was. | Yseren, Andries (I904)
|
487 | Also: Jan Beroep: koster en schoolmeester. Rijswijk (1675-1723), leenman van Gelre te Maurik, Ingen en Ravenswaaij, rentmeester van Jvr. Margaretha van Rumelair (Neder-Betuwe) www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-mulders/I1114.php | van Oijen (van Eck), Johannes Evertse (I1307)
|
488 | Also: Jan | Veskes, Joannes (I3007)
|
489 | Also: Jan Groot Allerts · Hij is geboren rond 1503 in Enkhuizen . · Hij is overleden rond 1544 in Enkhuizen , hij was toen 41 jaar oud. · Beroep: Presiderende Burgermeester van Enkhuizen Ao 1537. · Brandt, Hist. Enkhuizen Dl. I, blz. 81 e.v.: meldt over de "Aenslag van de Gelderschen" dat 22 juni 1537 "seker borger genaamt Erik in de Bok"... naar het huis ging van "Jan Groot Albert; deze was toen oudt burgermeester en hadt sijn dochter aen Erikssoon ten huwlijk gegeven". Dit dan het huwelijk van zijn dochter Dieuw met Jacob Eriksz en zou burgemeester Jan Groot - wiens vader plm. 1483 geboren werd- omstreeks 1520 gehuwd zijn met Griet Fredriks. · Kinderen: i. Dieuw Jans ± 1520-? ii. Siewert Jansz Schipper ± 1521-? iii. Kenou Jans ± 1522-? iv. Dirk Jansz Brouwer ± 1528-? v. Cornelis Jansz Brouwer ± 1530-1610 vi. Fredrik Jansz > 1530-? vii. Volckert Jansz Seylemaeker ± 1532-> 1604 viii. Im Jans ix. Pieter Jansz x. Welmet Jans · Site: www.genealogieonline.nl/enkhuizer-regentengeslachten/I713.php | Groot, Johan Alberts (I9273)
|
490 | Also: Jäntsch | Jüntsch, Margaretha Louise (I3509)
|
491 | Also: Jenne / Janna | van Heeswijk, Jemre (I285)
|
492 | Also: Jenneke van Eewijck | van Ewijck, Janneken (I2591)
|
493 | Also: Johan Buurmeester van Maurik zn. van Gerrit Adriaens Noest, buurmeester (1625) en ouderling (1636) te Maurik (hij ondertr. Wijk bij Duurstede 28-7-1650 Maurik 11-8-1650 Deliana Mouthaan), begr. te Wijk bij Duurstede op 23-07-1667 | Noest, Jan (I319)
|
494 | Also: Johan in Buuren | ter Borch, Jan (I4077)
|
495 | Also: Johan | van Hattem, Jan Janz (I843)
|
496 | Also: Johan van Ossenbroeck, in a historic book about the van Linden families. Lord of Haen, Keppel, Kurtenbach, Blitterswick. Ambtman Grevenbroich. Stallmeister Julich. Johan was also a Dutch knight: Johan van Ossenbroich (Ossenbruch), heer te Blitterswijck, ambt Kessel, lid van de ridderschap van het Overkwartier van Gelder 1592 [Venner-1998, p 384]. In 1592 werd Johan afgezet als Hofmeester van Kleef. N.B. When Johan married Geertruijd Schimmelpenninck, he lived in 't Land van Mark, which is the area around and South of Dortmund. Düsseldorf was in the Land of Berg. 1598 Juli 28. Beschreibung : Johann Wilhelm, Herzog zu Cleve usw., gewährt auf Ersuchen Johanns v. Ossenbroich, des Amtmanns zu Grevenbroich und Gladbach, dessen Frau Elisabeth geb. von Linden die Leibzucht "an dem huise, hoeve u. moelhen to Ossenbroich u. vyfthien alde schilden jarlichs uth dem hoeve tho Nedenaey, item an dem hoeve u. guide tho Luidinckhoven", wo solche Lehen nebst Zubehör gelegen sind. Die Eheleute Ossenbroich hatten sich in ihrer Eheberedung gegenseitig, d.h. den letztlebenden mit allen Gütern beleibzüchtigt, daher war hier eine Bestätigung des Lehnsherrn erforderlich.Überlebt Elisabeth ihren Mann, so hat sie dem Herzog einen anderen Lehnsträger zu stellen. Unterschriften: Heinr. van Weye; W. F. R. Werwer. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2229. 1598 Juli 28. Beschreibung: Der Herzog von Jülich ect., Joh. Wilh., belehnt Johann von Ossenbroich, Amtmann zu Grevenbroic und Gladbach, den Sohn des +Joh. v. Ossenbroich, Haushofmeister, im Beisein der Lehnsmannen Joh. van der Horst, Marschall und Amtmann zu Cranenburg und Dietr. van Eickell, Waldgraf zu Nergena, "mit dem huyse, haeve u. moelhen to Oßenbroich, mit oeren Rechten u. tobehoere, u. mit vyffthien aldeschilden des Jahrs uth dem Have to Nedenaey, item noch mit dem haeve u. gude to Ludinckhaeve mit allen seiner thobehoer", womit im Jahre 1570 der Vater desjetzigen Joh. v. Ossnebroch von Herzog Wilh. belehnt worden war.Unterschriften: 1) Dr. iur. Henr. van Wege; 2) Werwer. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2228. 1600 April 5. Beschreibung : Gertrud, geb. von Milendunck, Freifrau zu Anholt, Bauerfraw zu Bair und Lathum, Pfandfrau zu Bredevort lässt durch Dietr. von Batenburg, Statthalter, den Goddert von Deventer als Bevollmächtigten von Joh. v. Ossenbroich zu Ossenbroich, Herrn zu Blitterßwick, mit dem Hof zu Gruwell nebst Zubehör, gelegen im Kirchspiel von Till bei Ossenbroich, mit einem Zutphenschen Pondena Zutphenschen Lehnrechten. Als Zeugen waren dabei die Lehnsmannen: Rudolf Froellichs und Goddert Broweiler.Geben zu Anholt. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2248. 1603 Juni 2. Beschreibung : Vor Ewaldt Bachmann und Johannes Rompel, Schöffen des Stadtgerichts zu Düsseldorf, erscheint Johann von und zu Ossenbroch, Herr zu Blitterwich, Amtmann zu Grevenbroch und Gladbach, und setzt seiner Frau Johanna Elisabeth von Lynden, Frau zu Blitterwich, die ihn (Johann) "in den Geldrischen u. anderen Guttern beleibzuchtigt" hatte, nach seinem ev. früheren Tode die Nutznießung seiner sämtlichen von seinem Vater Joh. von und zu Ossenbroch+, Hofmeister, Rat und Amtmann zu Grevenbroch und Gladbach, in Jülich, Cleve und Berg ererbten Güter aus, ob nun seine Mutter Margarethe von dem Budlenbergh gen. Schirp, "itzige Leibzuchterinne u. Besitzerinne der Guter" noch lebt oder nicht. Dabei erklärte Joh. v. Ossenbroich, dass er seiner Frau erblich seine "alhie binnen u. baußen Dusseldorf ererbte Behausungh, Gatren, Bnugardtu. Artlandt neben anderen Adpertinentien" nach seinem Tode verschrieben habe [Letztere Donation nahm Petrus Erculensis, Procurator am frstl. Hofgericht zu Düsseldorf i.N. der Frau Ossenbroichs an] Weiter vermachte Ossenbroich erblich den Armen des Hospitals zu Dusseldorf und denen "zum Hain, in der Hundtschafft Rodt u. Landtgericht Creutzbergh" je 5 Malter Roggen. Zur Sicherung dieser Donation setzt er den Armen "seinen Hoff bei dem Haus zum Haen, die Aldtbergh" genannt und für letztere Sicherung als Unterpfand "den Hoeff Kleinen Brouchaußen" mit allem Zubehör. Doch steht den Erben Johanns frei mit 500 Reichstalern die 10 Malter zu lösen und die Erbgüter frei zu machen.Kirche zu Creutzberg und Dusseldorf noch genannt.Zeugen: Heinr. Gorman, Heinr. Weidtt.Actum zu Dusseldorf. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2302. 1609 Mai 30 Beschreibung : Eheberedung zwischen Joh. von und zu Ossenbroch, frstl. jül. Amtmann zu Grevenbroich [ehelicher Sohn von +Joh. v. Ossenbroch, frstl. jül. Rat, Hofmeister und Amtmann zu Grevenbroich und Margarethe von Bodlenberg gen. Schirp] und Elisabeth v. Viermundt [ehelicher Tochter von Philipp v. Viermundt zur Bladenhorst und Johanna von Oehr]. Johann bringt in die Ehe: seine sämtlichen Erbgüter, wo dieselben gelegen sein mögen neben seiner Gerechtsame an den Blitterswickschen Gütern, jedoch vorbehaltlich der Leibzucht, die seine Mutter z.Z. noch innehat. Seinen beiden Töchtern, die er in erster Ehe mit Gertrud v. Schimmelpfennigk gezeugt hat, setzt er in Bälde eine Abfindungssumme zu ihrer Aussteuer fest. Elisabeth bringt [gemäß eines mit ihren Geschwisternerfolgten Vergleichs] in die Ehe 3500 Reichstaler; ferner noch 1000 Reichstaler, die sie sich erspart hat; was ihre Mutter ihr noch vermachen wird, "neben ihrer geburnuss des Nordenbeckischen serbfals". Als Morgengabe erhält Elisabeth sofort nach der Heirat für ihr ganzes Leben die Erbrente, die Johann "auss der Schlutereien zu Cleve jahrlichs zu erheben" hat. Noch die sonstigen üblichen Festsetzungen und Bestimmungen, die sich auf verschiedene, angeführte Fälle [z.B. Tod des Mannes, der der Frau, weitere Eheschließung usw.] beziehen.Zeugen: auf Seiten des Bräutigams: dessen Mutter; Dietr. v. Eickel, frstl. clev. Geheim-Ratund Drost zu Goch; Dietr. v. der Reck, Drost zu Unna; Wilh. v. Waldenburg gen. Schincker, frst. berg. Marschall, Geh-Rat und Amtmann der Vest Steinbach; Gottfried von dem Bodlenberg gen. Schirp zu Lunttenbeck; Dietr. von der Horst, Amtmann zu Düsseldorf, Angermundt und Lanssberg; Wilh. v. Curtenbach, frstl. jül. und berg. Stallmeister; Ludolf v. Calchum gen. Lohausen, bestallten berg. Rittmeister;auf Seiten der Braut: deren Mutter Johanna v. Oer, Witwe Viermundt; Phil. Arnold und Hermann v. Viermundt, Gebrüder und die Brüder der Braut; Dietr. v. Viermundt zu Oedingk; Berdt von Romberg zu Maspen, Drost zu Wetter; Berndt von Oehr zu Hackesbeck; Meinolff von Horde zu Stormede. Des Bräutigams sowie der Zeugen Unterschrift und Siegel.Geschehen zu Essen. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2347 Material : Pergament Überlieferung : Original Bemerkung : Die Urkunde ist in der Mitte mehrfach durchlöchert 1613 Dezember 16 Beschreibung : Auf Ersuchen des Wilhelmus Borman, gen. Kessel, Dieners des Amtmanns Joh. von und zu Ossenbroich, Herrn zu Blitterswick, verifiziert Joh. Justus die Hand der +Gertrudt v. Schimmelpfennig. Zeugen: Dieterich Israels, Bürger zu Düsseldorf, und Thoniss Neess v. Syntzig.Transsummiert ist eine Erklärung Ossenbroichs, d.d. 1606 April 6. Grevenbroich, dass er die schwangere Gertrudt v. Schimmelpfennig zu seiner Ehefrau annehme, damit sie bei ihren Eltern und Freunden nicht verunglimpft werde. Extract uit het meetboek der heerlijkheid Blitterswijck betreffende de goederen der heeren. Na 1616, Agnes Catharina Gravin van Limburg en Bronckhorst vrouwe tot Well, als voogdes van Bernard Albert Diederick van Lynden, zoon van haar en Diederick van Lynden heer tot Blitterswyck, jonker Willem van Merwyck tot Kessel, als man van Judith van Lynden en de kinderen en erfgenamen van Diederick van Lynden ter eenre tegen de Weduwe van Jan Embden tot Ossenbroeck ten andere zijde. N.B. Look here how they are all related Jan Embden tot Ossenbroeck is actually Johan von Ossenbroich, Lord of Hain, Keppel, Kurtenbach and Blitterswijk. His first wife was Johanna Elisabeth van Linden, the sister-in-law of the plaintiff in the above doc. Read more about the court battles over Blitterswijk here: https://vanosnabrugge.org/docs/blitterswijk.htm | von Ossenbroich, Johan (I138)
|
497 | Also: Johannes Rentmeester van St. Catherina Gasthuis? | Haeck, Jan (I1404)
|
498 | Also: Josine | van Maurik, Jooste (I844)
|
499 | Also: Jurrien Info on the next 5 generations is from: www.kremeronline.eu/genealogie-kremer.html | Peters, Jurgen (I9355)
|
500 | Also: Jutta van Amstel van IJsselstein She is descended from Floris II King of Holland and Ada Princess of Scotland and Countess of Holland. She could also trace her ancestry back to Charlemagne through the families of her Mother and her father. Guyote van IJsselstein (? - 1373 of 1374), vrouwe van IJsselstein, ook bekend onder de naam Goudijn van Amstel, was de erfdochter van Arnold van IJsselstein. Ze staat bekend als de opdrachtgeefster van de graftombe van de heren van IJsselstein, het grafmonument voor haar ouders en grootouders in de Sint-Nicolaaskerk in IJsselstein. Levensloop Guyote van IJsselstein werd geboren als oudste dochter van Arnold van IJsselstein en Maria van Avesnes. Uit dit huwelijk werden nog twee jongere zussen geboren, Catharina en Bertha. Omdat uit het huwelijk geen zoons werden geboren, erfde Guyote in 1364 de grafelijke lenen van haar vader, waaronder het slot IJsselstein. Guyote trouwde op 20 mei 1330 met Jan I van Egmond. Ze kregen samen naar verluidt tien kinderen, vijf dochters en vijf zonen. Hun dochter Maria van Egmond trouwde met Philips IV van Wassenaer. Na haar overlijden erfde zoon Arend van Egmond het slot en bijbehorende rechten van zijn moeder in 1374. | van Amstel, Guyote (I3662)
|