Notes
Matches 401 to 450 of 4,168
| # | Notes | Linked to |
|---|---|---|
| 401 | Also spelled as van Ossenbruch. Married in 1361. Mijn artikel i n No. 1 van den 39e n jaargang behoeft eenige verbeteringen, waarbij de door mij gegeven stamreeks echter geen verandering ondergaat. Ik schreef, dat mij niet bekend was, dat een Wennemar v. Heyden gehuwd zou zijn met een Aleid von Ossenbruch. Intusschen kwamen in mijn bezit 2 oorkonden, waaruit blijkt, dat 1361 en 1362 Wennemar von Heyden gehuwd was met Aleid, dochter des ridders Johann von Ossenbruch (bijlage 3 en 4). Daar uit de oorkonde van 1361 verder blijkt, dat deze Wennemar ook een broeder Alhard had, zoo schijnt het dezelfde Wennemar te zijn, die in mijn stamreeks onder I I en i n de stamreeks van Ned. Adelsboek 1914 onder I I I wordt genoemd en die vaak met zijn broeder Alhard voorkomt. Deze Wennemar is dus schijnbaar tweemaal getrouwd geweest. Zijn tweede vrouw is Sophie von Honnepel, zooals reeds eerder door ' mij werd opgegeven. I n ieder geval is Wennemar von Heyden, die gehuwd is met Sophie von Honnepel, de zoon van Menso I I von Heyden en diens vrouw Sophia (bijlage 5). Verder schreef ik in mijn artikel in No. 1 van den 39O Q jaargang, dat de familie von Heyden geen bezitting Eosenau ooit gehad had. Uit de oorkonde van 29 September 1386 blijkt, dat de in mijn stamreeks onder I I genoemde Wennemar von Heyden bij zijn benoeming tot drost in de Hetter het huis Rosenau voor 2 jaren toegewezen kreeg (bijlage 6). Wennemar was maar ca. 2 jaren drost in de Hetter, daar reeds in 1389 November 2. Heinrich v. Diepenbrock als zoodanig wordt vermeld. 1362 Mai 2. Alyt von Ossenbroick, Frau des Wennemar von Heyden gesteht dem Grafen Johann von Cleve das Rückkaufsrecht für die drei Güter (namlich das Hallengoens Gut, die Cleyhegge und das Helmich Smoelners Gut) zu Wischel unter niiheren Bedingungen zu. Ritter Johann von Ossenbroick und der Knappe Wennemar von Heyden siegeln mit. Staatsarchiv Düsseldorf, Handschriften a I I I 4 fol. 33 und a I I I 5 fol. 51. | van Ossenbroeck, Aleid (I418)
|
| 402 | Also spelled: Henrigh van Ossenbroick , later also spelled: Henrich van Ossenbrock. Lord of Neuenhoven. In 1536 Heinrich exchanged land with Hermann v. Ossenbruch and later died without heirs. His 8 ft (260 cm) headstone is in the St. Gertrudis church in Bockum.Read the story and view pics unde "Documents", "Grabplatte". Lehnregister. Rauwenhof zu Gertbockem (Koeln). 1533 Henrich v. O., Sohn Everts. 1549 derselbe Henrich. Everhards Sohn, nach dem Großvater ebenfalls Heinrich genannt, wurde 1511 von Cund von Eynenberg-Landskron mit 20 Morgen und der Fischerei in der Dhünn von der Schlehbuscher Brücke (Leverkusen) bis in den Rhein belehnt. Die Belehnung mit Neuenhoven erfolgte am 23. Januar 1533, die Belehnung mit einem Zehnten zu Oppenbaufeld (?) und Nuwenhof in Gertboschem im Kirchspiel Bochem in der Funktion als „Everhards Sohn" 1533 durch die Kurfürsten Hermann V. von Wied und 1549 erneut durch Adolf III. von Schaumburg. Kurz vor dem Tod von Heinrichs Vetter Hermann († 1536), dessen Grabplatte sich in der Kirche St. Nicolai zu Kalkarbefindet, wurde zwischen beiden Ländereien getauscht. The word "Vetter" means Cousin, but in the Middle Ages and later, it also meant Uncle. Herman was not a real Uncle, but acted like one. There was also a Henrich van Ossenbroich in 1534, who was a Kanoniker. | von Ossenbroich, Heinrich (I143)
|
| 403 | Also Tjebena. | Resins, Jabont (I9376)
|
| 404 | Also van der Heijde | van der Heijden, Marie (I1885)
|
| 405 | Also van Ryswijk | van Rijswijk, N.N. (I9144)
|
| 406 | Also von Ossenbroich. 1416 Februar 14. Beschreibung : Gerit van Ossenbroeck teilt mit Einwilligung seiner Gattin Marie und mit Rat seiner Verwandten und Freunde, besonders des Richters Hermen van Ysem seines Neffen, seines Schwiegersohns Werner Esel und Giselberts Hacken seine und seiner Gattin Besitztümer unter seine Kinder: Der ältere Sohn Johan van Ossenbroeck erhält das Haus zu Ossenbroeck mit allem Zubehör und "alle erff erftyns guet ind liefgewyn" im Land von Cleve, ausgenommen das Gut "op ger Sittert", "item alle guet gelegen anden walde mit siner tobehoor geheiten angen Stuefvenne", die Leibzucht "angen Dailreloe", herrührend van den Gaids Haus van Hantten, ferner zwei "Cempe", gelegen bei Kierssel an dem Walde und in dem Walde; item die Leibzucht in der Semervoirt von dem Herrn von Cleve und von der Mark, dann die Güter um und in Calker, ... "so als dat gelegen is dat iarlix pleech to vortynsen to Ludinchoven op sunte Margariten dach". Johann, † 1449, war mit Elisabeth von Witenhorst († 1458) verheiratet. Er wurde am 14. März 1421 mit Neuenhoven belehnt. In 1441 schenkte er der Klause in Bockum einen Teil seines Baumgartens. Johann (died in 1449) married Elisabeth v. Wittenhorst (died in 1458). Read the full story here: https://vanosnabrugge.org/docs/grabplatte-heinrich-143-148.pdf 1440 April 30 Beschreibung : Johan van Loyn, Herr zu Heynsberg und Lewensberg, bekennt, daß sein verstorbenenr Vater (der) Johan van Ossenbroich mit dem Gut von Ludichoeven belehnt habe (?) mit allem Zubehör, daß Johan van Ossenbroich dieses Lehen seinem Sohne Geraet übergeben habe und daß, genannter Geraet in seinem (des Johan van Loyn) Hause zu Colne, zum Eychorne, durch die Heynsbergen Lehnsleute, Daemen van Gunderstorp, Johanvan Brede und Johannes aeben, das Gut zu Ludichove mit allem Zubehör,gelegen in der Gegend van Kalker und Ossenbroich, ferner das Gut, genannt "hers hoeffte" mit 3 1/2 Morgen Land als Lehen empfangen habe. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 343 1445 August 29. Beschreibung : Johan van Ossenbroick überträgt vor dem Gericht zu Quaelborgh (Richter: Johan Schoedmuwe, Schöffen: Henrich Schonensoen, Johan van der Steeckbeke) seinem Bruder Gerit van Ossenbroick alle seine Güter im Gericht Quaelborgh, die ihm durch den Tod seines Vaters, Gerits van Ossenbroick, und seiner Mutter zugefallen sind und noch zufallen werden. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 378. | van Ossenbroich, Johann (I135)
|
| 407 | Also Walraven. genealogieonline.nl/kwartierstaat-sijnesael-teillers/I17093.php | van Steenhuys, Walraff (I693)
|
| 408 | Also Wely. Van Welij waren de belangrijkste adel in Maurik met veel bezittingen in de Betuwe. Volgens baron d'Ablaing van Giessenbure, Ridderschap van Veluwe, bl. 189. Hoewel Welij eene buurschap is onder Hien, van waar het geslacht van Welij (vgl. d'Ablaing, bl. 182, 189) zijn naam heeft bekomen; is het toch opmerkelijk, dat men te Ingen en Eck (aan de grenzen van Maurik) nog Welietienden heeft. | van Welij, Olivia (I891)
|
| 409 | Also written as "Schadijck". | van Schaijck, Meerten Hendrickse (I3238)
|
| 410 | Also written as thoe Boecop. Heer van Harsselo. genealogieonline.nl/en/west-europese-adel/I72255.php Udo's great-great-grandmother is a van Ossenbroeck | toe Boecop, Udo (I1094)
|
| 411 | Also written as Hendrik (Hendricq) Aelbertsen and Elbrechtsen In 1656 Hendrick Elbertsz van Osenbrugge (Freeman in 1657) was listed as an Adelborst in the new Dutch community of South Africa, which consisted of only 120 people. He was first married to Aletta ter Meulen and in 1671 he married Catherina de Vooght. Coincidentally, in Arnhem there was Ernst van Ossenbrugge, who eloped with and married a Catharina de Vooght in 1661. He was listed as an "adelborst", which translates as a "Midshipman". However, at that time it meant that the person was of noble descent. Wikipedia: Een adelborst is een marineofficier in opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Bij andere krijgsmachtonderdelen dan de marine heet zo iemand vaker een cadet. Het woord adelborst is een verbastering van het woord adelbursche, dat is edelknaap. De naam stamt nog uit de tijd dat enkel jongens uit families van adel toegelaten werden tot de officiersopleiding. De Engelse benaming van deze rang is Midshipman, de Duitse Seekadett en de Russische Mitsjman. Hendrik Elbertz was the first owner of the original farm, Vredenburgh. Hendrik was born in 1625 in Osnabruk, Germany, and died in 1699 in Stellenbosch. He was married to Aletta ter Meulen (Molen) of Schüttorf in Hanover. Nine children were born out of the marriage, eight of whom went on to outlive Hendrik. Hendrick Elbertz was one of the 9 officials who, on the 21st of February 1657, received "vrybriewe" from the Dutch East India Company, and became one of the first independent farmers ("boere") in the Cape. In May 1660, he was promoted to Corporal of the Vryburgers, who lived along the Liesbeeck River. On the 31st of January in 1678, Hendrik took his dismissal from the service of the VOC and rented the outpost at Hottentots Holland, and in doing so became one of the first livestock farmers in the country's interior. (The Hottentots Holland outpost is known today as Vergelegen). Read much more about him here: https://vanosnabrugge.org/docs/Hendrik-Elberts-Zuid-Africa.pdf | van Osenbrugge, Hendrick Elbertsz (I6333)
|
| 412 | also written as: Megteltgen ter Burgs (and also: ter Burgh and Verburgh). It is assumed that she is a daughter of Wolter ter Borch and Mechteld N.N. She named her first son: Wolter. | ter Burch, Mechtelt (I1237)
|
| 413 | Also: Aren | van Mierop, Arent (I5711)
|
| 414 | Also: Crijn | Mierop, Krijn (I5694)
|
| 415 | Also: Ermgard. Kort voor 1558 hertrouwde Goossen met Ermgard van Boyneburg genaamd Honstein of anders Van Bemmelsberg (-1595), weduwe van Johan van Raesfelt tot Raesfelt. Zij was een dochter van Herman van Bemelsberg tot Clörath genaamd van Honstein en Irmgard van Ruisschenberg. | van Boyneburg, Ermgard (I7784)
|
| 416 | Also: van Zuylen. Heer van Anholt / Hardenberg. dbnl.org/tekst/molh003nieu04_01/molh003nieu04_01_1797.php | van Suilen, Willem (I338)
|
| 417 | Also: Achervelde geni.com/people/Herman-Johansz-van-Leeuwen-toe-Maurik/6000000013085063837 | van Achterveldt, Adriana Gerritsdochter (I1366)
|
| 418 | Also: Adriaantje Lived in Maurik before her marriage | van Brenk, Adriana Arisse (I241)
|
| 419 | Also: Aedze Eetse Eedse Bron: Tietjerksteradeel e.o. Soort registratie: Vermeldingen Tietjerksteradeel e.o. Bijzonderheden: Eetse (AEtse) Theunis Oostenbrug; arbeider te Hardegarijp 1796, boer te Eestrum (1798, 1808), Buitenpost (1811), tr. 1. Hardegarijp / Rijperkerk 27 april 1794 Ypkje Gjolts Reitsma; tr. 2. Eestrum 13 okt. 1799 Wijke Taedes (bdn v Eestrum); volkstell. 1796: Hardeg. nr. 60, 3 pers., geref.; lijst burgerwapening 1797: nr. 62, 31 jaar, geschikt en verplicht; TIE S29 301; S30 167; speciekoh.: 1794 op Hardeg. 58 (begint, 1795 onder de exemptie, 1797: de vrouw overleden, woont bij een ander); 1798 op Eestrum 8 (begint, nog ald. 1805); ki., ex 1: Theunis, 19 april 1795 (woont 1811 bij vader te Buitenpost); ex 2, geb. Eestrum: Sytske, 19 jan. 1800; Taede, 24 nov. 1801; Sybe, 2 april 1804; Kornelis, 22 feb. 1806; Tjeerd, 26 maart 1808 Vermeld Eetse (Aetse) Theunis Oostenbrug Diversen: Geboren Rijperkerk 9 dec. 1764 Vader Theunis Sybes Moeder Sytske Eetses | Oostenbrug, Eetze Teunis (I8296)
|
| 420 | Also: Alart Lees veel meer over deze familie hier: https://vanosnabrugge.org/docs/Huis-Kaldenbroek-Lottum.pdf | van Goor, Aldelhart (I6560)
|
| 421 | Also: Aleid. Archief van het Kapittel van Sint Walburgis, Zutphen - Stukken van afzonderlijke kanunniken: 105 Brieven ingekomen bij Alijt Yseren, moeder van Andries Yseren, 1508-1510 | N.N., Alyt (I949)
|
| 422 | Also: Alite or Alide. Married in 1453. She died in Tiel in 1475. This is probably not Tiel in De Betuwe, but Till (sometimes written as Tiel), next to the Ossenbroich estate in Cleves county. Goswin's sister Maria was a nun in Till. Goswin van Steenhuys. Lord of Bellinghoven, sold the fiefdom to his brother-in-law Willem Ulst. He married, as in the contract of 18 September 1453, Anne van Ossenbroeck, daughter of N. and Sophie van Pallant and was still alive in 1475. Their children were: - 1: Goswin, Captain in the service of the duke of Cleves in 1475. He, and his wife Otheline Brackel, died without any children. - 2: Next child was Gotfried - 3: Anne, nun in Nijmegen; - 4: Mary, nun in Till. | van Ossenbroek, Anna (I365)
|
| 423 | Also: Alof. Mentioned: 1459, 1482 | van Ulft, Adolf (I8855)
|
| 424 | Also: Aloff and Goir Adolph van Goer, Jacob van Hekeren, Charlo van Gelre, en Goessen van Varick, resp. ridderschappen der kwartieren van Nijmegen, Roermond, Zutphen, en Arnhem ten behoeve van Goessen Smullink wegens eene door dezen verstrekte som geld. 1578 www.geldersarchief.nl/zoeken/?mivast=37&mizig=210&miadt=37&miaet=54&micode=0124-665&minr=2009318&miview=inv2&milang=nl Lees veel meer over deze familie hier: https://vanosnabrugge.org/docs/Huis-Kaldenbroek-Lottum.pdf | van Goor, Adolph (I3855)
|
| 425 | Also: Anna | van Lynden, Johanna (I3958)
|
| 426 | Also: Anna Margarethe. 1615 Februar 15. Beschreibung : Johan von Ossenbroch zu Ossenbroch, Herr zu Blittersweich, erklärt vor Henricus Faber, Dr. der Rechte, und Johannes Fabritius, Schöffen des Gerichts in Collen, und vor Paulus Geelen von Gulich, Notar, dass seine Gattin Elisabeth geborene von Vermundt, nach seinem Tode in den Besitz seiner sämtlichen Güter treten und nicht durch seine testamentarische Verschreibung an seine "Vurdochter" Margarethe von Ossenbroch geschädigt werden soll.Zeugen: Henrich von Efferen gen. Hall zum Busch, Bodaridt Dußell, Dr. der Rechte, Werner Sampis, Urban Essen, Herman Velman. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2389. 1619 Mai 20 Beschreibung : Herm. v. Viermundt zur Wiesch und Frau Elisabeth Schade verkaufen der Gerharda Passmas, Witwe Hillebrincks, aus dem Heimsipen und Storckmans-Hofe (Höfe in Hagen-Herbeck) eine Erbrente von 12 Reichstalern, Rückkauf mit 200 Reichstalern vorbehalten.Nachschrift von 1632 Januar 4: Henrich Dietherich Hillebrinck überträgt die Rente dem Conradt v. Hovell und Frau Anna Margarethe v. Ossenbrock. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2452 Vermerke : Rückaufschrift über Einlösung 1665 September 9; mit Unterschrift Material : Papier Überlieferung : Original Bemerkung : beschädigt; vgl. Akte Nr. 7165 1622 Dezember 8. Beschreibung : Eheberedung zwischen Anton Freytag von Laer zu Herbecke [ehelicher und einziger Sohn des +Anton von Laer und seiner Frau Clara von Eller] und Margarethe von Ossenbroch [eheliche Tochter Johanns von und zu Ossenbroch, Haen und Blitterswich + und seiner Frau + Gertrud Schimmelpfennig]. Der Bräutigam bringt seiner Braut den adelichen Sitz Herbecke nebst Zubehör und alles, was er geerbt hat oder noch erben wird, zu. Als Morgengabe erhält die Braut von ihm den Schmitzhof zu Niedermassen im Amt Unna. Die Braut bringt ihrem Bräutigam zu: 1) 9000Taler Neusser Währung [jeder Taler 52 Albus], die der BrautVater in einer Dispositio inter liberos (Diese Dispositio hatte der +Joh. v. Ossenbroch auf Grund der mit seiner ersten Frau, Gertrud Schimmelpfennig,aufgerichteten Pacta dotalia getroffen) ihr festgesetzt hat; 2) 1000 Taler derselben Währung, die der Braut + Vater ihr als Aussteuer festgelegt hat; 3) Kleidung und Ausrüstung, die der Braut Stiefmutter, Elisabeth geb. von Viermundt, Witwe von Ossenbroch, ihrer Stieftocher außer den 1000 Talern noch schenkt [Erläuterungen und Bestimmungen zu dem Brautschatz]. Nach Empfang des Brautschatzes haben Braut und Bräutigam"fur der Chur- u. Furstlichen Gulischen Landtcantzleyen zu Dusseldorff oder wohe dieselbe itzo anzutreffen ist" Verzicht auf die Ossenbrochschen Güter zu leisten. Der Braut ev. Witwensitz soll später in Schwerte oder Dortmundt sein.Es folgen jetzt die üblichen Festsetzungen für die ev. eintretenden Familienereignisse [Sterbefälle, II. Ehe, usw.].Zeugen: a) auf Seiten des Bräutigams: Bernhardt von dem Romberg zu Massen, chur- und fürstl. clevischer Rat und Drost zu Wetter; Westhoven Cloedt zu Hennen; Johann Becker, Dr. iur. und Bürgermeister zu Schwerte;b) auf Seiten der Braut: obige Witwe v. Ossenbroch [Braut-Stiefmutter]; Dr. iur. Zachaeus von Horrig, "des Freyadelichen Stiffts zu St. Gereon binnen Collen Canonicus u. Scholaster u. des krfl. Geistlichen Hofgerichts daselbst Official"; Dietr. von der Recke zu der Recke, Drost zu Unna und Camen; Johann von Wylich zu Bernsaw; Dietrich von der Recke zu Untorff; Dr. iur. Baltasar Zahn, Bürgermeister zu Unna.Unterschrift der Brautleute und von 7 Zeugen.Geschehen und verhandelt in der Stadt Wippfürth. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2507. 1619 Mai 20 Beschreibung : Herm. v. Viermundt zur Wiesch und Frau Elisabeth Schade verkaufen der Gerharda Passmas, Witwe Hillebrincks, aus dem Heimsipen und Storckmans-Hofe (Höfe in Hagen-Herbeck) eine Erbrente von 12 Reichstalern, Rückkauf mit 200 Reichstalern vorbehalten.Nachschrift von 1632 Januar 4: Henrich Dietherich Hillebrinck überträgt die Rente dem Conradt v. Hovell und Frau Anna Margarethe v. Ossenbrock. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2452 Vermerke : Rückaufschrift über Einlösung 1665 September 9; mit Unterschrift Material : Papier Überlieferung : Original Bemerkung : beschädigt; vgl. Akte Nr. 7165 1657 Aktenzeichen : M 1824/4808 Person : (2) Kläger: Erben des Wirich Meuter: sein Bruder Heinrich Velrath (Velleradt,Vellradt) gen. Meuter und Johann Witt im Namen seinerFrau Catharina Meuter, (Bekl.) (3) Beklagter: Erben der Clara Meuter geb. Troster: ihre Schwester Sophia Troster, Sebastian Andreas, gewesener Schwarzenbergischer Rentmeister zu Gimborn, und seine Frau Barbara Margaretha Troster, Johann Heusgen und seine Frau Margarethe Ossenbrück, (Kl.) | von Ossenbroch, Margarethe (I403)
|
| 427 | Also: Anneken | van Byller, Anna (I332)
|
| 428 | Also: Ariën Francen van Eck and Arie Fransse van Eck Adrianus van Eck, j.m. geb. en won. Ingen, en Neeltje van Osenbrugge, j.d. geb. Maurik, thans won. Ingen, met att. dd. 20-5-1795 van Ds. J. v. Broekhuizen te Ingen, hun 3 procl. en met att. 26-5-1795 vertrokken naar Ingen. Kinderen: Frans van Eck 1794-1869 Hendrik van Eck 1797-< 1802 Dirk van Eck 1799-1847 Hendrik van Eck 1802-1883 Johannes Cornelis van Eck 1804-???? | van Eck, Adrianus (I4787)
|
| 429 | Also: Arnold. Hij erfde van zijn vader de goederen van Egmond en van zijn moeder IJsselstein en aldus werd hij heer van Egmond en IJsselstein. Raadsheer van Albrecht van Beieren van 1372 en aanhanger der Kabeljauwen. Hij verwierf op 11 aug. 1398 de heerlijkheden van Ameland en Het Bilt in leen (van Mieris: Charterboek III, pag.686). Hij voerde in 1400 het bevel over de Hollandse troepen die naar Friesland togen, doch stond bij de Hoekse graaf Willem VI niet in de gunst. Hij is begraven in het door hem gestichtte klooster te IJsselstein. Zie ook Karel de Grote reeks 56. | van Egmond, Arend (I9271)
|
| 430 | Also: Baldus Watermolenaar | Spruijt, Balthus (I10015)
|
| 431 | Also: Bartold tot Franckhuijs | ter Borch, Bartelt (I4091)
|
| 432 | Also: Beli(e)tje / Beelitie Ondertrouwd op 19-09-1721 te Leiden (getuigen: zijn bekende Jacobus de Vois en haar moeder Wijvetje van Daen), gehuwd 1721 met Christiaan Sunderman, schipper van deze stad op Haarlem, geboren ca 1700 te Slensburg, Slens? | van Osnabrugge, Belitje (I7467)
|
| 433 | Also: Berent/Barent genealogieonline.nl/kwartierstaat-mulders/I9113.php | van Asch, Berndt (I3762)
|
| 434 | Also: Berwold. Died in a battle again the West Frisians. Father of Lord of Egmont Beerwout van Egmond, II and Steven van Egmond, 5th abt of Egmond Brother of Peerinne (Petronella) van Egmond and Oktrude (Geertruida) van Egmond Beerwout, heer van Egmont (ca. 1050 - 1114) was heerser van Egmont. Beerwout had een belofte aan de abt Stephanus van Gendt, hoeder van de abdij van Egmond gedaan om met de Eerste Kruistocht mee te gaan, om zo de zonde van zichzelf en zijn voorvaderen te doen vergeten. Bij terugkomst had de abt zijn pacht van zes tienden tot heerlijkheid laten verklaren en tevens de erfrechten schriftelijk vast laten leggen. Volgens sommige volksvertellingen zou Beerwout onderweg naar het Heilige Land al zijn overleden in 1096, en werd zijn grondgebied in Egmond alsnog als heerlijkheid uitgeroepen. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Beerwout II van Egmont. | van Egmond, Barwout (I9287)
|
| 435 | Also: Bottlenberg, Bodelberge, van den Bodelenberch. Schirp zu Luentenbed, daughter of Adolphs & N. 1561 Oktober 28. Beschreibung : Eheberedung zwischen Johann v. Ossenbroch [ehelicher Sohn des + Vincenz von Ossenbroch und seiner Frau Walburga von Eickel]und Margrieten von dem Bodelberge gnt. Schirp [eheliche Tochter des +Conen von dem Bodelberg gnant Schirp und seiner Frau Margrieten von Waldenberg gnant Schinckern].Joh. v. Ossenbroch bringt ff. in die Ehe mit: das Haus zu Ossenbroch mit dem Hofe samt Ackerland, Gehölzen, Wiesen, usw., wie er dies jetzt besitzt und dasselbe im Fürstentum von Cleve und Gericht und Kirchspiel von Till gelegen ist; ferner "die Windt-und Rossmull zu Ossenbroch mit Getzwanck des Kirspels u. Gerichts vonTill, nemblich Werbeiden, Eickenstall von dem Hönen zu Berge u. andere Höve", alles laut fürstl. Belehnung; weiter den Hof Ferhart gnant, bei Ossenbroch gelegen, den Hoffangen Walde oder der Gockerheuden gelegen; item den Hoff zu Nienaw [Lehen des Clever Herzogs]; "noch einen Hoff Schollenhoff gnant, auch bei dem Haus Ossenbroch gelegen". "Ferner bringt Ossenbroch an Kottstatt wie folgt, nemlich ein Kottstatt in ghen Broick; item ein Kottstatt Johan Nasskottstatt genannt; item ein Kottstatt Zenssich die lange gnant; Keisers Kottstatt u. Gossen Koppers Kottstatt; item wird bracht an Weidbenden wie folgt: item die Weell oder Koppers Sleide in der Lymers, die Kiffert bei Griet; die Haeck bei der Ossenbrochers Mullen u. noch ein Weide bei Owalbers gelegen".Margriet v.d. Bodelberg, die Braut, bringt ihrem Bräutigam zu: 1) das Haus zum Hain nebst Zubehör; 2) den Hof zum Hain mit seinem Ackerland, Weiden, Benden u. ff. Buschgerechtigkeit, "nemblich auf dem Jekt u. Lichtenbroick 16 Gewelde" und andere Gerechtigkeit; "item uf dem Forst ein Viertheill Geweldtz u. auf dem Oberangen anderthalb Gewaldt"; 3) "item den Hoff zur Alderborch"; 4) "den grossen und kleinen Gantenberg samt datt Lutelengut"; [alle diese Güter liegen im Herzogtum Berg und im AmtAngermundt]; 5) alles dasjenige, was dem +Vater der Braut, "Conen Schirpen", gemäß den Teilbriefen, die zwischen ihm und dessen + Bruder Wilhelm von dem Bodelberg gnant Schirpe aufgerichtet worden, gebührt; 6)"das Haus u. Kamp zu Keyserswerdt gelegen, daran doch der Mutter der Leibzucht furbehalten"; 7) 1100 Goldgulden, die Marg. Schirp, die Mutter, ihrem + Manne "Conen" zubracht hat; 8) endlich noch 600 Goldgulden, die die + Margarethe von Rode, Witwe von Schinkern, der Braut, ihrerEnkelin, falls dieselbe sich dereinst standesgemäß verheiraten würde,testamentarisch vermacht hat. Dieses Geld [das letztere] haben Gerhard v. Waldenberg gnant Schinckern, Hofmeister und Amtmann zu Mettmann und dessen Bruder Wilhelm v. Waldenberg gnant Schinckern in Gewahrsam und werden dies der Braut auszahlen.Es folgen die Bestimmungen, wie es bei ev. eintretenden Familienereignissen [Sterbefälle, 2. Ehe und dergleichen] bezüglich der Güter usw. gehalten werden soll.Zeugen: a) auf Seiten des Bräutigams: 1) Dietrich von Ossenbroch [Bruder]; 2) Wilhelmvon Steinen, Amtmann zu Miselö und Monheim; 3) Steffen Stail von Holtstein, Waldgraf zu Wirgenaw; 4) Degenhart Haess zu Solbriggen, Drost zu Lande; 5) Dietrich von dem Bossler, Erbschenk des Fürstentums Kleve;b) auf Seiten der Braut: 1) Rolandt v. Waldenborch gen. Schinckern, Propst zu Hirtzenaw; die Gebrüder 2) Wilhelm und 3) Gerhard v. Waldenberg gen. Schinckern; 4) Gottfried von dem Bodelberg gen. Schirp; 5) Sybert von Trostorf, Amtmann zu Angermuntd; 6) Johann v. Winckelhausen.DieZeugen sind zugleich Siegelzeugen; dazu kommt noch als Siegelzeuge des Bräutigams dessen Oheim Dietrich von der Reck, Marschall und Amtmannzu Unna und Kamen und als Siegelzeuge der Braut deren Neffe Wilhelm von Plettenberg zum Grunde, Amtmann zu Bornfeldt.Die Urkunde wird vom Bräutigam mitversiegelt, während die Braut unterschrieben hat.Erwähnt sind noch die 2 Schwestern des Bräutigams: Perpetua und Margarethe v. Ossenbroch. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 1556. | von Bottlenberg, Margaretha (I137)
|
| 436 | Also: Brenen. ecostat.nl/Stoppendaal/pk1342.ph | van Brienen, Wolter (I2409)
|
| 437 | Also: Bylar / Bylandt Vijf akkers in het kerspel Rijswijk, strekkend van de halve middelweg tot Droevenkamp, boven: de heer van Schin en Doorwerth, beneden: Pons Jansz. en nu: Hendrik van Bylar. 20-5-1619: Wijnand van Bylar, 1/14. 16-9-1635: Wijnand van Bylar met ledige hand, 1/14. 22-4-1643: Gerbrand Schagen, secretaris van Wijk bij Duurstede, voor Anna Noesten, weduwe, ook voor Johanna, Geertruida, Cornelia en Anna, haar dochters, onmondig, bij dode van Wijnand van Bylar, schepen van Wijk bij Duurstede, hun vader en haar man, die in 1637 te Utrecht testeerde, bevestigd door Wijnand van Ossenberg, haar neef, 1/14. 16-1-1675: Thomas Stochius, predikant te Waddinxveen, gehuwd met Cornelia van Bylar, bij dode van Johnna van Bylar, haar zuster, en Geertruida van Bylar, haar zuster, 1/14. Wijk bij Duurstede nr. 585.7, 09-03-1642 Wijnand van Ossenbergh compareert als neef ... en momber van Mauris van Bijller, oudste en enige minderjarige zoon van Wijnand van Bijller. | van Bijler, Wijnand (I315)
|
| 438 | Also: Cathrijn | van Osnabrugge, Catharina (I3364)
|
| 439 | Also: Christine van Beveren Nienburg | van Beveren, Christine (I7835)
|
| 440 | Also: Claas | Vijgh, Nicolaas (I578)
|
| 441 | Also: Claes | Comtebedde, Klaas (I5775)
|
| 442 | Also: Conraet | vamma Sande, Konrad (I9745)
|
| 443 | Also: Cunegonda wc.rootsweb.ancestry.com/cgi-bin/igm.cgi?op=PED&db=buchroeder&id=I576211304 genealogieonline.nl/en/west-europese-adel/I30831.php | van Arnhem, Cunera (I906)
|
| 444 | Also: de van Bourghelles | van de Bourghelle, Gerard (I336)
|
| 445 | Also: Die Leeghe | van der Legge, Elisabeth (I8930)
|
| 446 | Also: Diederick Arnhem | van Baer, Derk (I1171)
|
| 447 | Also: Diederik (also Rede as last name.) Queen Beatrix is a descendent of Mechtild van Ossenberg (via Mechtildand her husband Dietrich v.d. Reck to Bernard, Beatrix's father) 1561 Feb 22 Beschreibung : Joest von Werne zu Raffenberge verkauft dem Drosten Diederich von der Recke und Mechelt von Ossenbroich, Eheleuten, 3 Sch. Land gt. Kobbeloes Acker auf der Blaess zwischen BramEys Lande. Bestellsignatur : Haus Reck (Dep.) - Urkunden, Nr. 227 1568 Apr 2 Beschreibung : Melchior von Loe zu Darenburgh und Ideke von der Recke, Eheleute, cediren (cede = transfer) den Eheleuten Diederich von der Recke und Mechelt von Ossenbrock, ihren Eltern, die ihnen als Heirathsgut der Ideke mitgegebenen 1000 G.G. auf Diederich Budtbergh zu Bonninkhuisen und erhalten dafür 1000 G.G. auf Otte von Aschebrock zu Nasthuisen und Margarethe, Eheleute. Bestellsignatur : Haus Reck (Dep.) - Urkunden, Nr. 248 Bemerkung : Urs. archive.nrw.de/LAV_NRW/jsp/findbuch.jsp?archivNr=1&tektId=2427&id=0591&klassId=1&seite=2 | van der Recke, Diederik (I218)
|
| 448 | Also: Diederika | van Gendt, Dirrica (I381)
|
| 449 | Also: Eberhard. Son of Unruoch III. Unroch III or (H)unroch III (c. 840 - 874, after 1 July) was the margrave of Friuli from 863 to 874. He was the oldest successor of Eberhard of Friuli. He married Ava, a daughter of Liutfrid of Monza, and left a son Eberhard of Sulichgau who married Ermentrude of France, granddaughter of Charles the Bald, but was succeeded by his brother Berengar. He left a daughter who became a nun in Brescia and was abducted by men of Liutward of Vercelli in 887 and forced to marry one of his relatives. | de Sulichgau, Evrard (I10369)
|
| 450 | Also: Elborgen von dem Botzelar Another source mentions that she died | van Boetzelaer, Elburge (I1934)
|
