Notes

Matches 2,001 to 2,050 of 4,168

#	Notes	Linked to
2001	Heer van Half Lienden. Children: 1.Wouter van Lynden ????- 2.Jan van Lynden ????- 3.Dirk van Lynden ????- 4.Huibert van Lynden ????- 5.Mechteld van Lynden ????- 6.Margaretha van Lynden ????- 7.Aleijdis van Lynden ????- 8.Johan van Lynden Heer van Lienden 1320-1382 9.Stephan III van Lynden Heer van Alst 1346-1400	van Lynden, Dirk III (I9777)
2002	Heer van Halt en Spaldorp Burggraaf van Nijmegen	van Bylandt, Hendrik (I6653)
2003	heer van Halt en Spaldorp en drost van Gennep, zoon van Johan van den Bylandt en Barbara van Virmundt.	van Bylandt, Roeleman (I6085)
2004	Heer van Halt. BYLANDT (Johan van) (3), of Bilant tot Halt, overl. in 1490, ridder, was de oudste zoon van Otto van Bilant (of van den Bilant) en Elisabeth de Rode van Heeckeren, dochter van Johan en van Elisabeth v. Wittenhorst. Na den dood zijns vaders (22 April 1445) komt zijn naam ons het eerst voor in de beide volgende jaren en later in verband met leenen zijner moeder o.a. met Schopperden in het kerspel Weelde door hare overgave, die in 1452 plaats had. Acht jaar later ongeveer treft men zijn naam aan op een riddercedul in den Duffelt. Zijn betrekking tot den hertog van Kleef blijkt o.a. hieruit, dat hij Halt maakt tot een open huis van dezen (1473) (Vgl. hier ook Ann. des Hist. Vereins für den Niederrhein LVII, 71). Dan nog in 1484 evenals zijn broeder Hendrik, gelijk te voren nog zijn broeder Otto, van wiens dochter Elisabeth hij een huwelijksvriend is. Van Spaen vermeldt nog in verband met de schenking van een venster met vier kwartieren in de Predikheerenkerk te Calcar den naam van hem en van z'n vrouw Margaretha v. Calckum, genaamd Luchtmar, dochter van Hendrik en van Lutgard v. Bellinckhove. Het hier gevolgde Jaarboek van den Nederl. Adel (1891) dat (bl. 75) van haar nog 'n gift (van het jaar 1486) vermeldt, gedaan aan haar broedersdochter Machteld, vrouw van Johan v.d. Cappellen, spreekt niet van kinderen uit dit huwelijk. Als dus Nijhoff (Gedenkw. IV No. 249) een in 1449 gesloten huwelijk opgeeft van Reinald van Homoet, heer ten Dorenweerd, met Fija (Sophia), dochter van Johan v. Bylandt, ten tweeden male hertrouwd met Johan v. Hemert (vgl. nog aldaar VI No. 117; ook: Ridderschap v. Veluwe 33, 36, 65, 103; Geld. Volksalm. 1887, 76, 95; Geld. Leenregister; Ann. des hist. Ver. f.d. Niederrhein, LI136), dan mag, ja moet daaruit afgeleid worden, dat, betreffende Sophia's vader niet te denken is aan dezen Johan, maar aan een anderen. Naar den leeftijd zou dit de reeds in of kort vóór 1444 overleden Johan kunnen zijn, de echtgenoot 1o. van N.N. van Wagtendonck, 2o. van Otta van Appeltern (dochter van Hendrik en Machteld v. Doornick), maar deze Johan laat slechts ééne dochter na en die heette Jutta (overl. 1493, weduwe van den 7 Oct. 1486 overl. Godard van Wylich, ridder, drost v. Gennep, met wien zij in 1444 gehuwd was. Ook dient Johan v.B. uitgeschakeld te worden, die gehuwd was met eene jonkvrouw van Spaen, daar uit dit huwelijk behalve Otto (vader v. Johan, Hendrik en Otto, zie de betreffende artikelen) en de bovengenoemde, in of kort vóór 1442 overleden Johan (vader v. Jutta) en Peter, slechts twee dochters geboren werden, echter geheeten 1o. Geertruid(a), die weduwe was van Johan v. Benthem, heer tot Spaldorp, haar neef Hendrik v. Bilant tot holder van die heerlijkheid maakte en later, in 1466, haar zoon Peter, en na diens dood in 1474, weder de zonen van haar voornoemden jongeren broeder Otto, de in dit en in voorg. artikelen behandelde Johan en Hendrik; 2o. Mechteld, in 1410 gehuwd met ridder Johan van der Straeten. Zoo komt van zelf, zonder tegenspraak met de bronnen, op den voorgrond Jan of Johan v.B., overl. 1454, die uit zijn (1ste) huwelijk, dat met Elisabeth van Sombreff (dochter van Willem en van Margriet v. Kempen) slechts ééne dochter naliet t.w. Elisabeth, gest. 1491, gehuwd met Dirk van Wylich tot Diersfort, erfhofmeester v. Kleef (overl. 1476) en uit dat met Sophia van Rossum (dochter van Goswijn en Anna of Meralda Steck of Stecke) drie dochters had n.l. de hier dan bedoelde, ook tweemaal gehuwde en 21 April 1498 overleden Sophia; Margriet, gehuwd met Gijsbert van Boxmeer, heer tot Wadenoyen en nog Johanna, echtgenoote van ridder Willem Butkens, heer van Wagne. Lit: Zie de in dit en voorg. art. genoemd literatuur. Kooperberg resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=4&page=198&view=imagePane	van Bylandt, Johan (I8431)
2005	Heer van Harskamp (Otterlo)	van Deelen, Daem (I1079)
2006	Heer van Harskamp (Otterlo)	van Deelen, Brand (I1089)
2007	Heer van Harskamp (Otterlo)	van Deelen, Evert (I1091)
2008	Heer van Harskamp (Otterlo). www.genealogieonline.nl/en/west-europese-adel/I37894.php	van Deelen, Brand (I1077)
2009	Heer van Hemmen	van Lynden, Dirk (I1066)
2010	Heer van Hemmen en Blitterswijk amptman, richter en dijkgraaf in de Overbetuwe. Ontving Heerlijkheid Blitterswijk in 1615. Het kasteel werd verwoest in 1635 door de Croaten	van Lijnden, Diederik (I682)
2011	Heer van Hemmen. Jasper Van Lynden, Tot Hemmen, geb. Hemmen (Gld) vóór 1476, heer van Hemmen en Blitterswijck, † Arnhem 1540, tr. Nijmegen 1501 Anna Van Bronckhorst, geb. vóór 1475, † Arnhem 1551, dr. van Johan en Anna Van Delen. Uit dit huwelijk: 1. Dirk 2. Eleonora Van Lynden, tr. 1e Arnold Van Brempt; tr. 2e 1565 Johan Van Stalbergen. 3. Arnoud Van Lynden, tr. Geertruida Van Diepenbroeck, geb. na 1501, dr. van OPHANG. 4. Theodora Van Lynden, tr. Werner Scheiffart, De Merode, geb. 1498. 5. Johan	van Linden, Jaspar (Casper) (I156)
2012	Heer van Het Laar (Ede)	van Deelen, Wijnand (I1052)
2013	Heer van Het Laar (Ede)	van Deelen, Evert (I1054)
2014	Heer van Het Laar (Ede)	van Deelen, Albert (I1056)
2015	Heer van Hien	van Wees, Berend (I1075)
2016	Heer van Homoet. Ambtman	van Homoet, Johan (I10205)
2017	Heer van Horst. Sander van Ulft, zoon van Johan, heer van Loackhuizen, en Elsa van Hekeren. Ux. Bartruit van Bingel, zonder twijfel dochter van Claas en Geertruid van Ossenbroeck. Zij bekomt Horst bij Calcar van Herman van Ossenbroeck in 1533. Van wege de Cleefsche ridderschap op den landdag te Nijmegen in 1538, toen hertog Karel van Gelre prins Willem van Cleve tot zijn opvolger aannam. In 1544 op een Cleefschen landdag en staat vóór Johan van Ulft. Hij is dood, maar zijne weduwe leeft nog in 1559. Ref: Heraldieke Bibliotheek. 5e deel. 1883. p.52	van Ulft, Sander (I8853)
2018	Heer Van Houten	van Hangest d' Yvoy, Johan Frederik Baron (I2063)
2019	Heer Van Houten	van Hangest d' Yvoy, Jacob Johan Lodewijk Baron (I2086)
2020	Heer van Huit en Grubbenvorst. Christoffel van Wylick overleden 18 juni 1521, begraven St. Agatha bij Cuijk, trouwde met Lyffard Schenck van Nydeggen, overleden 29 augustus 1484, begraven St. Agatha bij Cuijk.	van Wylich, Christoph (I6058)
2021	Heer van Huit en Grubbenvorst. Otto van Wylick overleden juni 1557, begraven St. Agatha bij Cuijk, drost van Gennep 1522-1533, 1515 met half Grubbenvorst beleend, raad van de hertog van Kleef, trouwde met Elisabeth van Büderich, dochter van Adolf van Büderich en Sandrina Tengnagell. Uit dit huwelijk: 1. Christoffel van Wylick 2. Leiffard van Wylick 3. Raba van Wylick trouwde 1557 met Werner van Pallandt, zoon van Elbert van Pallandt tot Selem en Horst en Elisabeth van der Horst. 4. Ermgard van Wylick trouwde 12 september 1539 met Dirk van den Boetzelaer. 5. Jutta van Wylick non te Grafenthal.	van Wylich, Otto (I704)
2022	Heer van Huit. Christoffel van Wylick verkrijgt in 1563 na lang onderhandelen de heerlijkheid Lottum van de abdis van Neuss, schonk in 1565 aan de kerk van Lottum een klok met zijn naam er op, trouwde 1. 1550 met Anna van Horn, dochter van Philip van Horn, vrijheer van Boxtel en Clara van Renesse, 2. met Johanna van Pallandt, dochter van Werner van Pallandt, heer van Bredenbent, en Johanna van Bronckhorst-Batenburg, 3. met Catharina van Assendelft, dochter van Dirk van Assendelft en Adriana van Nassau en eerder weduwe van Willem van Lockhorst en trouwde 4. met N.N. Uit dit tweede huwelijk: 1. Johan Christoffel van Wylick (ook Johann Christoph). 2. Johanna van Wylick trouwde 1. 1581 met Diederich van Wylich, heer van Disfort, Kleefs deurwaarder, overleden 18 april 1587, zoon van Adolf en van Elisabeth van Milendonk, trouwde 2. met Roeleman van den Bylandt, overleden 17 september 1624, heer van Halt en Spaldorp en drost van Gennep, zoon van Johan van den Bylandt en Barbara van Virmundt. 3. dochter trouwde met Quadt van Wickradt. Uit het vierde huwelijk: 1. Goddert van Wylick rentmeester te Gennep. 2. Johan van Wylick burggraaf te Halt. 3. Diederik van Wylick burgemeester van Gennep.	van Wylich, Christoph (I466)
2023	Heer van Hulsen	van Bronkhorst, Hendrik (I1064)
2024	Heer van Hulsthorst en Schouwenburg. Zoon van H.R. Rijksvrijheer Adolf Pieter Carel baron van Spaen, heer van Hulshorst en Sohouwenburg en Sophia Philippina van Voërst. Hij was eerder weduwnaar van Georgetta Jacoba Tamina Adriana Falck.	van Spaen, Frederik Adolf (I7776)
2025	Heer van IJzendoorn.	de Cock, Willem III (I3548)
2026	Heer van Isendoorn	Pieck, Herman Jacobsz (I804)
2027	Heer van Kemmena	Schimmelpenninck, Allard (I3952)
2028	Heer van Kervendonk	van Wylich, Johan (I6037)
2029	Heer van Kervendonk	van Wylich, Steven (I6038)
2030	Heer van Kervendonk. Stephan's godparents are: Johan van Wylich and Victoria (Ingenia Tengnagel) Degenhard Haes was first married to Genevefa van Ossenbroick (the sister of Vincentius and Nevelingh). After she dies he married Victoria (Ingenia) Tyngnagell. Beschreibung : Der Offizial des Antonius Perenot, Kardinalpriesters tit. s. Petri ad vincula, Erzbischofs von Mechelen (Mechliniensis), Propstes der Kollegiatkirche St. Viktor zu Xanten, Archidiakons in der Kölner Kirche, bezeugt, dass Arnold Heyer [?], Rentmeister des SchlossesDiersfordt (Diesfort) im Auftrag der Gebrüder Wilhelm und Dietrich von Wylich (Wi-) den Barthold Hoendieck, Vikar der Pfarrkirche St. Johann zu Bislich (Bisselick), als Zeugen benannt hat, dass er diesen zugelassen, vereidigt und verhört hat und dass dieser ausgesagt hat, dass Stephan von Wylich als legitimer Sohn der + Eheleute Dietrich von Wylich und Raba von Tingnagell am 7. August 1549 geboren wurde, getauft wurde und unverehelicht gestorben ist und dass Stephans Paten Johann von Wylich und Ingenia (in other documents she is named "Veronica" von Tyngnagell, Gattin des Degenhard Haess zu Sollbrüggen (Solbruggen), Drosten zu Linn (Lyn), waren. - Zeugen: Mathias Hageman und Andreas de Mer. - Ankündigung der Unterschrift des Notars, seines Schreibers, und des Siegels seiner archidiakonalen Kurie. Datum 1574 die Mercurii secunda mensis Iunii. Bestellsignatur : Xanten, Viktorstift, Urkunden Nr. 204 a Sprache : Lateinisch, Material : Papier, Überlieferung : Entwurf N.B. Degenhard Haes was first married to Genevefa van Ossenbroick (the sister of Vincentius and Nevelingh). After she dies he married Victoria (Ingenia) Tyngnagell.	van Wylich, Stephan (I1814)
2031	Heer van Kervenheim, Leeuwen en Ruwiel	van Wylich, Johan Albrecht (I6040)
2032	Heer van Kessel	van Merwijk, Willem (I6479)
2033	Heer van Kronenburg, Loenen, Mijdrecht, Teccop enz	van Amstel van Mijnden, Antonis (I6877)
2034	Heer van Lathmer. Another source says: Wouter van Brienen trouwde 1420 met Odilia van Essen (ook Belia), dochter van Gerrit van Essen en Fenne van Guldenstein. Children: - Hendrik van Brienen Married to Anna van Boecop - Herman van Brienen Married to Agnes van der Marsch - Dirk van Brienen - Henrica van Brienen Married to Herman van Keppel Henrica van Brienen Married to ? van Dorth Henrica van Brienen Married to Jan van Salland †1467 - Libert van Brienen	van Brienen, Hendrik (I2365)
2035	Heer van Lathmer. Hendrik van Brienen eigenaar van Hulsbergen te Ermelo 1506, schepen van Harderwijk, verkoopt Colengoed te Putten 1494, trouwde met Maria van Harderwijk. Uit dit huwelijk: - Wouter van Brienen.	van Brienen, Hendrik (I2367)
2036	Heer Van Leusden	Godin de Beaufort, Johan Karel Hendrik Jonkheer (I2013)
2037	Heer van Leuth en Daelenbroeck	van Flodrop, Willem (I8435)
2038	Heer van Leuth en Daelenbroeck	van Flodrop, Godfried (I8439)
2039	Heer van Leuth, Daelenbroeck en Ryckelt	van Flodrop, Willem (I8437)
2040	Heer Van Leuvenum	Sandberg, Cornelis Johan Jonkheer (I2003)
2041	Heer Van Lienden En Kermestein	van Eys, Johan Constantijn Nicolaas Jonkheer (I2071)
2042	heer van Lingen, van Bekensteyn schout op Grave, amptman Cuyck 1538	van Steenhuys, Jan (Johan) (I372)
2043	Heer van Loackhuizen. Johan van Ulft, heer van Loackhuisen, zoon van Johan en Arnolda van der Steen. Ux. Maria van Boekhold, dochter van Arnd en Francina Vink van Langenfeld. In 1561 hijlixvriend van Egbert van Honnepel tot Groen en Anna van Wilsen. Hij is dood in 1585, zij leeft nog in 1611, volgens een stuk in het Bergsche archief, waarin zij echter Margareta genoemd wordt. Beide te Millingen begraven.	van Ulft, Johan (I3589)
2044	Heer van Lochtenburg. Notities bij Johan Carel de Jeger (mother: Catherine van der Linden): "Inventaris 171 jaar 1714 folio 17 Akte over het testament van wijlende heer Johan Carel de Jeger ende vrouwe Maria van Erp aen hunne dochter Maria Catharina de Jeger. Verder genoemd in deze akte de heer Sellekarts, de hoeve op Varenhoudt ende het adelijck huijs met de goedere gelegen tot Sint Oedenrode. " source Oud Rechterlijk archief van St Oedenrode, inventaris. Willie Damen van de Mosselaer: Oud Rechterlijk Archief Sint Oedenrode Inventaris 171 periode 22 october 1714 - 2 juni 1717. A exploiter second mariage?: "Cuypers van Velthoven, (BHIC): Brief van Johan Charel de Jeger tot Lochtenborch, waarin hij overlijden van zijn vrouw Anna Elisabeth van Grevenbroeck meedeelt . Datering: 1706." source Archieven.nl. Confirmation acte de mariage: " Johan Charel Jeger Eerdere vrouw Maria Chaerlotte van Erp; Bruid Anna Elisabet Grevenbroeck;Eerdere man Wolffganck van Ossenbroeck Soort registratie trouwakte, Religie SCH (= mariage devant les Ã©chevins) Diversen Bruidegom heer tot Hooghtenbeurgh. Bruid meevrouw Plaats huwelijk Berlicum: Datum ondertrouw 17-05-1681, Datum huwelijk 01-06-1681." source BHIC. Et religieux: " Joannes Carolus de Jegher, Bruid Anna Elisabeth van Ghrevenbroeck ; trouwakte, Religie RK, Bruidegom edele heer, bruid adellijkevrouwe. Getuigen heer Guilielmus Ludovicus de Jegher, priester van decongregatie en oratorium in Kevelaar en heer Joannes Wilhelmus de Jegher, Plaats huwelijk Berlicum, Datum huwelijk 01-06-1681." source BHIC. www.genealogieonline.nl/genealogie-peeters-rouneau/I9357.php	de Jeger, Johan Carel (I3580)
2045	Heer van Lüttinghof. Hij was eerst getrouwd met Hedwig de Cock van Haaften, begraven in Mariënvrede.	van Raesfeld, Reinier (I9012)
2046	Heer Van Maarn En Maarsbergen	Godin de Beaufort, Karel Antonie (I1958)
2047	Heer Van Maarn en Maarsbergen. Overleden op Kasteel Maarsbergen.	Godin de Beaufort, Johan Willem Jonkheer (I1966)
2048	Heer van Mijnsherenland en Moerkerken. Overleden in Huis Moerkerken	van Raesfeld, Johan (I7692)
2049	Heer van Moerkerken Goossen van Raesfelt werd geboren in 1499 of 1510 op het huis Ostendorf aan de Lippe in Westfalen, als tweede zoon van Johan van Raesfelt en Judith van Wylich. In 1537 huwde hij met Agnes van Twickelo. Na haardood hertrouwde hij in 1560 met Ermgard van Bemmelsberg, genannt von Honstein. Uit het eerste huwelijk werden vijf en uit het tweede zeven kinderen geboren. Verder had hij nog enkele bastaarden. Goossen overleed in 1579 of 1580. Over Van Raesfelts jonge jaren en zijn opleiding is niets bekend. Door zijn huwelijk in 1537 met Agnes van Twickelo verwierf hij zich een belangrijke positie in Twente. Bij huwelijkse voorwaarden bracht zijn vrouw als bruidsschat het verpande drostambt van Twente en 1000 goudgulden mee, terwijl haar vader haar het 'slot und hues to Twyckell' zou nalaten. De bruidegom zou 12.000 gouden rijnse gulden inbrengen, plus hetgeen hij nog zou erven. In hetzelfde jaar verscheen Goossen van Raesfelt naast zijn schoonvader Johan van Twickelo op de Overijsselse landdag te Deventer, waar hijde eed van trouw aan Karel V aflegde. In februari 1539 overleed Johanvan Twickelo en in oktober volgde Goossen hem op als drost van Twente. Blijkbaar waren er naar aanleiding van het testament van Johan van Twickelo problemen over de verdeling van de erfenis ontstaan tussen Agnes en haar zuster Judith en hun echtgenoten Goossen van Raesfelt en Unico Ripperda. Door bemiddeling van de als arbiter gekozen stadhouder van Overijssel, Maximiliaan van Egmond, kon in november 1541 het conflict worden bijgelegd. Wel duurde het nog tot 1550 eer Goossen van Raesfelt met Twickel werd beleend. Sedert oktober 1539 was Goossen de op één na belangrijkste bestuurlijke en tegelijkertijd rechterlijke functionaris van Overijssel. Als drost was hij in Twente verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en de rechtspraak inzake zware misdrijven. Zo kreeg Goossen temaken met rovende wederdopersbenden, die het Overijsselse platteland onveilig maakten. Omstreden was zijn rol in het proces tegen de juffers Van Beckum. De beide doopsgezinde vrouwen werden in 1544 onder zijn verantwoording verbrand. Van Raesfelt blijkt echter niet de 'ketterjager' te zijn geweest, zoals hij uit de eigentijdse literatuur naar voren kwam. Wel wordt uit de bronnen duidelijk dat hij heeft geprobeerd deverantwoordelijkheid op anderen af te schuiven. Ook moet niet vergeten worden, dat de drost de goederen van de veroordeelden mocht confisceren, zodat hij wel degelijk een zeker belang had bij de executie van de twee vrouwen. Sympathie voor de hervormingsideeën was zeker niet bijGoossen te verwachten. Niet voor niets trok Van Raesfelt in 1546 in het gevolg van stadhouder Maximiliaan van Egmond met een groot leger naar Zuid-Duitsland om Karel V bij te staan in diens strijd tegen de protestantse Duitse vorsten van de Schmalkaldische Bond. De grote uitgaven die hij hiervoor deed, hebben hem niet belet aan het eind van de jaren veertig zijn bezit uit te breiden met de uitgestrekte Ten Toornse goederen in het graafschap Bentheim en de bezittingen van het Westfaalse klooster Clarholte in het Land van Vollenhove. In 1551 kocht Van Raesfelt nog een stadshuis aan de Lange Bisschopsstraat te Deventer. Buiten deze omvangrijke aankopen heeft Goossen volgens zijn uit 1578 daterende testament grote bedragen uitgegeven 'an erbauwing des hauses Twickel'. Dit betrof zonder twijfel de nog bestaande hoofdvleugel en de aansluitende vierkante toren op de zuidoosthoek. In hetmidden van de gevel is de oorspronkelijke doorgang naar de binnenplaats te vinden, geflankeerd door zandstenen renaissance-arkels. De renaissancepoort is voorzien van de wapens Van Raesfelt-Van Twickelo en hetvolgende opschrift: In 't jaar MVCL vnde ein heft gelacht Gossen van Raesfelt in der tit droes slants van Twent vnde Agnes van Twickelo synelige hvsfrov an dessepost dem ersten steen. Agnes overleed nog dezelfde zomer, enkele maanden na de eerste steenlegging. Het ligt dan ook voor de hand dat het gebeeldhouwde vrouwenportret boven de wapens Agnes voorstelt. Goossen zal het portret van zijn vrouw uit piëteit hebbenlaten aanbrengen. De bouwactiviteiten hebben zich blijkbaar over een langere periode uitgestrekt; op de arkels vinden we niet enkel de wapens met kwartieren van de 'Ahnen' van Goossen en Agnes maar eveneens die van Goossen en zijn tweede vrouw Ermgard van Bemmelsberg, genannt von Honstein. Ook dekwartieren van zijn zoon Johan van Raesfelt en Lucia van Heiden (gehuwd 1572) zijn aangebracht. De vraag waarom een Overijsselse landedelman de nieuwe renaissancestijl zo vroeg en op onbekrompen wijze toepaste, is niet zo moeilijk te beantwoorden. Eén van de belangrijkste bevorderaars van de Renaissancekunst in de Noordelijke Nederlanden was Maximiliaan van Egmond, die van 1540 tot 1548 stadhouder van Overijssel was. Met hem had Goossen ambtshalve direct te maken, maar de stadhouder was ook in privé-zaken gekend. In 1562 werd Goossens oudste zoon Johan met het huis Twickel beleend.Dit zal hebben samengehangen met het feit dat Goossen in 1560 was hertrouwd en Johan de voor belening vereiste leeftijd had bereikt. Nog vier jaar oefende Goossen de functie van drost van Twente uit. De op de landdag van september 1566 voor het eerst toegelaten tweede zoon Goossen werd nog datzelfde jaar 'in syn vaeders plaetse' tot verwalter-drost van Twente aangesteld. De laatste jaren van zijn leven trad Goossen nog slechts sporadisch in de openbaarheid. Waar Goossen, zijn tweede vrouw en hun kinderen na 1572 - het huwelijk van Johan van Raesfelt en Lucia van Heiden - woonden, is niet geheelduidelijk. In ieder geval maakte de intussen weer weduwnaar geworden Goossen van Raesfelt zijn testament in 1578 op het huis Raesfelt bij Bor-ken. Dat hij in Munsterland verbleef is begrijpelijk, wanneer men bedenkt dat in de jaren zeventig de onveiligheid op het Oostnederlandseplatteland tengevolge van de strijd zo groot was, dat velen naar hetneutrale Munsterland uitweken. Auteur: B. Olde Meierink Uit: Overijsselse biografieën	van Raesfeld, Goossen (I3611)
2050	Heer van Moerkerken en Cortenberg	van Raesfeld, Willem (I7785)