Notes
Matches 1,851 to 1,900 of 4,168
| # | Notes | Linked to |
|---|---|---|
| 1851 | Grandfather is Reinould III van Gelre. 1333-1371. Roelof wordt vermeld sinds 1465 (RA. Utrecht, Kleine kapittels en kloosters nr. 1224, f. 149). 31-7-1477: Roeloff van Hattem heeft een akker groot 1 1/2 morgen in Maurik op de Parrijck gekocht van heer Geraert van Culemborg en geeft hem het losrecht (AHC Regest 2170). 25-6-1479: Rolof van Hattem en Willem van Hattem krijgen geleide van de stad Utrecht (GAU: Buurspraakboek, f. 144). NB. Mogelijk is Roelof een nakomeling van Jan van Hattem, gegoed in de Nederbetuwe, overleden na 1422, gehuwd voor 1369, bastaardzoon van hertog Reinald III van Gelre (Bron me onbekend). | van Hattem, Roelof (I4111)
|
| 1852 | Gravin | von Wylich und Lottem, Christiane Beate Alexandrine (I6184)
|
| 1853 | Gravin | von Wylich und Lottem, Albertine Johanna Henriette (I6185)
|
| 1854 | Gravin | von Wylich und Lottem, Karoline Friederike Marianne (I6186)
|
| 1855 | Gravin van Ponthieu Zij is geboren 1242 in Castilië. Zij is overleden op 29 november 1290 in Herdeby, Bij Grantham, Lincolnshire, zij was toen 48 jaar oud. Zij is begraven in Westminster Abbey, Londen. | van Castilië, Eleonore (I1535)
|
| 1856 | Gravin van Well. Frans van Lijnden had veel te verduren van zijns vaders tweede vrouw Agnes Catharina van Limburg-Stirum en haar zoon Bernard Albert Diderik van Lynden. Deze laatste, 18 jaren oud zijnde, reisde naar Duitschland en elders ten einde "sich in alle adelijke exertien te oefenen". Hij nam 3000 rijksdaalders voor reiskosten mede, waarmede hij, onder toestemming zijner moeder, die de voogdij over hem had, zijn deel in de heerlijkheid Blitterswijk belastte. Na 6 jaren zou bij de heerlijkheid weder ontlasten of prolongatiebrieven geven, waarin hem echter de dood verhinderde; hij stierf in Frankrijk den 26 Juli 1670. Nu vorderde de gravin een vasten lijftocht van 2000 gl. Venloosch; Frans van Lijnden verzette er zich tegen, hetgeen tot een langdurig proces aanleiding gaf dat ten gunste der weduwe beslist werd. Het gevolg was dat de heerlijkheid Blitterswijk bij wijze van subhastatie publiek verkocht moest worden. Dit geschiedde in 1683; de aankooper was Caspar van Meerwijk, heer van Kessel, zoon van Willem van Meerwijk en Judith van Lijnden; de verkoopsom was 40424 gulden. Bij octrooi van 11 Maart 1683 verleent Koning Karel, als hertog van Gelder, aan Caspar van Merwijk machtiging om, bij eventueelen aakoop van de heerlijkheid Blitterswijk en den hof Tongerloo te Sevenum, zijn huis Kessel "metten weerd" en den hof "opten Graeff" te mogen belasten met sooveel "penningen als tot den aencoop der voorschr. heerlyckheyt Blitterswijck mogen van node wezen". Caspar van Merwijk had insgelijks moeilijkheden met de weduwe van zijn moederlijken grootvader. Niet tevreden mel haren lijftocht van 2000 gulden, eischte Agnes, die inmiddels hertrouwd was met N. graaf van Falkenstein, nog eene jaarlijksche rente, waarover zij een geding tegen Caspar begon. Den 19 April 1686 werd echter op haar huis te Well in der minne een verdrag tusschen partijen gesloten, waarbij aan de Gravin eene jaarlijksche uitkeering van 1500 gulden verzekerd werd. Zij mocht echter niet lang genot van hare rente hebben, want zij overleed in 't zelfde jaar 1686. Het schijnt dat 't huis van Blitterswijk toen door krijgsknechten bezet was. Tot 14 Mei 1686 logeerde er kapitein Zimenes op last van den Hertog van Mansfeld, met een deel zijner compagnie; hij werd vervangen door Juan de Barjoneir die er tot Juni bleef. Extract uit het meetboek der heerlijkheid Blitterswijck betreffende de goederen der heeren. Na 1616, Agnes Catharina Gravin van Limburg en Bronckhorst vrouwe tot Well, als voogdes van Bernard Albert Diederick van Lynden, zoon van haar en Diederick van Lynden heer tot Blitterswyck, jonker Willem van Merwyck tot Kessel, als man van Judith van Lynden en de kinderen en erfgenamen van Diederick van Lynden ter eenre tegen de Weduwe van Jan Embden tot Ossenbroeck ten andere zijde. N.B. Look here how they are all related Jan Embden tot Ossenbroeck is actually Johan von Ossenbroich, Lord of Hain, Keppel, Kurtenbach and Blitterswijk. His first wife was Johanna Elisabeth van Linden, the sister-in-law of the plaintiff in the above doc. Read more about her and her court battles over Blitterswijk here: https://vanosnabrugge.org/docs/blitterswijk.htm | van Limburg-Stirum, Agnes Catharina (I683)
|
| 1857 | Gravin. Ze was van Engelse afkomst. www.vangemen.nl/archieven/diversen/von_raesfeld.pdf | von Elmstone, N.N. (I7864)
|
| 1858 | Great grandfather is Arnold 1 van Roode (~1062-1136) Elisabeth van Steinfurt, geb. voor 1282, overl. na 1347, tr. vermoedelijk rond 1290-1300 Gijsbert IV, heer van Bronckhorst en Reckhem, ridder in 1294, dorst van Over Rijn, (vermeld 1284-1315), overl. ca. mei 1315, zoon van Willem van Bronckhorst en Ermgard. Gijsbert IV leeft nog 11 maart 1315, omdat zijn zoon dan domicellus genoemd wordt (Inv. NichtStNatl Archive, kreis Steinfurt, blz. 104), is gestorven voor 6 juni 1313 (Westf. Urk. Buch VIII, no. 923 en 936). Elisabeth von Steinfurt is na het overlijden van haar man ingetredenin het klooster ter Hunnepe, waar Elisabeth, abdis en weduwe, na 1347overlijdt (Arch. Ter Hunnepe, Inv. no. 422 en reg. no. 105 en 109. Kloosterzegels 1, no. 334). Verwezen wordt naar: · Europäische Stammtafeln, J.A. Stargardt Verlag Marburg., Schwennicke, Detlev, Editor, Reference: VI 44 · Höting, Ingeborg: Studien zur Geschichte der Herrschaft Steinfurt : vornehmlich um 1500 - Münster, 1985. · Ned. Leeuw 1957 (Blz. 69). · H.M.Schleicher (Hrsg.): Ernst v. Oidtman und seine genealogisch heraldische Sammlung, Band III. WGfF, Köln, 1999 · D.Schwennicke: Europaeische Stammtafeln, Vol. XVIII, Tafeln 41. Marburg, 1998 | van Bronckhort en Reckem, Gijsbert IV (I2490)
|
| 1859 | Great great grandfather is Hendrick van Hattem b.~1410 Profession: leenvrouwe van Culemborg (1579). Het Gelders Archief: Arch. Heeren en Graven van Culemborg (ingang 0370): 510. Vier (1394: twee) vijfgaarden, (1453: zijnde 3 morgen), in Maurik in het Grote Broek (1394: Maurikerbroek), (1553: strekkend van de Wigger door de Grote Wal tot de wetering), boven (1394: de leenheer; 1553: de heer van Meer; 1652: de heer van Schijn), beneden (1394: Jan van Kranendonk; 1553: de leenheer), (1505: gebruikt door Arnout Willemsz.), (1570: jaarlijks ? 21.- Karolus waardig): 28-11-1505: Hendrik Doys van Maurik Staaskensz., 4775, fol. 273. 16-5-1553: Willem van Hattem Dirksz. bij overdracht door Jan Jansz. voor Belia, dochter van Pons Gerardsz., diens vrouw, 4777, fol. 175. 14-11-1556: Willem van Hattem, 4777, fol. 175. 22-4-1570: Willem van Hattem Dirksz. met ledige hand, 4778 fol. 118, 4777, fol. 175. 25-7-1579: Dirk Jan Dirksz. voor Maria van Hattem, zijn vrouw, bij overdracht door Willem, haar vader, te versterven in de boedel boven ? 50.- en te delen met de voor- en nakinderen, 4777,fol. 175. 2-4-1601: Willem Dirksz. voor Maria van Hattem, zijn moeder, 4777, fol. 175v. 4-8-1621: Hendrik van Grootveld voor Adriana van Oordt, zijn vrouw, bij dode van Maria van Hattem, 4777 fol. 175v en 201. | van Hattem, Maria Willemsdr (I9260)
|
| 1860 | Great-cousin of Anastasia Günthera Schwarzburg, who accompanied Anne of Cleves (as a court lady) to her wedding to Henry VIII | Schwarzburg, Wouter (I1846)
|
| 1861 | Griete | van Speulde, Margaretha (I1047)
|
| 1862 | Grietha | Both, Grietje (I5954)
|
| 1863 | Grietje Spruijt, dienstbode, geboren op 17-05-1872 om 02.30 uur te Bodegraven, overleden op 09-05-1901 om 18.30 uur te Bodegraven op 28-jarige leeftijd, zij woonden op Noordzijde 55, 82, 54, 36 en 30; na het overlijden van Grietje in 1901 ging Johanna Versloot, haar moeder naar het gezin van Evert en bleef daar tot haar dood in 1913. | Spruijt, Grietje (I9462)
|
| 1864 | Grietje Willemse van de SAND. (1) trouwde op 16 maart 1743 met Meerten van OSNABRUGGE, 30 of 31 jaar oud. Meerten is geboren in 1712 in Opheusden (GE). Meerten is overleden vóór 1767, ten hoogste 55 jaar oud. (2) trouwde op 6 december 1752 in Ochten (GD) met Willem JANSEN van GROOTVELT, nadat zij op 24 november 1752 in Kesteren (GD) in ondertrouw zijn gegaan. Willem is geboren in Kesteren (GD | van de Sand, Grietje (I4130)
|
| 1865 | Grietje, geb./ged. Woudenberg 7/26.9.1802, overl. ald. 24.12.1838, is ongehuwde moeder van: Willem Osnabrugge, geb. Scherpenzeel 13.9.1821, tr. Houten 9.4.1850 Geertruida van der Kreeft, geb. Houten 20.8.1826, dr. van Adrianus van der Kreeft en Hendrica de Man. | van Osnabrugge, Grietje (I54)
|
| 1866 | Grimbergen, tot Ootmersen archive.org/stream/verslagenenmede01gescgoog/verslagenenmede01gescgoog_djvu.txt www.myheritage.com/names/wilhelmina_ter%20borg | van Voorst, Derck (I4040)
|
| 1867 | Groenlo, Zutphen | van Hasselt, Johan Otto (I3937)
|
| 1868 | Grondbezitter te Rijswijk, amptsjonker van Nederbetuwe | van Culemborg, Melchior (I1034)
|
| 1869 | Gundrada's parentage has long been a subject of debate among historians. Monks at Lewes Priory (in Sussex England), in a very early charter, claimed she was the daughter of Matilda of Flanders. Lewes was founded as a Cluniac monastery by William and Gundrada. In the sixteenth century Leland believed that she was the Conqueror's daughter, while Orderic Vitalis had stated that she was Sister of Gherbode, a Fleming, to whom King William the First had given the City and Earldom of Chester. By the 1800s some thought that Gundrada was not a daughter of the King, but of the queen, Matilda, by an earlier, forgotten marriage to a Flemish nobleman called Gerbod. Other suggestions have included that she was an adopted daughter, raised alongside William and Matilda's own children who were of a similar age. Many still believe that is the case. However, the daughter assumptions is supported by Matilda's gift to Gundrada of the manor of Carlton in Cambridge \endash a manor Gundrada later gave to Lewes Priory. Since there are several theories about her parentage, we have her down as the daughter of William the Conquerer and his wife Mathilda of Flanders, but with an *. Gundred of Normandy (1053-1085) Gundred was a daughter of William the Conqueror by his spouse Matilda of Flanders. Some historians believe that she might have been born before the marriage. Girls were not always describes as well as boys (heirs). Gundred married (before 1070) William de Warenne (spelled "Varennes" in French), 1st Earl of Surrey. Sometime between 1078 and 1082, Gundrada (French spelling) and her husband set out for Rome visiting monasteries along the way. In Burgundy they were unable to go any further due to a war between Henry IV and Pope Gregory VII. They visited Cluny Abbey and were impressed with the monks and their dedication. William and Gundred decided to found a Cluniac priory on their own lands in Sussex (40 miles south of London). It became the Lewes Priory dedicated to St. Pancras. Gundred died in childbirth on 27 May 1085 at Castle Acre, Norfolk, one of her husband's estates, and was buried at the Chapter house of Lewes Priory. Her husband William was later buried beside her. | of Normandy, Gundred (I1606)
|
| 1870 | gw.geneanet.org/hoffman?lang=en&pz=hermann&nz=hoffman&p=hendrik&n=van+brienen&oc=8 De Edele en Erentveste Henrick van Brienen tho Sinderen, raad van State, Jacob van Brienen, raad van de Admiraliteit, en Henrick van Brienen, rekenmeester in Gelderland, voor zich zelf en mede als momber van zal. Zijwart van Wijnbergens kinderen, geprocreeerd bij zijn zal. zuster Jv. Woltera van Brienen, wezende gezamenlijke erfgenamen van zal. Joffer Anna van Brienen, weduwe van de Steenhuys, constituerunt Dedrick Vonck, procureur te Embrick, om met recht in te vorderen zekere jaarrente van 6 oude of rijksdalers, een geruime tijd van jaren achterstedig en onbetaald, verschijnende alle jaar op Translationis Martini uit zeker onderpand, buiten Embrick aan de Speulberch gelegen, alles vermogens brief en zegel, welk onderpand placht te horen zal. Coendert van Vuirden en nu aan diens erfgenamen, en voorts in alle andere zaken als gemelde constituenten in de graafschap van den Berge en in de vorstendom Kleef tegenwoordig te doen hebben; Datering: 25.04.1607 Toegangsnummer: 2003 ORA Arnhem, Inventarisnummer: 412, Folio: 240r-240v. (GA, Regest 650). | van Brienen, Hendrik (I10219)
|
| 1871 | Haar grootvader was Hubert III van Bosichem (can Culemborgh) 1240 - After 1312 | van Caets, Mabelia (I2492)
|
| 1872 | Haar moder was Aller. | van Besten, Anna (I498)
|
| 1873 | Haar vader was Mattheus IV van Schonevelde-Grasdorp Heer van Borculo | van Schonevelde Grasdorp, Aleida (I7885)
|
| 1874 | Had 3 wives. Died without heirs. | Schimmelpenninck, Gerrit (I8790)
|
| 1875 | Hadewich Hermans van Ackenveldt of Achterveld? | Hermans, Hadewich (I4065)
|
| 1876 | HALBERTSMA, Dr. ANTOON-, geb. Sneek 13 Nov. 1857, off. van gezondheid 1; kl. N. 1. L., zoon. van KLAAS TJALLINGS Halbertsma en HESTERINA TEN CATE, huwde bij volmacht Lambaroe (Atjeh) - Buitenzorg op 2 Aug. 1891 ANNE VAN OSENBRUGGEN, geboren 's Gravenhage 5 Maart 1855, dr. van CAREL VAN 0senbruggen en ANNE BURNS MARSHALL. | van Osenbruggen, Anne (I3275)
|
| 1877 | Half broers en zusters Van 's kant Styna van Dalen , overleden , begraven tussen op 25 oktober 1540 en 1546 - Arnhem, GEL, NLD - met Willem Borre van Doornick , ridder , overleden tussen 1499 en 1500 , Raad en rekenmeester van Karel, hertog van Gelre. - Dochter: Alijt van Doornick †1564 Gehuwd met Johan Sluysken †1553 gw.geneanet.org/hoffman?lang=nl;p=johan;n=van+dael | van Deal, Johan (I4188)
|
| 1878 | Hans Divorced Marie (Paule Renée Cécile) and married Joëlle. No children with her. | van Osnabrugge, Dirk Johannes (I2431)
|
| 1879 | Harderwijk Also named Bette. www.genealogieonline.nl/en/west-europese-adel/I33472.php Bette's grandson marries Theodora van Salland www.genealogieonline.nl/en/west-europese-adel/I33472.php www.ecostat.nl/Stoppendaal/pk609.php | toe Boecop, Elisabeth (I929)
|
| 1880 | Harderwijk | toe Boecop, Arend (I927)
|
| 1881 | Harderwijk | van Broekhuizen, Adam (I1044)
|
| 1882 | Harderwijk, Burgermeester | van Broekhuizen, Willem (I1046)
|
| 1883 | Harderwijk. Volgens Van Rhemen was Willem van Broeckhuysen tot Kell gehuwd met Geertruid Voet, dochter van Wilt Voet en Anna van Broeckhuysen. Willem had een gelijknamige zoon die met Griete van Speuld trouwde, dochter van Gerrit van Speuld en Derkje van Arler. (Dit laatste huwelijk wordt bevestigd door o.a. een morgengave te Harderwijk in 1500) E.e.a. terug te vinden vanaf scan 30 (folio 232)? in Gelders Archief 0908 inv.nr. 7B2. Volgens deel 7V was een zuster van Geertruid Voet, Jacoba, getrouwd met Hendrik van Brienen. | van Broeckhuysen, Willem (I1042)
|
| 1884 | Harmtje | Pieters, Hermina Janse (I9430)
|
| 1885 | Harnischmaker. Begraven: St. Eusebiuskerk Arnhem. Namens zijn echtgenote beleend met een wildforstersgoed onder Dalfsen6 oktober 1524 met naastliggend goed 19 september 1531. Kreeg de Lobithse Tol op de IJssel van Karel van Gelre 24 oktober 1538. Smeedt gouden harnas voor hertog Karel, pacht Lobitse tol, verm. als tollenaar 1518/1528. gw.geneanet.org/hoffman?lang=nl;p=johan;n=van+calis | van Calis, Johan (I4185)
|
| 1886 | Harskamp, Gld | van Deelen, Steven (I1099)
|
| 1887 | Haskerland (Fries: Haskerlân) is een voormalige gemeente in het zuiden van de Nederlandse provincie Friesland. De gemeente heeft bestaan tot 1984. De naam Haskerland verwijst oorspronkelijk naar haske of heesc: een grassoort. Een populairdere verklaring onder de bevolking was echter dat het woord van het Friese haske komt, dat haasje betekent. In 1934 raakte de gemeente een stuk land ten oosten van het huidige Nijehaske kwijt aan de dan nieuw te vormen gemeente Heerenveen. Het plaatsje Heerenveen was namelijk groot geworden en over de grenzen van drie gemeentes gegroeid. Haskerlands buurgemeente Schoterland ging grotendeels op in deze nieuwe gemeente. Het westelijke deel van die gemeente, met de dorpen Delfstrahuizen, Rohel, Rotsterhaule en Rottum en Sintjohannesga, werd echter bij Haskerland gevoegd. Na de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1984 is Haskerland samen met de gemeente Doniawerstal opgegaan in nieuwe gemeente Skarsterlân. Alleen een klein deel in het zuidwesten met het dorp Delfstrahuizen is toegevoegd aan de gemeente Lemsterland. Op 1 januari 2014 ging de gemeente Skarsterlân op in de nieuw gevormde gemeente De Friese Meren. | de Leeuw, Hendrikje (I4852)
|
| 1888 | Haus Wisch (Harpen) Besitzer 18.10.1552 Ingeseten vam Adell des Ampts Boickum sampt des Gerichts Castrop mit Anzeigunge oerer Wonungen: Johann van Grymberch gt. van Aldenbouchem ther Wische. 1557 Johann von Grimberg gt. Altenbockum oo (Eheberedung 22.11.1538) Klara von Tork zur Wiesche (Erbin von Haus Wisch (Harpen)). Grundbesitz zu Harpen, Castrop, Altenbochum, Havkenscheidt). Besitzwechsel Um 1717 Streit um Haus Wisch (im Kirchspiel Harpen) und eine Jahrrente von 550 Rtlr. aus den bladenhorstschen Gütern, die Anna von Virmond, Witwe des Grafen Heinrich von Waldeck, statt ihres Erbanspruchs erhalten hatte, sowie um eine weitere Jahrrente von 150 Rtlr., die sie später von der Witwe Virmond zu Bladenhorst gekauft hatte. Graf Heinrich von Waldeck 1.oo Anna von Virmond (Erbtochter Hermanns von Virmond, Amtmann zu Medebach) Kuno von Winneburg oo 2. Anna von Virmond (Wwe. von Waldeck) In ihrem Ehevertrag und nochmals in ihrem Testament übertrug Anna ihrem 2. Mann Kuno von Winneburg ihren gesamten Besitz welcher davon nach ihrem Tod auch Possession ergriff, bevor Philipp Arnold von Virmond sich gewaltsam in den Besitz von Haus Wisch brachte. Nacherben 1712 Kaspar von Bourscheidt zu Burgbroel oo N. von Brausberg (als Erben der Anna von Virmond) Besitzer des Häuser Nordenbeck (Waldeck), zur Wiesche (Harpen), Eichhof (Paderborn und Elkeringhausen (Amt Medebach (historisch)) Besitzwechsel 16.08.1768 Wittwe von Ossenbruch zu Berendorf. Verkauf der zum Hause gehörigen Wiescher-Mühle zu Harpen an den Kriegsrat Sudhaus aus Hamm. Kategorien: Rittergut in der Grafschaft Mar | van Altenbockum, Johan (I397)
|
| 1889 | Havezate Warmelo In de periode dat Adolph van Gelder de eigenaar was van het goed, woonde hij met zijn gezin op havezate Warmelo, wat in de familie is gekomen via zijn schoonvader Godert van Batenburch, en werd Geldersweert verhuurd. Toen de kinderen volwassen waren geworden, waren beide ouders al overleden. Een van de dochters, Charlotte van Gelder, kreeg de havezate Warmelo en trouwde in het geslacht Sloet in 1633. Haar oudere dochter Judith huwde voor 1632 al met Daniel de Bedarrides, een hugenoot die gevlucht was uit het prinsdom Orange, samen betrokken zij Geldersweert. Na het overleden van Judith hertrouwde De Bedarrides haar jongere zuster Elsabé of Elisabeth geheten www.mijngelderland.nl/#/huis-geldersweert | van Batenburg, Maria (I595)
|
| 1890 | He 25, she 22 | Family: Marinus Tamboer / Pieternella Poortvliet (F2260)
|
| 1891 | He 33, she 26 | Family: Cornelis Grootenboer / Willemtje Kwik (F2455)
|
| 1892 | He belonged to the Ossenbroich family and was a vicar in Hammelink in 1582. Hammelink is across the river Rhine from Kalkar, which is not too far from the castle Ossenbroich. | v. Ossenbroich, Joseph (I5984)
|
| 1893 | He died before October 4, 1617 Occupations: from 1576 till 1591 kerkmeester. from 1589 till 1599 buurmeester. van Maurik www.genealogieonline.nl/en/stamboom-voorhaar/I5674.php www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-mulders/I8301.php | de Kemp, Aelbert (I1360)
|
| 1894 | He died in Acre (Akko) in Palestine. He is buried in the Morienvalle abbey in Oisy, Picardie | d' Hangest, Florent (I9858)
|
| 1895 | He died young | van Ossenberg, Wilhelm (I117)
|
| 1896 | He got his name Neeflingh from his grandfather's brother. In 1523 Neeflingh's father Johan was belehnt with Haus Ossenbruch and in 1529 Johan's (bastard) son Heinrich followed him up. Heinrich died already in 1532 and Nevelingh, who married Anna v. Grietzam, took over the feoffment. A year later Nevelingh went abroad and remarried there (Neveling uytlandich bestaidt). His brother Vincent then took over the feoffment. There are several charters on the sales of all his goods to his brother Vincent here on this website. Read more about him possibly moving to the Rijswijk area. https://vanosnabrugge.org/rijswijk.htm 2 April 1532 Beschreibung : Brüder Nevelynck und Vincentius v. Ossenbroick, Kinder der † Eheleute Joh. v. O. und Perpetua Stael, nehmen mit ihren Schwestern Margriet, Genefeva und Mechtelt eine Güterteilung vor 1) Nevelynck erhält Haus und Schloss zu Ossenbroick mit 5 "Kempen", die Mühle mit dem "taick" dabei und das Haurland achter Smaelbergh; 2) Vincentius erhält 1/3, Nevelynck 2/3 aller Lehen und die Hälfte von den anderen Gütern; 3) Buerens Gut ingen Bossch sollen sie beim Anfall gleichmässig genießen; 4) die Jahrrente ihrer Mutter zu Huessen von 40 Goldgulden sollen die Schwestern teilen, so dass Margriet und Genefern, die mit einerm Pfunde zu Padbeyr bedacht sind, jährlich 10, die jüngste Schwester Metken 20 Gulden erheben soll; 5) Joh. des † Bruders Henrick Bastardsohn erhält einmal 25 Goldgulden oder eine Jahrrente von 10 Ost= 2 1/2 Goldgulden; 6) Vincentius erhält: a) 5 Hornsche Gulden, die Wylhem v. Tyll jährlich gibt, b) die Kaetstätte, woran der alte Derick dye Langhe behandet ist, gibt jährlich an Pacht 5 Ost Gold, 2 Gänse, 1 Kapaun, 3 Hühner und 15 Tage zu dienen, c) die Kaetstätte, woran nun Trynken Krebbers behandet ist, tut jährlich einen Goldgulden, 2 Hühner, d) aus einem Stück Landes, das Otto v. Marwyck gebraucht, jährlich 1 Goldgulden 2 Albus und aus einem Stück Landes, das Jan Albertz gebraucht, 1 Goldgulden, e) die Kaetstätte, woran Wylh. Smydt behandet ist, jährlich geltend 13 Schillinge, deren 12 einen alten Schild machen, und 2 1/2 Gulden curr., 2 Malter Gerste, 2 Malter Hafer, 13 Hühner, 4 Gänse, ein Zehnthuhn, ein Pfund Wachs, ein "maddach" und aller schmalen Zehnten, f) die Kaetstätte zu Gezeller, woran Jan Vorhaert behandet ist, 4 Gulden curr., 2 Gänse, 2 Hühner, g) aus der Mühle zu Ossenbroick 10 Malter Roggen, 1 Malter Weizen und 23 1/2 Goldgulden, h) 1/3 der Lehngüter der Mutter aus dem Hof toe Nyenoye 15 alte Schilde; aus dem Kyffwardt, woran Conrait Syngendorck behandet ist, 5 alte Schilde und aus Jan Albertz Gut 3 Goldgulden: Joh. Heyens Hof gibt zur Pacht 7 Malter Roggen, 4 Malter Weizen, 1 Malter Erbsen, 8 Malter Gerste, 10 Malter Hafer, 11 Malter Buchweizen, 1 fetten Hammel, 1 fettes Lamm, 8 Kapaune und 1 Pfund Wachs, von den aus dem Hofe versetzten 2 1/2 Goldgulden soll V. 1/3 und N. 2/3 bezahlen; aus Jan Verhaerts Hof 9 Malter Roggen, 6 Malter Gerste; die Hälfte von der Erbrente der 8 Malter und 1 Scheffel Gerste zu Berstaide aus verschiedenen Kaetstätten. Zeugen: Joh., Herzog zu Cleve, Jülich und Berg, Graf zu der Mark und Ravensberg; Herm. v. Ossenbroick, Adolff Staell, Waldgraf zu Nergene und Derick v. Eyckell. 6 april 1532 Beschreibung : Johann, Herzog zu Cleue, Guylich, Berghe, Graf zu der Marcke und Raeuensbergh überlässt auf Bitten Neuelinghs van Ossenbroick dessen Gattin Anna van Grietzaue alle Güter die Neuelyngh als Cleuesches Lehen hat, zur Leibzucht, nämlich Haus, Hof und Mühle zu Ossenbroick mit Zubehör, ferner eine jährliche Rente von 5 alten Schilden aus dem Hof zu Nyen-Aye, endlich Hof und Gut zu Rudynckhauen, mit den Bedingungen, dass, wenn sie Kinder erhalten, Anna nur die Hälfte der Güter benutzen könne, und dass Anna, wie gebräuchlich, für die Lehnsgüter einen Lehnsmann stellen soll.Zeugen (Lehnsleute): Johan van Brouckhorst und van Baettenbergh, "Zauntdrost", Derick van Wylick, Erbhofmeister.Nachschrift auf dem umgeschlagenen Rand der Urkunde: Mit diesem Vertrag hat sich Vincentius van Ossenbruyck einverstanden erklärt. 1533 März 23 (op Sonendach Letare Hierusalem.) 6 februari 1533 Beschreibung : Neuelinch van Ossenbruyck verkauft seinem Bruder Vincentius van Ossenbruyck für 4000 Goldgulden Frankfurter Währung "alsulke huesinghe were ind hoffstat dat huyss tot Ossenbruyck genant" mit allem Zubehör, "voirt alle leen beheerde tynsch erff guedere ... rede ind onrede", die ihm durch Erbschaft von väterlicher und mütterlicher Seite zugefallen sind, gemäß eines "maichgescheytz", welches Johan, Herzog zu Cleue, Guylich und Berge, Graf von der Marcke und Rauensbergh bestätigt hat; 500 Goldgulden sind sogleich zu bezahlen; [beide Brüder übernehmen eine Z] eine Zahlung beider Brüder an Johan, den Bastart ihres Vaters, übernimmt Vincentius, ebenso die Verpflichtung, den Müllern von Ossenbruyck die Nutznießung der Mühlen auf Lebenszeit zu überlassen.Siegelzeugen: Herman van Ossenbruyck, der Oheim der Brüder, ihre Neffen Henrick van Ossenbruyck ind Arnt vander Horst, Johan van Wylick, Clais van Bergell, Caspar van Bruyssemb, ihr Schwager. Für Johan van Wylinck siegelt Johan Ingersmytten, Secretarius zu Emerick. 12 februari 1533 Beschreibung : Johann, Herzog zu Cleue, Guilich und Bergh, Graf von der Marck und Rauensbergh, belehnt auf Bitten Neuelynghs vann Ossenbroick dessen Bruder Vincentius mit folg. Lehen, auf die Neuelyngh verzichtet: mit dem Haus, Hof und Mühle zu Ossenbroick, mit 15 alten Schilden jährlich aus dem Hof zu Nedennaye, endlich mit Haus und Hof zu Ludynckhauenn.Zeugen (Lehnsleute): Rat Diederich van Wylich, Erbhofmeister, Wilhem die Joide, Amtmann zu Orssoy. Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 1214 13 februari 1533 Beschreibung : Neuelingh van Ossenbruyck überträgt vor seinem Oheim Herman van Ossenbruyck und Arnt van der Horst, Lehnsleute des Herzogs Johan von Cleue, Guylick und dem Berghe, Grafen zu der Marcke und Rauensbergh, seinem Bruder Vincentius das sogen. Johan Heynx Gut, welche er von dem Jungherrn Derick von Bronckerhorst und Baterborch, Herr zu Anhoilt und "an ghen Rheen" zu Lehen hat und bittet, für Vincentius die Belehnung zu erwirken. 14 februari 1533 Beschreibung : Vincentius van Ossenbruyck verkauft vor dem Gericht zu Cleuerhamme [Richter des Herzogs Johan von Cleue, Guylich, Berghe, Graf von der Marcke und Rauensbergh: Henrick van Benth.; Schöffen zu Tylle: Ott van Merwick, Johan Heyenss] für eine Summe Geldes mit Zustimmung seines Lehnsherrn, des Herzogs Johan, Johan van Wylick eine erbl. Jahresrente von 205 rhein. "Koirffursten" Goldgulden aus "sekere erfftaele dat Hoytlant genant achter Kwaelbergen neest der jofferen van Beedber erfftaele gelegen, noch viter dat Bruyck an ind neest des Derick van Wyckede Droste etc. erfftaile gelegen, vort viter alle syne andere erfftaele", die er von seinen Eltern ererbt und von seinem Bruder Neuelinch gekauft hat, und verspricht event. Einlager. Wiederkauf mit halbjähr. Kündigung für 4100 "koirffurster" rhein. Goldgulden, "wegende twee engelsche eyn troyken" vorbehalten. 23 februari 1533 Beschreibung : Joh., Herzog zu Cleve, Jülich und Berg, Graf zu der Mark und zu Gravenberg (!), bestätigt auf Bitten Nevelings v. Ossenbruyck, der sich oben im Lande verehelicht und dorthin mit der Wohnung begeben hat, dessen Verkauf des Lehngutes Ossenbruyck an seinen Bruder Vincentius v. Ossenbruyck, damit dessen Bürge Joh. v. Wylich besser gesichert sei. 14 maart 1533 Beschreibung : Johann, Herzog zu Cleue, Guylich, Berge, Graf zu der Marcke und Rauensberg, belehnt Neefflyngh van Ossenbroick mit dem Haus, Hof und Mühlen zu Ossenbroick mit allem Zubehör als Mannlehen, ferner mit einer Jahresrente von 15 alten Schilden aus dem Hause Nedenaye, endlich mit Hof und Gut Ludynckhauven mit allem Zubehör, das erledigt war durch den Tod Henricks von Ossenbroicks, Nefflynghs Bruder.Zeugen (Lehnsmannen): Johan van Bronehorst und Baethenborgh, Landdrost, Derick van Wylick, Erbhofmeister und Amtmann zu Rynngenborgh, Claes Tryngnaegell, "waltgreue" zu Monrebergh. | van Ossenbruch, Nevelynck (I126)
|
| 1897 | He had the following children: Elisabeth, who married Joh. v. Ossenbruch Mechteld, Abtessin in Fürstenberg 1399-1429 Gisbert, Kanon. in Rees 1410 und 1434 Stephan, Kanon. in Wissel 1441 Christine, Abtessin in Schledenhorst 1437 Heydwich, Stiftsdame in Schledenhorst 1464 | van Wittenhorst, Henrick (I6482)
|
| 1898 | He inherits: "een gued Nonninchof (Nonninckholt), gelegen in het kirspel van Meer in 1610, mit al siinre tobehoir", and again in 1628. Then it goes to Conrad van der Recke zu Wenge, keurv. Brandenburgsch Raad. | van Wylich, Jan (I6559)
|
| 1899 | He is married to (1) Johanna Hendrika de Senerpont Domis on June 20, 1863 at Toeban, Java, Indonesia , he was 22 years old. He is married to (2) Mathilde Adrienne de Senerpont Domis on July 21, 1869 at Batavia, Java, Indonesia, he was 28 years old. | van Ossenbruggen, Pieter Charles (I10318)
|
| 1900 | He is married to (1) Anna van Haersolte in the year 1649. He is married to (2) Johanna Sophia Frenck in the year 1653. | van Apeldorn, Joseph (I6888)
|
