Notes
Matches 1,801 to 1,850 of 4,168
# | Notes | Linked to |
---|---|---|
1801 | Getuigen bruidegom: Catharina Osnabrug moeder Scheystraat - Getuigen bruid: Maria Lammers moeij Langegragt - | Family: Willem Jonker / Johanna Angenieta Wyting (F3231)
|
1802 | Getuigen doop op 15 Nov 1673 in Bergen op Zoom: - Petronella de Rouck. Echtgenote van Generaal Pieter Foppens - Anna Houckgeest | Houckgeest, Pieter (I6355)
|
1803 | Gezin van Akke (Aukje) Sybes (Siebes) Zij is getrouwd met (1) Jacob Doeyes op 25 mei 1760 te Rijperkerk, Tietjerksteradeel, Friesland. Kinderen): Geertje Jacobs 1761-? Sybe Jacobs ± 1764-? Lijsbeth (Lijsbert Lysbeth) Jacobs (Jakobs) 1767-1807 Zij is getrouwd met (2) Gjalt Martens (Gjolt Geolt) Koldijk op 6 mei 1787 te Hempens Teerns (Friesland). | Sybes, Aukje (I9992)
|
1804 | Gezin van Anna von Flodrop (Vlodorp) Zij is getrouwd met (1) Matthias Graf von Loë op 17 februari 1565. Kinderen: 1.Anna von Loë -1650 2.Wessel von Loë ????-1626 3.Catharina Anna von Loë 1571-???? Zij is getrouwd met (2) Jan van Horn op 22 juni 1575. Kind: 1.Willem Adriaan van Horn ± 1580-1625 | van Flodrop, Anna (I6642)
|
1805 | Gezin van Sytse (Sytze Zytze) Willems Hij is getrouwd met (1) Maaike (Maijke) Hendriks op 15 mei 1718 te Bergum, Tietjerksteradeel, Friesland. Kinderen: Aukje (Aukjen) Sytses (Sijtzes) 1718-> 1759 Grietje Sytses (Sytzes, Zytzes) ± 1725-1824 Antje Sytzes 1732-1823 Tree 8 Tjitske Sytses ± 1735-? Hij is getrouwd met (2) Geertje Johannes op 24 maart 1754 te Hardegarijp, Tietjerksteradeel, Friesland. Hij is getrouwd met (3) Lijsbeth (Lijsbet) Oenes op 5 maart 1758 te Hardegarijp, Tietjerksteradeel, Friesland. Trouwregister Hervormde gemeente Rijperkerk Hardegarijp Bron: DTB Trouwen Soort registratie: DTB inschrijving trouwen Datum: 05-03-1758 Soort akte: bevestiging huwelijk Bruidegom Zytze Willems wonende te Hardegarijp Bruid Lijsbeth Oenes wonende te Hardegarijp | Willems, Sytse (I9989)
|
1806 | Gezin van Willem Gerritsz. van Heteren Hij is getrouwd met Maria Willemsdr. Quint op 28 september 1656 te Rijswijk, Gelderland, Nederland. Zij zijn op 31 augustus 1656 te Rijswijk, Gelderland, Nederland in ondertrouw gegaan. Kinderen: 1.Gerrit van Heteren 1657-???? 2.Maeijcken van Heteren 1658-???? 3.Lijsbeth van Heteren 1661-???? 4.Jannetje Willemsdr. van Heteren 1664-???? 5.Gerritjen van Heteren 1666-???? 6.Willemken van Heteren 1669-???? 7.Gerrit van Heteren 1672-???? 8.Maria van Heteren 1674-???? | van Heteren, Willem Gerritsz (I6613)
|
1807 | Gherbrich van Ossenbroick, weduwe van Johan van Wylaick, na doode vanhaar broeder Henrick. Frederick Mom, drost te Boxmeer, is hulder, 1552 September 1. Walraeven van Delen, richter te Diedam, oorkondt, dat Wylhem Myrenberch en Johanna Suyren, zijn vrouw, aan Oiswailt, graaf van den Berghe etc., verkoopen de marke-aandeelen, vermeld in den brief van 1524 Maart7 (reg. no. 2060), waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jaren ons Heren duysent viiffhondert viiff ind vyrtichop Manendach post Tiburtii martyris. a. Oorspr. (Inv. no. 3446), met de zegels van den oorkonder en van Cornelis van Delen, gerichtsman; dat van Frederick Mom, gerichtsman, is verloren. 2613a. 1546 November 15. De bevelhebbers ten Bergh namens Maximiliaen van Egmondt, graaf tot Bueren, en Joest, graaf tot Bronchorst, als voogden van de onmondige graven en gravinnen van den Bergh, keuren goed, dat de pandsom, vermeld in den brief van 1531 Maart 17 (reg. no. 2255a), met nader geleende gelden verhoogd wordt. / Gegeven in den jaere unss Heren duysent viiffhondert sess ind viirtich upten xven Novembris. / Oorspr. (Inv. no. 1381a), met de zegels van Berndt van Hackfordt, drost van het graafschap van den Bergh, Daem van den Bergh, Frederick Mom, Henrick van den Padefoirdt, Cornelis van Delen, Arndt Vysscher en Rutgher van Arnhem. 1581 Missive van den stadhouder en het Hof aan de ridderschap van Maas en Waal. Aan Frederick Mom is commissie verleend als ambtman van Maas en Waal. Daar de omstandigheden niet gedoogen, dat hij den eed aan de ridderschap te Bergharen doet, wordt hun gelast daartoe, zonder prejuditie evenwel, te Tiel te verschijnen. Hierbij: Een request van Frederick Mom, naar aanleiding waarvan bovenstaande brief geschreven is Datering: 1581 december 29 See also: www.genealogieonline.nl/stamboom_mom/I908.php | Mom, Frederick (I3606)
|
1808 | Ghijsbrecht Dorland van Nijenrode (1370-1455) . Another source says that he was born in 1391. www.zwiebelfam.nl/gendata/roland/kwa18.htm#141.824 Ghijsbrecht was an illegitimate child of Gijsbrecht II with an unknown woman. Since Gijsbrecht II fully recognized him as his own son, and since he grew up at the castle with Gijsbrecht's other children, we might speculate that the mother also lived there. Possibly a servant? For his 21st birthday, his father gave him (on St. Elisabeth day) 8 morgen of land (=17 acres) in the village of Langerak, near Sliedrecht (Rotterdam). Around Easter time in 1419, when he was 49 and worked for John van Egmond (the attorney for Bishop and Count John of Bavaria), he raided and robbed (on the river Lek), several burghers from Utrecht and took them prisoner. A year earlier, in 1418, John of Bavaria (uncle of Jacoba van Beieren, who was then only 17) had conquered Rotterdam. There always was a power struggle between the Bishop of Utrecht and other leaders. It is not clear why some people from Utrecht would be onthe river Lek in the Rotterdam area, but for one reason or another Ghijsbrecht took them prisoner. Read the full story of the Hook and Cod wars here: https://vanosnabrugge.org/hook-cod.htm Ghijsbrecht's children, who did not live at the Nijenrode castle, dropped the name van Nijenrode and just went by the name van Dorland. Gijsbrecht van Dorlandt Zie voor de afstamming van de familie van Dorlandt van de Van Nijenrode's de genealogie Nijenrode door J. J. de Geer in de Berichten v. h. Hist. Genootschap te Utrecht deel 4 en 5. Beleend op St Elisabethsdagh 1391 te Langerac met een halve hoeve (8 morgen) lands. Door zijn Vader gegoed te Niemantsvrient bij Sliedrecht. Omstreeks Pasen 1419 in dienst van Jan van Egmond, Raad van Hertog Jan van Beieren, overviel en beroofde hij enige burgers van Utrecht op de Lek en nam hen gevangen. VONNIS DER LEENMANNEN VAN NIJENRODlE TEGEN GIJSBERT DORLANT Bastaard van Nijenrode 22 Dec. 1451 Overgenomen uit: Proeve eener Geschiedenis van het Geslacht Van Nijenrode. Uit oorspronkelijke stukken bewerkt door J. J. De Geer. Bldz. 94-96. Alle den ghenen, die desen brief zellen sien of horen lesen, doen wij verstaen, Johan Zweders zoon van Ruweel. Willam Jans zoen van Loenresloet, Claes Jans zoen, Henric Kroot Aelbert z Ghiisbert Spiker Henrics z, Jan Gherijt zoen, Jan Ghiisbert z, Peter Ghiisbert zoen, Herman Dircz, Dirc Ghijsbert zoen, Willam Jan Willams zoens zoen, Ghiisbert Oudecoeps z, Willam Sluter ende Aelbert Peters zoen, dat wij daer ouer ende aen alse leenmanne Johans van Nijenrode mit meer goeder manne voirder brugghen toe Nijenrode te rechte gheseten hebben, daer Johan van Nijenrode voirs, selue als een leenheer besproken heeft alle die goede, die Ghijsbert Dorlant Bastaert van Nijenrode, sinen Oem, tot desen daghe toe datum des briefs van hem ende van den houe toe Nijenrode voirs, te lene houden plach ende ghelegen siin toe Niemants vrient, alse besprekende den voirs Ghijsbert Dorlant jn siinre dingtael, dat hij alle dese voirs goede verswmt (verzuimd) ende verbuert hadde, ende claerliken aen heem ende te houe ghecoemen waren, vermidts dat Ghijsbert Dorlanf voirs wt dese voirghenoemde leengoede eygendoemen ouer ghegenan (gegeven) ende vercoft hadde buten consente ofte toe-doen des leenheren, dat bewiisselick ende openbaerlick ghesciet waer, mit meer woerden jn siinne aenspraec begrepen: van welken bespreek Ghiisbert Dorfanf voirs alle sijn weten volcoemelick ghehadt heuet, ghe-likerwijs die leenmanne voirs hem die mit recht ende mit oerdel toe wiisden, ende oeck die leenmanne ende den recht kenliken was, dat die weten van weerde ende myt recht ghedaen waren : also dat Johan van Nijenrode voirs, veruolghende siin saken, den voirs Ghiisbert Dorlant sijn Oem, by vonnise der leenmannen mit volre claghen ende op gheachten daghen vanden voirseiden goden vellich ghewonnen heeft, want hij noch nyemant van siinre wegen tot gheenre tijt aenden rechte, om die voirs sake te verantwoerden ende voirs, goede te bescudden, ghe-coemen en is. Mede so bekennen wij, alse leenmanne voirs. jn desen seluen brieue ende tughen, dat Ghiisbert Dorlant voirs. siin drie weer-daghe, dat is te verstaen siin drie dwarsnachten, toe ghewiist was, om noch die voirs. goede te verantwoerden, of hij aenden warf ghecoemen hadde, des hij noch niemant van siinre weghen voir noch na ghedaen en heeft, mer tot alle rechtdaghen bacwerdich ghebleuen is. So hebben die leenmannen den voirs Johan van Nijenrode, na eisschen ende wtspreken siinre dingtael, dese voirseide goede, also alse ghelegen siin ende hier voirs.. staet, vrij ende los mit recht ende mit oerdel toe ghewesen, ende den voirseiden Ghiisbert Dorlant claerliken gheheel ende al of ghewesen, sonder enig verhal, recht of toeseghen voirt meer ten ewighen daghen daer aen te hebben jn eniger wiis. Ende om dat dit waer is, so hebben wy Johan Zweders z van @zweel, Willam Jansz van Loenresloet, Claes Jans z ende Gherijt van Vliet Wernaers z, alse leenmanne voirs., onse zegelen aen desen brief ghehangen ouer ons seluen ende mede ouer dese mannen voirs. om hore alre bede wille. Ende want wij Gherijt Jans z, Qenric Kroot Aelbertsz, Ghijsbert S p i k e r H e n r i c s , J a n Gherijtsz, Jan Ghijsbertsz Peter Ghijsbertst, Hermans dircsz, Dirc Gh(jsbertsz, Willam Jan Willams zoens zoen, Ghijsberts Oudencoeps zoen, Willam Sluter ende Aelbert Peters, alse leenmannen voirs., op dese tijt selue gheen zegelen en hebben, so tughen ende kennen wij mede onder hoerder viere zegelen voernoemt ende hebben hem ghebeden desen brief mede ouer ons te besegelen met horen zegelen. Ghegeuen jnt jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viiftich des woensdaghes na sinte Thomas dach. Nog voorzien met de zegelen van Johan Zwedersz van Ruweel, Nico-laes Jansz. en Gerrit van Vliet Wernaarsz. in groen was. 9 Maart 1452. Compromis in de voormelde zaak tusschen Jan van Nijenrode, den ouden, Jan van Nijenrode den jongen, Vader en zoon, en Splinter van Zijl, ter eener, en Gijsbert, Bastaard van Nijenrode, alias Dorlant, ter andere zijde, uitgesproken door Gijsbrecht, broeder van Brederode, Domproost van Utrecht, en Nicolaas die Vriese, rentmeester generaal van Holland, als raden van den hertog van Bourgondie (af-schrift). 23 April 1452. Verklaring der leenmannen van Nijenrode, dat Splinter van Zij1 zijnen oom Gijsbert Dorlant, bastaard van Nijenrode, ander maal in regten vervolgd en zijn geding volkomen heeft gewonnen, be-treffende drie en een half morgen lands gelegen te Niemantsvriend en leenroerig aan de hofstede van Nijenrode, welke door Gijsbert Dorlant verbeurd waren en waarmede Johan van Nijenrode vervolgens zijn Neef Splinter van Zij1 had beleend. Met de zegelen van Willem Jans van Loendersloot en Nicolaas Jans in groen was. 21 Aug. 1454. Gijsbrecht van Nijenrode van Amerongen en Splintet van Nijenrode, gebroeders, verklaren geen eigendom te hebben aan goe-deren te Niemandsvriend in het kerspel van Sliedrecht gelegen, welke de ridder Gìjsbrecht van Nijenrode, hun oude vader (grootvader) ge-kocht en aan zijn bastaarden had gegeven, om van hem en zijn nakome-lingen in leen gehouden te worden ; zodat de eigendom daarvan altijd is overgegaan op den oudsten broeder van Nijenrode alleen en op nie-mand anders (afschrift). 21 Jan. 1451. Floris Jansz, Schout te Slijdrecht, bekent, dat hij 5 mor-gen lans, gelegen te Niemantsvriend, in het kerspel van Slijdregt, van Gijsbert Dorlant, Bastaard van Nijenrode, gekocht en den eigendom daarvan voor den dijkgraaf en de heemraden van den Alblasserwaard heeft ontvangen (afschrift). 1450 (1451) Febr. 24. Sententie van het Hof van Holland in een geding tusschen Gijsbrecht bastaard van Nijenrode, alias Dorlant, klager, en Jan van Nijenrode met Splinter van Zijl, verweerders, betreffende enige goederen, gelegen in de Alblasserwaard, onder het kerspel van Slijdrecht, en door Gijsbrecht Dorlant van de hofstede van Nijenrode in leen gehouden, en omtrent 200 Wilh. schilden daarop gewonnen. Uitgesproken in den Haag door den Heer van Lanoy, stedehouder- generaal, Gijsbrecht broeder van Brederode, Domproost van Utrecht, Gerrit van Zijl, Mr Hendrik Uten Hove, Mr Lodewijk van der Eyck en Nicolaas die Vriese, rentmeester Generaal van Holland (afschrift). 22 Sept. 1454. Gijsbrecht van Nzjenrode zegelt in rood was met een Balk zonder barensteel. 21 Jan. 1451. Gysbert Dorlant, Oom van Philips Nicolaasz. v. Tornout. | Dorland van Nijenrode, Ghijsbrecht (I1567)
|
1809 | Ghijsbrecht I van Nijenrode He dropped the last name Van Ruweel and is the first person to apply the name Van Nijenrode, which means of or from Nijenrode. Nijen means Newly and rode means developed ground. He was Lord of the Castle from 1296-1320. | van Nijenrode, Ghijsbrecht I (I1575)
|
1810 | Gijsbert Cornelissen van Dorland Born in Ingen. His daughter Teuntje, who married Hendrick Berends (van Osnabrugge) was also born in Ingen and died in Rijswijk, another small village less than 5 miles away. | van Dorland, Gijsbert Cornelissen (I1555)
|
1811 | Gijsbert Cornelissen VAN DORLAND Marr. 1) Aelertgen HENDERICKS 1.Jan Gijsbertsen VAN DORLAND, chr.: 01 June 1640 Ingen , died: Abt. 1702 . Marr. Rhenen 12-03-1671, Neeltje JACOBS, born: Abt. 1645 1.Gijsbert Jans (1671) 2.Jacob Jans (1673) 3.Evertjen Jans (1677) 4.Dirck Jansz van Dorland (1678) 5.Willemijn (1682) 6.Maria (1684) 7.Trijntje (1688) (See nr. 1.108) 2.Teuntje Gijsbrechtsdr VAN DORLAND, born: Abt. 1642 Ingen Marr. 2) Ingen 27 March 1646 Evertgen DE WIT www.zwiebelfam.nl/gendata/roland/kwa5.htm#2.216 | Hendricks, Aelertgen (I1556)
|
1812 | Gijsbert Hendriksen van O(o)senbrugge(n), ged. Rijswijk (Gld.) 10.9.1665, diaken ald. 1700, tr. (1) Geertje Janse van Oyen, geb.1672 ald., overl. ald. ca. 1696; tr. (2) Rijswijk (Gld.) 5.12.1697 Cornelia Aarts van Ingen, jd. van Maurik, dr. van Jan Evertsen van Oyen. Op 29.9.1703 aangeslagen voor 12-0-0 familiegeld, buurmeester 29.1.1722. Overleden na 2.2.1733 Ondertrouw Maurik, 3e huwelijksafkondiging 5.12.1697, bruidegom Gijsbert Hendriksen van Oosenburgge, wonende tot Rijswijk, weduwnaar van Geurtje Jansen van Oijen, bruid Cornelia Aartsen, J.D. wonende alhier (Maurik). diaken in Rijswijk 1700 Voluntaire protocollen Rijswijk: Gijsbert Hendriksen van Osnabruggen wordt 2.2.1733 gerechtigd in de boedel van Jan Evertsen van Oijen, custos te Rijswijk, als wedr. van Geertje van Oijen. Op 20.6.1726 testeren Gijsbert Hendrikse van Osenbruggen en Cornelia Aartse van Ingen ten gunste van hun dochter Teuntje, die door ziekte en lichaamsgestalte niet in staat zou zijn in haar onderhoud te voorzien. RA Gelderland protocol van Maurik NB 223 fol. 322, 20-07-1726 Ghijsbert Hendrixe van Osenbrugge x Cornelia Aartse transp. aan Cornelis van der Gant en Elisabet van Hattum (Hattem) (samen getrouwd) 11 ht bouwl. op Middelparsick. Elisabeth is the grand-daughter of Dirck van Hattem (~1617-1657) and Elisabeth van Vincelaar. The ancestors of this family go back all the way to the counts of Holland and the kings of England. | van Osenbrugge, Gijsbert Hendrickse (I4248)
|
1813 | Gijsbert I van Bronckhorst (vermeld in 1140) was heer van Bronckhorst en Rekem. Mogelijk was hij de zoon van Adam van Bronckhorst. Zijn zuster Ermgard sticht een klooster in Oud-Rekem. Gijsbert trouwde met een niet bij name genoemde vrouw en had als kinderen: Gijsbert II van Bronckhorst, † vóór 1196, 27 of 28 jaar oud. Ongehuwd overleden. Willem I van Bronckhorst (ca. 1171-na 1226), heer van Bronckhorst | van Bronckhorst en Rechem, Gijsbert I (I10410)
|
1814 | Gijsbert I van Ruwiel (c. 1210 - c. 1248) He married Goede van Loenersloot. They had 3 children: - Loeff van Ruwiel - Gijsbert van Ruwiel (± 1232-?) - Gerard Splinter van Ruwiel (± 1240-> 1297) | van Ruwiel, Gijsbert I (I1579)
|
1815 | Gijsbert III van Bronkhorst (vermeld 1230 - ovl. in of kort voor 1241) was heer van Rekem en heer van Bronkhorst. Hij was de zoon van Willem I van Bronckhorst (vermeld 1191/96 - 1226). In 1230 ruilt van Bronckhorst goederen met 't Klooster Bethlehem. Getuige van Bisschop Willebrand van Utrecht. Gijsbert trouwde vóór 1230 met Kunigonda van Oldenburg, dochter van Maurits I van Oldenburg, graaf van Oldenburg 1167-1209, en Salome van Are. Kunigonda was weduwe van een Van Ahaus, waarschijnlijk Godfried van Ahaus (laatst vermeld in 1226). Gijsbert en Kunigonda werden de ouders van: Willem II van Bronckhorst (eerste vermelding 1241 - ovl. voor 1294), trouwde met Ermgard van Randerode Gijsbert van Bronckhorst (Ovl. Bremervörde, 18 november 1306), aartsbisschop van Bremen Gijsbrecht zegelt in afwijking van latere Van Bronkhorsten niet met een leeuw, maar met een beurtelings gekanteelde dwarsbalk. | van Bronckhort en Reckem, Gijsbert III (I10406)
|
1816 | Gijsbert trouwde vóór 1230 met Kunigonda van Oldenburg, dochter van Maurits I van Oldenburg, graaf van Oldenburg 1167-1209, en Salome van Are. Kunigonda was weduwe van een Van Ahaus, waarschijnlijk Godfried van Ahaus (laatst vermeld in 1226). | van Oldenburg, Kunigonda (I10407)
|
1817 | Gijsbert VONCK van LIENDEN, luitenant onder Bronckhorst, gedoopt op 06-06-1674 te Rhenen, begraven op 17-07-1732 te Rhenen op 58-jarige leeftijd, zoon van Johan VONCK van LIENDEN en Magdalena van RIJSWIJCK. Ondertrouwd op 07-01-1697 te Rhenen, gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 24-01-1697 te Rhenen met Grietje van MAANEN. Uit dit huwelijk: 1. Neeltjen VONCK van LIENDEN, gedoopt op 18-05-1699 te Rhenen. G.N. 1989 blz. 245. 2. Hillebrand VONCK van LIENDEN, gedoopt op 21-08-1701 te Rhenen. 3. Johanna Geertruijd VONCK van LIENDEN, gedoopt op 27-06-1703 te Rhenen, begraven op 28-02-1772 te Alkmaar op 68-jarige leeftijd. 4. Anna Maria VONCK van LIENDEN, gedoopt op 31-03-1706 te Rhenen, overleden voor 1771. Gehuwd met Pieter van CAMPEN, overleden voor 1745. 5. Hillegond VONCK van LIENDEN, gedoopt op 01-08-1708 te Rhenen. 6. Hillebrand VONCK van LIENDEN, gedoopt op 09-07-1711 te Rhenen. 7. Geertruijt Margriet VONCK van LIENDEN, gedoopt op 09-09-1714 te Rhenen. G.N 1989 blz. 245. 8. Reijerina VONCK van LIENDEN, gedoopt op 25-12-1717 te Rhenen. 9. Gijsbert VONCK van LIENDEN, gedoopt op 16-07-1719 te Rhenen. www.gertjanvonk.nl/vonk/images/stories/vonkgen/vonkgen.htm#BM1873 | Vonck van Lienden, Gijsbert (I6506)
|
1818 | Gijsbert's great-great grandson van Keppel married Theodora van Salland Heer van de Hees | van Deelen, Gijsbert (I1058)
|
1819 | Gijsberta is the great granddaughter of Evert van Ulft (momber van kinderen van Hendrick van Ossenbroek). Her husband is great grandson of Elisabeth van Ossenbroeck (probably Hendrick's daughter) | van Aeswijn, Gijsberta (I1138)
|
1820 | Gijsbrecht II van Nijenrode (c. 1331 - 3 november 1396) Gijsbrecht was married with Belia van Arkel van Leyenburg. They had 4children. Two sons: Splinter (who died young) and Otto, and two daughters Elsebe and Fye. After Belia died he married Margriete (or Margaretha) van Rijn in 1365, the daughter of the wealthy and powerful Otto van Rijn. They had one son Johan. Gijsbrecht also had an illegitimate son Ghijsbrecht (Dorland) with an unknown woman. Gijsbrecht sided with the Cod league and signed, with several other nobles, their covenant deed at his castle in 1350. The deed was kept in the Nijenrode castle. Gijsbrecht was part of the Cod faction, who took over power in Holland in 1351. He was Field Marshall in the siege of the Brederode castle, which was owned by his mother's in-laws part of the family. They were Hooks. Because of Gijsbrecht's successes young count Willem V of Holland awarded him many functions, goods and honors. Some of Gijsbrecht's titles were: •Lord of Nijenrode, Velsen, Muidenand Waterland •Marshall of Holland •Baliff of Kennemerland, Friesland and the House of Nieuwburg (c.1350). For this function Count Willem paid him an annual salary of 200 pounds. •Captain of Amstel (1355) •Prefect of Naarden •Board of Dukes of Bavaria (1357 and 1375) Famous Descendants Gijsbrecht's descendants include Lady Diana (as 16th great grandchild) and Queen Beatrix of The Netherlands (as 14th great grand child). This lineage is through Gijsbrecht's daughter Elisabeth. She married Jacob van Zuylen van Nijeveld. The Van Osnabrugge lineage is through Gijsbrecht's son Gijsbrecht Dorland van Nijenrode. ![]() ![]() | van Nijenrode, Gijsbrecht II (I1569)
|
1821 | Gijsbrecht, heer van Bronckhorst en Batenburg overl. 1356, tr. Catharina van Leefdael, overl. 13 apr 1361, dochter van Rogier van Leefdaelen Agnes vvan Kleve. NB. Via Catharina Van Leefdael gaat er een tweede lijn naar Karel deGrote (zie reeks 60 op www.kareldegrote.nl). Bovendien zijn er via haar moeder Agnes van Kleve ook enkele lijnen naar Karel de Grote, via haar voorouders Arnold van Kleve in huwelijk met Ida van Brabant. Via die laatste gaat er een lijn naar Lodewijk de Vrome. Ook via eerdere voorouders van Agnes van Kleve is er een verbinding met het gravenhuis van Holland. Geboren circa 1316, overleden 1356. Hij was heer van Bronckhorst (1328-1356) en heer van Batenburg (1351-1356). Hij was een zoon van Willem III van Bronckhorst en Johanna van Batenburg. Hij was de leider en de naamgever van de partij der Bronckhorsten in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten in Gelderland. In 1348was Gijsbert heer van Bronkhorst als raad van Reinald II, hertog van Gelre, getuige bij de privilegiën van Harderwijk. In 1349 verklaarde hij Jan van Arkel, bisschop van Utrecht, de oorlog. In deze strijd stonden Gijsbert van Bronkhorst als vijand, en Frederik van Hekeren als bondgenoot van de bisschop gewapend tegenover elkaar. De gebieden waar zij heersten grensden aan elkaar. Het grote en steeds toenemende aanzien van Gijsbert van Bronkhorst was ongetwijfeld een van de drijfveren die de zeventienjarigen Reinald aanspoorde. Dit waren de eerste beginselen van een strijd die ruim twee eeuwen gevoerd werd en waardoor het hele hertogdom Gelder in twee partijen verdeeld was. | van Bronckhorst Batenburg, Gijsbrecht 5 (I2494)
|
1822 | Gisela of Friuli (also Gisla) (c. 876 - after 23 January 913) was a medieval Italian noblewoman. She was the daughter of Berengar I of Italy and Bertilla of Spoleto. Through her marriage to Adalbert I of Ivrea, Gisela was countess of Ivrea, and mother of Berengar II of Italy. Little is known about Gisela's life. Her father was Berengar I, who was margrave of Friuli and who became King of Italy during Gisela's childhood. Gisela's mother was probably Bertilla, Berengar's first wife, whom he married in 875. Gisela is thus presumed to have been born after c. 876. Gisela's sister, Bertha, later became abbess of Santa Giulia in Brescia. Gisela married Adalbert I of Ivrea sometime between 898 and 905, and probably by 902/3. This was a political alliance which was intended to reconcile Adalbert and Gisela's father, Berengar I of Italy. Gisela and Adalbert's son, Berengar II of Italy, must have been born by 903, as by 918 he was fifteen years old, and was named count and imperial missus. When Gisela died is not known: she was still alive in January 913, when her father, Berengar, issued a diploma referring to her husband Adalbert as his son-in-law (gener noster), but by 915 Adalbert had married Ermengarde of Tuscany, suggesting that Gisela had died. | of Friuli, Gisela (I10386)
|
1823 | Godert van Wylick (ook Godert/Godfried) overleden 14 december 1486, heer van Grubbenvorst en Huet, drost van Gennep, raad van de hertog van Gelder, trouwde met Jutta van Bylant. | van Wylich, Godfried (I562)
|
1824 | GODFRIED (GODERT) VAN STEENHUYS, geb. vóór ca. 1380, ovl. 08-03-1406, beg. Reesz in het hoge koor, ridder, Heer van Bellinckhoven, tr. na 1386 (vóór ca. 1400) trouwde met: AGNES ARNOLDSDR VON WACHTENDONCK, geb. vóór ca. 1380. Die Ehepacten sind geschrieben worden 1386 auf St. Gertrudis Abend, dabei Zeugen waren Costen von Steenhuis, Wolff von Rijndorp, Herman von Mittelen, Wensel von Boetzelaer, Carselis von Palant, Arnt von Beuningen, Godert von Eijll, Rutger sijn Bruder, Paschier von Ossenburch (andere sehen Ossenbrock) und Jancken? von Resdorp, Rittere. (NB Het Ehepact kan gesloten zijn terwijl de beoogde huwelijkspartners nog zeer jong waren, het huwelijk kan dus ruim na 1386 gesloten zijn.) www.nikhef.nl/~louk/MESKW/generation19.html Uit dit huwelijk: • a. Godert (Godfried) van Steenhuys, geb. vóór ca. 1400. • b. Johann van Steenhuys, kanunnik te Xanten. • c. Henrie van Steenhuys, amptman te Aspel, tr. Agate van Kemnade. • d. Mechteld van Steenhuys, tr. Arnt von Kessel. • e. Alexe van Steenhuys, non. • f. Apollonia van Steenhuys, non. • g. Sophia van Steenhuys, tr. Emund von Dodenweert. | van Steenhuys, Godfried (I360)
|
1825 | Godfried V (Plantagenet) Tours en Maine Hertog van Normandië Koning Van Engeland Graaf Van Anjou. Hij is geboren op 24 augustus 1113. Leeftijd bij trouwen (22 mei 1127) lag beneden de 16 jaar (13). Hij is overleden op 7 september 1151 in Château-du-Loir, hij was toen38 jaar oud. Hij is begraven in Kathedraal Van Le Mans, Pays-De-La-Loire. | Tours and Maine, Godfrey (I1542)
|
1826 | Gorcum | van Gorkom, Gijsje (I9471)
|
1827 | Goswin van Steenhuys's brother-in-law was Willem van Ulft | van Steenhuys, Godfried (I362)
|
1828 | Gothelo (or Gozelo) (c. 967- 19 April 1044), called the Great, was the duke of Lower Lorraine from 1023 and of Upper Lorraine from 1033. He was also the margrave of Antwerp from 1005 (or 1008) and count of Verdun. Gothelo was the youngest son of Godfrey I, Count of Verdun, and Matilda Billung, daughter of Herman, Duke of Saxony. On his father's death, he received the march of Antwerp and became a vassal of his brother, Godfrey II, who became duke of Lower Lorraine in 1012. He succeeded his brother in 1023 with the support of the Emperor Henry II, but was opposed until Conrad II forced the rebels to submit in 1025. When the House of Bar, which ruled in Upper Lorraine, became extinct in 1033, with the death of his cousin Frederick III, Conrad made him duke of both duchies, so that he could assist in the defence of the territory against Odo II, count of Blois, Meaux, Chartres, and Troyes (the later Champagne). In the battle at Bar on 15 November 1037, Gothelo dealt a decisive blow to Odo, who was trying to create an independent state between France and Germany. Odo died in the battle. Gothelo died on 19 April 1044 and was buried in the Abbey Church of Bilzen. His son Godfrey succeeded in Upper Lorraine, but the Emperor Henry III refused to give him the duchy of Lower Lorraine as well. When Godfrey showed disagreement with the imperial decision, Henry III threatened to pass the duchy to Godfrey's incompetent brother Gothelo. This caused a long rebellion in Lotharingia between the allies of Godfrey (the counts of Flanders and Leuven) and imperial forces (1044-1056). | of Lorraine, Gothelo I (I10391)
|
1829 | Gottschalk (died 1441) married to Heidwich v. Walhusen. Also written as: Hadewich Oess von Walhusen. Upon Gottschalk's death in 1441 Heidewich gives half of her estate inLinn to Aleid v. O. and her son Otto v. Wylich. In 1441 the widow of Gottschalk gives Aleid v. Ossenbruch and their son Otto v. Wylich both halves of their goods in Linn. Die Ehe Gottschalks blieb ohne männlichen Erben. Die Witwe Hadwig übergab nach dem Tod ihres Mannes am 22. September 1441 die Hälfte ihrer Güter im Amte Linn, wozu auch Neuenhoven gehörte, an Aleid von Ossenbroich, verheiratete von Wylich, und deren Sohn Otto. | von Walhausen, Hadwig Oese (I402)
|
1830 | Goud en zilverkasthouder te Amsterdam. Overleden in het huis aan de Kalverstraat 119. | van Osenbruggen, Sacheus (I3516)
|
1831 | Goud en zilversmid in 's-Gravenhage. After his first wife dies (after 2 years of marriage) he marries her older sister. | van Osenbruggen, Johannes (I3515)
|
1832 | Gouverneur van Bredevoort. www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I1073866867.php | van Lawick, Goosen Willem (I1152)
|
1833 | Gouverneur van Tiel; Landdrost van Zutphen (1568). Bijdragen en mededeelingen, Volumes 1-2 By Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde, en Recht books.google.com/books?id=l0cKAAAAIAAJ&pg=PA332&lpg=PA332&dq=zutphen+ossenbroeck&source=bl&ots=CRmH7zaJsc&sig=5G5nkWexU8wCeARn-Ew1UTeMSNE&hl=en&sa=X&ei=tjMlUsf_GqOiyAH-iYCADA&ved=0CDAQ6AEwBDgU#v=onepage&q=zutphen%20ossenbroeck&f=false | van Anderlecht, Andries (I901)
|
1834 | Graaf | von Wylich und Lottem, Karl Friedrich Johann Gustav (I6182)
|
1835 | Graaf | von Wylich und Lottem, Alexander (I6188)
|
1836 | Graaf | von Wylich und Lottem, Friedrich Ludwich August Georg (I6190)
|
1837 | Graaf | van Limburg-Stirum, Jan Pieter Adolf (I9881)
|
1838 | Graaf van Altena. Kinderen 1. Engelbert III van der Mark, geb. 28-02-1333, ovl. 22-12-1391 (Leeftijd 58 jaren) 2. Adolf III van der Mark, geb. 1335, ovl. 07-09-1394 (Leeftijd 59 jaren) 3. Margarete van der Mark, ovl. 1407 - 1409 4. Diederik (I) van der Mark, geb. 1340, ovl. 25-05-1406 (Leeftijd 66 jaren) 5. Mechthild van der Mark 6. Eberhard van der Mark | van der Mark, Adolf II (I2517)
|
1839 | Graaf van Limburg Stirum. Children: -Albertine Otteline Ernestine Gravin van Limburg Stirum 1867-1943 -Frédérique Goverdine Gravin van Limburg Stirum 1868-1953 -Josine Lucie Gravin van Limburg Stirum 1872-1957 -Samuel Johannes Graaf van Limburg Stirum 1878-1957 -Henri François Marie Elise Graaf van Limburg Stirum 1883-1958 | van Limburg-Stirum, Daniël Adriaan (I9877)
|
1840 | Graaf van Limburg-Stirum Children: -Frederik Willem Graaf van Limburg-Stirum 1723-1747 -Albert Dominic Graaf van Limburg-Stirum Heer Van Wilden 1725-1776 -Anna Wilhelmina van Limburg-Stirum 1738-1805 | van Limburg-Stirum, Otto Ernst (I9889)
|
1841 | Graaf van Limburg-Stirum Children: -Otto Ernst Gelder Graaf van Limburg-Stirum 1831-1860 -Daniël Adriaan Graaf van Limburg-Stirum 1833-1892 -Johan Jacob Graaf van Limburg-Stirum 1834-1920 -Frederik Willem van Limburg-Stirum 1836-1856 -Maria Albertine van Limburg-Stirum 1839-1886 -Jacob Hendrik Dionysus Graaf van Limburg-Stirum 1840-1918 -Leopold Graaf van Limburg-Stirum 1842-1859 -Anne Adriaan Graaf van Limburg-Stirum 1846-1920 | van Limburg-Stirum, Albert Otto (I9879)
|
1842 | Graaf van Limburg-Stirum Heer van Wisch, Borculo en Bronkhorst. Gouverneur van Nijmegen en Groenlo. Children: -Herman Otto Graaf van Limburg-Stirum 1592-1644 -Georg Ernst Graaf van Limburg-Stirum 1593-1661 -Willem Frederik Graaf van Limburg-Stirum Heer Van Lichte 1594-1635 -Johan Adolf Graaf van Limburg-Stirum 1596-1625 -Bernhard Albrecht Graaf van Limburg-Stirum 1597-1637 -Elisabeth Juliana van Limburg-Stirum 1598-1598 -Anna Sophia van Limburg-Stirum 1602-1669 -Elisabeth Juliana van Limburg-Stirum 1603-1641 | van Limburg-Stirum, Herman Otto (I9895)
|
1843 | Graaf Van Limburg-Stirum | Gelder, Otto Ernst (I1991)
|
1844 | Graaf van Limburg-Stirum. Heer van Wisch, Wildenborch, Lichtenvoorde en Borculo https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I59940.php | van Limburg-Stirum, Joost (I9897)
|
1845 | Graaf van Limburg-Stirum. Heer van Wisch and Borculo. Children: -Otto Ernst Gelder Graaf van Limburg-Stirum 1685-1769 -Albert Dominic Graaf van Limburg-Stirum 1686-1704 -Maria Anna van Limburg-Stirum 1688-1759 -Frederik Hendrik Graaf van Limburg-Stirum 1689-1740 -Sophia Charlotte van Limburg-Stirum 1690-1729 -Leopold Graaf van Limburg-Stirum 1694-1728 -Eleonore Angela Frederike van Limburg-Stirum 1697-1769 | van Limburg-Stirum, Frederick Willem (I9891)
|
1846 | Graaf van Wylich Lottum. 1687: koopt Huize Kaldenbroek bij een openbare verkoop (zie van Rauchenzaun). Philipp Carl van Wylick en Lottum (ook Karl Philipp) geboren Diersfordt 27 augustus 1650, overleden Wesel 14 februari 1719, Nederlands Luitenant-kolonel en later Pruisisch Veldmaarschalk en commandant van het (Pruisische) regiment Van Lottum te Berlijn, bannerheer van het hertogdom Gelder en graafschap Zutphen, Erfkamerheer van het hertogdom Kleef, Heer van Huet, Gronstein, Grubbenvorst, Wehl en Ossenberg, Oberpräsident van de Kleef-Märkischen Regering, Gouverneur van Wesel, Drost van Rees, Hetter und Iserlohn, Curator van de Universiteit van Duisburg, werd verheven van baron tot graaf, trouwde 1. met Maria Dorothea von Schwerin, geboren Königsberg 20 april 1662, overleden Berlijn 19 oktober 1695 en trouwde 2. in 1696 met Albertine Charlotte Freiin von Quadt Wickerad zu Zoppenbruch, overleden 6 maart 1752. Uit dit eerste huwelijk (uit beide huwelijk 7 dochters en 6 zonen) o.a.: 1. Johann Christoph van Wylick en Lottum. 2. Friederich van Wylick en Lottum jong overleden. 3. Ludwig van Wylick en Lottum Pruisisch generaal. Uit dit tweede huwelijk: 1. Friedrich van Wylick en Lottum zu Grondstein luitenant-kolonel bij de Dragonders, overleden Wesel 1735. 2. Sophia Charlotta van Wylick en Lottum verkocht 1751 Grondstein en Steinward. 3. Sophia Albertina van Wylick en Lottum trouwde met Wilhelm Albrecht Johann Karl Friederich baron Quadt zu Soppenbroich. 4. Amalia van Wylich. 5. Louisa van Wylich trouwde met Baron Quadt zu Soppenbroich. 6. Maria van Wylich. | van Wylich, Philips Karel (I4230)
|
1847 | Graaf. Luitenant-generaal | von Wylich und Lottem, Heinrich Christoph Karl Hermann (I6189)
|
1848 | Graf van Pallandt | van Culemborg, Floris I (I281)
|
1849 | Grafschaft Mark Adel in 1725: v. Ossenbruch, Sybille v. Waldenheim, verwittwete v. O., auf Wische, alt 37 J. 1 Sohn, alt 21 J., welcher zu Essen studirt. 1720-1759 Obligation des Franz von der Reck zug. der Clara Sybilla Witwe v. Ossenbruch geb. v. Waldenheim Frau zur Wische, als Erbschaft an Charlotta v. Bönninghausen zu Wiesche Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Landsberg-Velen (Dep.) - Akten, Nr. 25478 Haus Hohenover ist eine ehemalige Wasserburg an der Grenze zum Kreis Soest. Hohenover bedeutet "hohes Ufer". Besitzergeschichte: Bis 1634 befand sich das Haus Hohenover im Besitz der Familie von Galen. 1634 belegten die Gläubiger des Balthasar von Galen nach dessen Tod das verschuldete Gut mit Beschlag. Balthasars Sohn Johann Dietrich von Galen verkaufte sein Erbe 1667 an Franz von Bodelschwingh, Obrist und Kommandant zu Hamm, dessen Witwe und Tochter Hohenover 1690 an Friedrich Heinrich von Waldenheim gen. Potgießer zu Heidhof und Braam und seine Ehefrau Anna Christine von Neheim verkauften. Die aus dieser Ehestammende Tochter Clara Sibilla, Ehefrau des Johann Wilhelm von Ossenbruch zur Wiesche, verkaufte 1701 Hohenover an Johann Casper von Neheim. Dessen Sohn Johann Adolf wiederum verkaufte das Gut zusammen mit dem freien Gut Vogelhaus 1745 an den Justizrat Christian Albert zur Heiden, Bürgermeister zu Hamm. Friedrich Heinrich war Sohn des Arnold Jobst von Waldenheim gen. Potgießer und der Clara Angela von Dücker († 1672). Er war verheiratet mit Anna Christine von Neheim († 1715).[1] Tochter Ida Elisabeth, die Ferdinand Ernst von Bönninghausen heiratete, erhielt Haus Braam [2], Tochter Clara Sibiblla, die Johann Wilhelm von Ossenbruch zur Wiesche ehelichte,[3] Haus Hohenover und die dritte Tochter Luise Agnes Ferdinanda, die mit Hermann Matthias von Westhoven verheiratet war, erhielt HausHeithof.[4] | von Waldenheim, Clara Sybilla (I3669)
|
1850 | Grand Echanson, de France, Bailli et capitaine d'Evreux et du Louvre. | d' Hangest, Adrien (I9836)
|