Notes


Matches 1,551 to 1,600 of 4,168

      «Prev «1 ... 28 29 30 31 32 33 34 35 36 ... 84» Next»

 #   Notes   Linked to 
1551 Erft de papiermolen van haar ouders, in 1711
Weduwe met 1 volwassen zoon en vier onmondige kinderen.

Dominee Petrus Bisschop (was eerst gehuwd met Mechteld Cornelia v. Raesfelt † 4 Feb 1710) doopte op 9 Feb 1714 Jan van Sterckenburg, en op 26 Maart 1716 Susanna Jacoba Sterckenburg (ten doop geheven door Mevr. Brassaerd)., kinderen van Jan Nicolaes v. Sterckenburg, oud-burgemeester van Wageningen, en Susanna Jacoba Pernée. Jan werd geheven door zijne grootmoeder, Heremina v. de Wall, douairière (sic) van Benjamin Pernée, in leven drost van den Koning-Stadhouder Willem III over de heerl. Soest en Baarn c. a., maarschalk van Eemland en domheer van 't kapittel van St. Pieter te Utrecht.
De Navorscher, Volume 27, 1897, p. 233 		van der Wall, Hermina (I6593)
 
1552 erfvrouwe Middachten en Herveld (Harreveld) van Middachten, Ursula (I1914)
 
1553 Ermentrude (French: Ermentrude de France; 875/78\endash ?) was a Princess of France in the Middle Ages, named after her grandmother, Queen Ermentrude of Orléans.

Ermentrude was a daughter of King Louis the Stammerer and his first wife, Ansgarde of Burgundy, whom he married in 862 with official sanction.

Despite having several children together (2 sons, Louis and Carloman and 3 daughters, Giselle, Hildegarde and Ermentrude) with Ansgarde of Burgundy, Louis had his marriage with Ansgarde annulled, prior to his marriage with Adelaide of Paris in 875.

After the death of Louis, the struggle for power in the kingdom probably led to Ermentrude's marriage to Evrard de Sulichgau, son of Unroch III of Friuli.

Ermentrude's daughter, Cunigunda, first in 909 married Wigeric of Lotharingia, count of Bidgau and count palatine of Lotharingia, then in 922 married Ricwin, Count of Verdun (d. 923). 		of France, Ermentrude (I10368)
 
1554 Ernesta stamt an van Karel de Grote, bron A.K.Oudman (---)
Perzenstrjitte 13 9051 KX Stiens Nederland
Sttamboom te vinden op familiesearch

www.ecostat.nl/Stoppendaal/pk607.php 		van Delen, Ernesta (I931)
 
1555 Ernstine's family goes to Hendrick van Essen and Hendrick II Schaep van Harderwijk, Ernestine (I1092)
 
1556 essex, Edgar I of King of England, 959-975 Wessex, Edgar I King of England (I5092)
 
1557 Ethelbald (ca. 834 - 860) was koning van Wessex en Kent van 856 tot 860.

Hij was de tweede zoon van koning Ethelwulf. Hij dwong zijn vader tot aftreden en trouwde in 858 met zijn stiefmoeder Judith, een dochter van Karel de Kale, koning der Franken. Het huwelijk werd nietig verklaard om redenen van bloedverwantschap en Karel beval zijn dochter terug naar Frankrijk waar zij in een klooster in Senlis belandde. Daaruit werd zij later geschaakt door Boudewijn I, graaf van Vlaanderen. Uit hun verbintenis kwam een stamboom voort, waartoe de latere koningin Mathilde van Vlaanderen behoort, de vrouw van Willem de Veroveraar.

Ethelbald stierf in 860 en werd begraven in Sherborne in Dorset. Hij werd opgevolgd door zijn broer Ethelbert 		of Wessex, Ethelbald King Of Wessex (I2502)
 
1558 Eva Dircksdr. van Kouteren, bapt. at Maurik on 07/02/1692, married atMaurik on 26/04/1721 with Cornelis van Wijck, younf man from van Maurik. van Kouteren, Eva Dircksdr. (I3557)
 
1559 Evert Hendriks, gedoopt (Herv) op 02-01-1729 te Leiden (ZH) (getuige(n): Hillegond van Ozenbrug). In de Mare Kerk. van Graas, Evert (I7663)
 
1560 Evert Jansz. Ossenbrugh (also Osnabrugge)
born: 1652 in 's-Hertogenbosch, registered to be married, in Leiden:
- 1st: 6 October 1674 to Trijntje Jansdaughter van Coesvelt (Koesvelt),
Woonplaats bruidegom in 1674: Uytterstegraft

- 2nd: 13 May 1695 to Judith Andriesdaughter Gelton, baptized Leiden 2 Nov. 1666,

Plaats: Leiden
Datum ondertrouw: 18-10-1674
Bruidegom: Evert Jansz van Ossenbrugh
Plaats geboorte: 's Hertogenbos
Woonplaats bruidegom: Uytterstegraft
Bruid: Tryntge Jans van Coesvelt
Woonplaats bruid: Outshoorn (=bij Alphen)
Bron: Archiefnr 1004
Archiefnaam: Nederlands Hervormd Ondertrouw (1575-1795)
Inventarisnummer 21
Folio W - 115
Opmerkingen: De bruidegom is met attestatie gecompareert

Plaats: Leiden
Datum ondertrouw: 13-05-1695
Bron: Nederlands Hervormd Ondertrouw (1575-1795)
Bruidegom: Evert van Ossenbrugge
Woonplaats bruidegom: Houtmart
Wed.Trijntge Jans van Koesvelt
Bruid: Judick Gelton
Plaats geboorte: Leyden
Woonplaats bruid: Kruijsstraet
Opmerkingen: Getuigen bruidegom: Pieter de Kin bekende Maerepoort - Getuigen bruid: Jannetge Lepeer moeder Kruijsstraet - Kinderen wednr: 1 		van Osnabrug, Evert Jansz (I3725)
 
1561 Evert van der Reck tot Hern.

Begraven in Untrop 		van der Recke, Evert (I8878)
 
1562 Eze.

Jacob's swaeger was Vincent van Buren 		van Heeckeren, Jacob (I989)
 
1563 FAASSEN, Fase, Abraham (I5892)
 
1564 Fabpedgree van Salland, Theodora (I501)
 
1565 Familie naam Haack.
www.stamboomforum.nl/familienamen/2/20164/0 		van Grutterswijck, Catherine (I1278)
 
1566 Family
Count William married twice. He first married in 1197 at Stavoren toAdelaide of Guelders, daughter of Otto I, Count of Guelders and Richarde of Bavaria. Adelaide died on 12 February 1218 while William was away on a crusade. On his return, in July 1220, he married Marie of Brabant, daughter of Henry I, Duke of Brabant and Maud of Boulogne and Alsace. She was the widow of Emperor Otto IV.
William and his first wife Adelaide had 5 children. 		van Gelre, Adelaide (I1597)
 
1567 family tree goes back to Jan Ariens Roest.
baptised 25 Oct 1664 in Overschie, netherlands
www.vanderstoel.nl/genealogie/janroest1664.php 		Roest, Hermanus (I10290)
 
1568 FamilySearch.org lists Caspar Osenbrueg marrying Margaret Huick in Unna in 1632.

Father Johan had two sons from his 1609 marriage with Elisabeth v. Virmund.
The first son: (also named) Johan is mentioned in many documents. The second son's name is believed to be this Caspar v. Ossenbroich. He was a witness at the christening of his granddaughter Anna Margaretha Ossenbruggen. His last name listed was spelled "v. Ossenbroich".

The village Unna, where Caspar got married is mentioned in several charters, where the v. Ossenbroichs from the Cleves area were involved. Caspar's step-sister Margarethe (we assume that she is his sister) had property in Unna, as can be read from her wedding contract with Anton Freytag von Laer zu Herbecke :
"Als Morgengabe erhält die Braut von ihm den Schmitzhof zu Niedermassen im Amt Unna".

For more connections to Unna go here and find "Unna" on the page:
https://vanosnabrugge.org/genealogy/browsenotes.php?notesearch=unna&tngpage=&tree=tree1

Another important point is that in the charters of his (grand)children they refer to the "rentmeestersfamilie Osenbruch". Look below.

More info:
1615 Februar 15
Beschreibung : Johan von Oßenbroch zu Ossenbroch, Herr zu Blitterßweich, erklärt vor den Schöffen des Gerichts in Collen, Henricus Faber, Dr. der Rechte, und Johannes Fabritius, und vor dem Notar Paulus Gaelen von Gülich, dass er in seinem Heiratsvertrag mit Giertrud Schimmelpfennigh festgesetzt habe, dass die aus dieser Ehe stammenden Kinder mit Geld verglichen werden, falls er eine zweite Ehe eingehe, während die Kinder aus dieser Ehe die Erbgüter erhalten sollen; da nun der vorgesehene Fall eingetreten, so vermacht er seiner Tochter aus erster Ehe Margaretha mit Zustimmung seiner Verwandten aus den Häusern Oßenbroch und Schirpen und seiner zweiten Gemahlin Elisabeth geborene von Viermondt 9000 Taler Neußer Währung, den Taler zu 52 Albus gerechnet, dazu eine adeliche Ausrüstung oder 1000 Taler, dagegen hat sie zu Gunsten seiner beiden Söhne aus zweiter Ehe keine Ansprüche auf die väterlichen Erbgüter.Zeugen: Henrich von Efferen gen. Hall zum Busch, Godfridt Dußell, Dr. der Rechte, Werner Pampis, Urbain Esser, Herman Bellman.
Bestellsignatur : Gesamtarchiv von Romberg - Urkunden, Nr. 2390
Material : Pergament
Überlieferung : Original
Bemerkung : Datum neuen Stils; dabei eine Kopie auf Papier, rechtsseitig

henrifloor.nl/teksten/landgraaf.htm
Bruchhausen dankt zijn naam aan de ridders van Bruch van Husen, die in documenten uit de 14e eeuw voor het eerst verschijnen. In de 17e eeuw is het geslacht uitgeslorven met Willem van Bruchhausen. Diens dochter huwde met vrijheer Willem von Bernsaw zu Dirne. Hij werd op 26 maart 1625 beleend met de burcht Bruchhausen en de aanhorige goederen. Op 15 mei 1630 verkocht het echtpaar voor 7200 Akense daalders het huis Bruchhausen, dat inmiddels zeer bouwvallig was geworden aan Bertram Banritzer, gehuwd met Gertrud Clot. Bij de verkoop van het riddergoed behoorden ook: de gracht, vijvers, weilanden, beemden, akkerlanden, bossen, erfpachten, renten of accijnzen aan kapoenen en kippen, erf- en houtgerechtigdheden in het Abdissenbosch.

In 1633 verkochten de voogden van de minderjarige kinderen van het voornoemde echtpaar Baruitzer Clot, Mathias Clot, schout te Heerlen, en Johan von Birgt, het goed met aangehorigheden, dat ieder jaar 2 malder haver aan de abdij van Thorn moest leveren, aan Hendrik Wolff uit Bruchhausen. Door erfenis kwam het goed aan de rentmeestersfamilie Osenbruch, die het weer overgaf aan haar schoonzoon Petrus Dionisius Vincken. Via erfenis kwam het in de 19e eeuw in het bezit van Hendrlk Joseph Gouders.
(N.B. Bruchhausen ligt onder Bonn)

In een oorkonde van 4 februari 1544 verklaart Johan van Bronckhorst, kasteelheer te Rimbur dat het gehucht Bruchhausen "in der lesten veheden von den burgundischen Kriegsvolck schier afgebrant ist". In 1678 verwoestten de Fransen het dorp en plunderden het volledig uit.

In oude akten komt de naam Bruchhausen onder diverse benamingen voor: 1482 Broichusen; 1677 Bruchhulsen; 1784 Brouchhausen. In 1472 worden de dorpen Rimburg en Bruchhausen nog tezamen vermeld als Husen. In genoemd jaar heet Rimburg echter "Overhusen"; het eerste lid Over wil zeggen aan de overzijde van de Worm oftewel tegenover de burcht Rimburg gelegen. 		v. Ossenbroich, Caspar (I1920)
 
1569 Farmer in Ouddorp. Leased land on a farm in Oudeland at the

Nieuweweg, 37 haaigemeten and 38 g farmland 1633-1661. Owner of

several parcels in Ouddorp. Sherrif (Schout) of Ouddorp 1646-1661. 		van Strijen, Willem (I5428)
 
1570 Farmer in the Oude Niewland. Since May 1660 as lessor, sharecropper
(half-teelder) on the 24 g farm belonging to Meindert Claesz Aelman. 		Breen, Jacob (I5257)
 
1571 Farmer. Breen, Maarten (I5936)
 
1572 Father Johan Mom van Kell
Mother Helwich van Eyll

Judith Mom, overl. voor 1544, tr. Herman van Eerde tot Beurse, overl. voor 1544.
haar kwartieren:

Momm v. Kell Eyll
Kornhorst Wijenhorst
Renesse Honseler
Biland Ossenbroeck 		Mom van Kell, Judith (I2540)
 
1573 Father: Jan Hukerhorst , Deceased after 15 February 1565 , Burgemeester te Anholt 1564 en 1568 Hukerhorst, Jenke Jansdr (I4029)
 
1574 Father: Jasper Dapper
Grandparents: Herbert Dapper + Christina van Raesfelt 		Dappers, Christina (I4050)
 
1575 Ferber, Ewerd (Eberhard), * Kalker am Niederrhein 1387, + Danzig 21.3.1451, begr. St. Marien, Stein 38 neben der Ferberkapelle. Er kam 1415 vom Niederrhein mit Halbbruder Govel als wohlhabender Kaufmann nach Danzig, lebte anfangs in der Altstadt. Durch Heirat erhielt er Haus Brotbänkengasse 16 vom Schwiegervater Eppenschede (späteres "englisches Haus"), seit 1427 im Bürgerbuch der Rechtstadt geführt; Govel wohnte inNr. 17. Die Brüder betätigten sich als Fernkaufleute und Reeder, besaßen Schiffsanteile, waren Mitreeder bei Coppyn Heine u. Peter Dambeke, kauften aus Schweden 1 Kreier, ein kleineres Schiff mit Zubehör; ließen sich 1443 in Kalkar einen Geburtsbrief für den Danziger Rat ausstellen. Vorsteher von St. Marien, kaufte 1448 mit Genehmigung des Rats und des Bischofs von Cujawien die 1408 gegründete Trinitatiskapelle der Rogge, die wohl zur Mitgift seiner 3. Frau gehörte und ließ sie glänzend umbauen zur Familienkapelle, der später so berühmten "Ferberkapelle", die auch Erbbegräbnis war,
oo I. Kalkar Dorothea Ossenbrugge, T.d. Gerd Ossenbrugge und Aleidis Guytkamen, Witwe des Ritters Gert von Wischel in Kalkar;
oo II. Danzig 22.8.1421 (27) Dorothea Eppenschede, witwe des Wilhelm von Winterfeld;
oo III. Danzig 1437 		Ferber, Eberhard (I756)
 
1576 First name was Lettie. Bruijn, Hilletta Frederika Johanna Judith (I5001)
 
1577 Floor Verduijn, Flora (I9472)
 
1578 Floris I of Holland (1019-1061)
Floris I of Holland (born in Vlaardingen - killed June 28, 1061 in Gelderland) was Count of Holland (which was called Frisia at that time) from 1049 to 1061.

He was involved in a war of a few Lotharingian vassals against the imperial authority. On a retreat from Zaltbommel he was ambushed and killed in battle at Nederhemert (called Hamerth at the time), on 28 June1061.

Family and children
In c. 1050 he married Princess Gertrude of Saxony, daughter of Bernard II, Duke of Saxony and Eilika of Schweinfurt, and had at least three children by her:
1. Dirk V (c. 1052, Vlaardingen–17 June 1091).
2. Bertha (c. 1055–1094, Montreuil-sur-Mer), who married Philip I ofFrance.
3. Floris (b. c. 1055), a canon at Liége.

Gertrude married secondly (in 1063) Robert the Frisian, Count of Flanders, who also acted as guardian for the children of her previous marriage and as regent for his stepson until 1071. 		of Holland, Floris I (I1613)
 
1579 Floris II (the Fat) of Holland (1083-1121)
Floris II, Count of Holland (or Floris the Fat) (reigned 1091 \endash March2, 1121) was the first from the native dynasty of Holland to be called Count of Holland.

He was the son of his predecessor Dirk V and Othilde. Floris II ended the conflict with the Bishop of Utrecht (which he inherited from hisfather, and should be seen in light of the power struggle between thePope and the Holy Roman Emperor), most likely by becoming his vassal.In 1101 he was endowed with the title of Count of Holland by the bishop of Utrecht, after acquiring Rhineland (Leiden and surroundings).

Around 1108, Floris II married Gertrude, the daughter of Theodoric II, Duke of Lorraine. Gertrude changed her name to Petronila (which is derived from Peter), in recognition of her loyalty to the Holy See. Petronila and Floris II had four children, three boys and one girl: Dirk, Floris, Simon and Hedwig, respectively. Dirk became his successor, Dirk VI of Holland, while Floris became known as Floris the Black and contested his brother's power. 		of Holland, Floris II (the Fat) (I1609)
 
1580 Floris II van Borselen Heer van St. Maartensdijk en Zuijlen

Heer Florys van Borselen "metter zuylen", heer van Sint Maartensdijk, heren Vranckenzoon.
Hij was rijk gegoed op Noord- en Zuid-Beveland en op Tholen en woonde te Sint Maartensdijk, waar hij een college van kanunniken stichtte ((Reygersberg II, blz. 174 en 179). Hij wordt in 1391 als knape vermeld (F. van Mieris III, blz. 582), in 1396 als ridder en raad van de hertog (F. van Mieris III, blz. 637 en 643) en komt daarna tot in 1419 herhaaldelijk in oorkonden voor. Hij zou overleden zijn in 1422.
In 1396 werd het duwarie bepaald voor zijn vrouw Oede (F. van Mieris III, blz. 625). Zij was een dochter van Hendrik, heer van
Bergen op Zoom, en van Beatrix van Polanen, en liet haar man kinderen na. 		van Borselen, Floris II (I3673)
 
1581 Floris III of Holland (1138-1190)
On September 28, 1162, he married Ada, sister of king William I of Scotland, also known as William the Lion. The county of Holland adopted from him the rampant lion in the coat of arms and the name of William.

Floris III was a loyal vassal to Frederick I Barbarossa. He accompanied the emperor on two expeditions to Italy in 1158 and 1176–1178. Frederick thanked him by making Floris part of the imperial nobility.

The emperor gave Floris the toll right of Geervliet, the most important toll station in Holland at that time. This was actually the legalisation of an existing situation, because the counts of Holland had charged tolls illegally since the start of the 11th century.

Many farmers came to Holland to turn the swamps into agricultural lands. Dikes and dams were built and the border between Holland and the bishopric of Utrecht had to be determined. There was a dispute betweenFloris and the bishop of Utrecht about a new dam in the Rhine at Zwammerdam in 1165, which had to be settled by emperor Frederick. The brother of Floris, Baldwin became bishop of Utrecht in 1178.

War broke out between Flanders and Holland. Count Philip of Flanderswanted to have Zeeland. Floris was captured in Brugge and had to accept Flemish overlordship in Zeeland as ransom in 1167.

During his reign Floris III had troubles with West Friesland and a war with Philip count of Flanders concerning their respective rights inWest Zeeland, in which he was beaten. In 1170 a great flood caused immense devastation in the north and helped to form the Zuider Zee.

In 1189 Floris accompanied Frederick Barbarossa upon the third Crusade, of which he was a distinguished leader. He died in 1190 at Antiochof pestilence and was buried there.

Two sons of Floris III became Count of Holland: Dirk VII in 1190 andWilliam I in 1203. 		of Holland, Floris III (I1599)
 
1582 Floris IV (24 June 1210 -19 July 1234), Count of Holland from 1222 to 1234. He was born at The Hague, a son of William I of Holland and his first wife, Adelaide of Guelders.

Floris IV succeeded his father in 1222. His regent was Baldwin of Bentheim. He acquired the Land of Altena. He had constant disputes with the bishop of Utrecht, Otto II of Lippe, but helped him against the peasants of Drenthe in 1227. Floris fought against the Stedingers north of Bremen in 1234.

On 19 July 1234, he was killed at a tournament in Corbie, France. He was buried at Rijnsburg Abbey. 		Count of Holland, Floris IV (I5079)
 
1583 Floris van Borselen Heer van Cortgene
Hij is geboren in het jaar 1440.
Titel: Heer van Cortgene, Emelisse, Welle en Pamele
Hij is overleden op 20 mei 1507, hij was toen 67 jaar oud. 		van Borselen, Floris (I6366)
 
1584 Focus on by Batenborgh Stichting

I. Johan Van Lynden, (V), heer van Hemmen (1435-1463), erfschenker (-1462), † vóór 2 mei 1469, tr. Folswijn Van Randwijck, geb. Arnhem vóór 1419, † vóór 11 mei 1490, dr. van Gijsbert en Elisabeth Pieck.
Uit dit huwelijk:
1. Dirck
2. Arend Van Lynden.
3. Cornelis Van Lynden.
4. Geertruid Van Lynden.
5. Elisabeth Van Lynden.
6. Hill Van Lynden.
7. Steven.
8. Johan Van Lynden, geb. vóór 1475, † na 1490

www.vanbatenborgh.nl/publicaties/gelderse_familierelaties/naasten_johan_van_lynden

In "Het Verdwenen Kasteel Blitterswijk" pdf doc. is a family tree.
They are all there. The Van Lyndens, van Zuylens, van Bemmels, Bronckhors, Wylack, Ossenbroeck, van Brienen, etc. All inter-related in the 1400 and 1500s 		van Lynden, Johan (I655)
 
1585 Founder of the Overflakkee TAEN family. Tanis, Adrianus (I5422)
 
1586 Fra n z J o h a n von V i t tin g hof f gen. S c hell. 1699-1716
Eltern: Bernhard Melchior von Vittinghoff gen. Schell zu Schellen berg
und Elisabeth Margaretha Anna von Ossenbrock (StAM, DKapM AT 1
Nr.58).
20. Mai 1683 präsentiert auf die Präbende seines resignierenden Oheims
Wilhelm Franz von Vittinghoff gen. Schell (ebd. Prot.47 a Bi. 25), 10.J uni
d.J. Aufschwörung auf die Geschlechter Vittinghoff-Schell, Ossenbrock,
auf dem Berge und Raesfeld sowie Possession (ebd. Bi. 33vf.), 11. d. M.
Emanzipation (ebd. Bl.34vf.).

Another document names him: Arnold Johann von Vitinghoff genant Schell zu Schellenberg und Ripshorst. He married Theodora Freyinn von Gahlen zur Affen (or Assen) 		Vittinghoff, Franz Johan (I4193)
 
1587 Francie, Raedburh [Karolingen] probable sister of Charlemagne Raedburh, Francie (I5103)
 
1588 François Marinus baron van Eck geboren Elburg 24 augustus 1841, overleden 's-Gravenhage 21 januari 1919, K.B. van 10 februari 1873 naamswijziging tot Van Panthaleon baron van Eck, generaal-majoor, inspecteur der genie, trouwde Arnhem 11 april 1864 met Henriëtte Johanna van Manen, geboren Elburg 16 mei 1840, overleden 's-Gravenhage 10 mei 1919, dochter van Reinier Otto Hendrik van Manen en Wilkine Hendrika Reina du Mesnil de l'Estrille.

Uit dit huwelijk:
1. Fanny van Panthaleon barones van Eck geboren Nijmegen 1 juni 1865, overleden 's-Gravenhage 26 november 1942, directrice Hospitaal Wallon te Leiden, ongehuwd.
2. Reinier van Panthaleon baron van Eck geboren Utrecht 10 december 1866, overleden Elburg 20 januari 1957, kolonel der genie, luitenant-generaal, ongehuwd.
3. Wilkine Reina van Panthaleon barones van Eck geboren Hees bij Nijmegen 10 juni 1868, overleden 's-Gravenhage 10 augustus 1946.
4. François Marinus Panthaleon baron van Eck.
5. Henriette Johanna van Panthaleon barones van Eck geboren Utrecht 10 april 1872.
6. Bartholt Jacob Willem van Panthaleon baron van Eck geboren 's-Gravenhage 1 oktober 1873, overleden 's-Gravenhage 19 september 1959, majoor der artillerie.
7. Jan Ferdinand van Panthaleon baron van Eck geboren 's-Gravenhage 8 november 1875, overleden 's-Gravenhage 23 april 1876.
8. Jan Carel van Panthaleon baron van Eck geboren 's-Gravenhage 8 november 1875, overleden 's-Gravenhage 26 april 1876.
9. Louisa Jeannette Alexandrine Evrardine van Panthaleon barones van Eck geboren 's-Gravenhage 19 februari 1877, overleden 1969, trouwde 's-Gravenhage 5 februari 1901 met Hendrik Leonard Herman baron van Isselmuden, geboren 's Gravenhage 3 mei 1869, overleden 1930, zoon van baron Herman Johan Cornelis Isselmuden en Jkvr. Johanna Sophia Lucia Barchman Wuytiers.
10. Jan Ferdinand van Panthaleon baron van Eck.
11. Jan Carel van Panthaleon baron van Eck.

genwiki.nl/gelderland/index.php?title=Van_Eck 		van Eck, François Marinus (I7780)
 
1589 Frank II of Borssele (probably around 1396 - 19 November 1470, Den Briel) was a 15th-century Zeelandic nobleman.

He was stadhouder of Holland and Zeeland, but is mainly known as the fourth husband of countess Jacqueline of Holland. He was the son of Floris van Borssele and Oda van Bergen, Lord of Sint Maartensdijk, Scherpenisse (both now districts of Tholen) and Zuylen. He was the last legitimate representative of the younger branch of the Borssele family.

After succeeding her father, Jacqueline of Hainaut's authority was challenged by her uncle John III in the 1420s. In her place, her second husband John IV, Duke of Brabant appointed John III as ruler of Holland and Zeeland. From late 1421 to early 1423 Frank van Borssele played an essential role in the financial government of the county, as he was a loyal supporter of John III and Philip the Good. In 1422/23 he was alderman of Count John III and official governor of the country.

The height of his power, however, were the years 1426 to 1432. Philip the Good had taken over the position of regent of Holland and Zeeland after the death of John III and on 21 March 1426 Frank was appointed by Philip the Good as General and Grandcaptain of Zeeland. In 1428 Jacqueline recognized in the Treaty of Delft, which left her Countess only in name, with Frank van Borssele as the regent of her lands. This gave him more power and more control over the counties' finances. In 1430 Borssele was the Burgundian stadhouder and "Opperhoutvester" of Holland, in the same year he became lord of Gorinchem, Leerdam, de Leede and Schoonrewoerd.

In the summer of 1432, the power of Frank van Borssele reached its peak. Philip the Good, fearfull of yet another pretender to the titles of Count of Holland and Zeeland kidnapped Frank and incarcerated him in Flanders. Legend later tells another story in which Frank and Jacqueline of Hainaut fell in love and secretly married in 1432. However, if this were the case, the consequences for Frank would have been far more severe. He would have been executed and Jacqueline incarcerated for life. Instead, his incarceration had to do with the duke being fearful of him gaining too much power. He was released in 1433 and his properties were restored.[1]

Jacqueline of Hainaut and Frank van Borssele did get married in 1434 after she renounced all her titles (1433) and with approval of the duke of Burgundy. This marriage, which was - at least from Jacqueline's side- one made out of love, did not last long.[2] Jacqueline died on October 9, 1436. Frank survived his wife for 34 years.
He remained a loyal servant to the Burgundian duke's and in 1445 he became Knight in the Order of the Golden Fleece. 		van Borselen, Frank II (I6364)
 
1590 Franken, Pepijn III [Karolingen] 'de korte' der de Francie; Roi des Francs de 768 à 814.

Hofmeier van Neustrië in 741; hofmeier van het gehele Frankische rijk (vanaf 747).
Uitgeroepen door de verzamelde edelen op de rijksdag te Soissons in 751 tot koning der Franken. Daarna hebben de aanwezige bisschoppen, onder wie Bonifatius, de nieuwe koning naar oud-testamentisch voorbeeld gezalfd.
Patricius Romanorum, gezalfd door paus Stefanus II in St. Denis op 28-07-753.
Mayor of the Palace of the whole Frankish kingdom (both Austrasia and Neustria), and later King of the Franks; born 714; died at St. Denis, 24 September, 768. He was the son of Charles Martel. Pepin and his older brother Carloman were taught by the monks of St. Denis, and the impressions received during their monastic education had a controlling influence upon the relations of both princes to the Church. When the father died in 741 the two brothers began to reign jointly but not without strong opposition, for Griffon, the son of Charles Martel and the Bavarian Sonnichilde, demanded a share in the government. Moreover, the Duke of the Aquitanians and the Duke of the Alamannians thought this a favourable opportunity to throw off the Frankish supremacy. The young kings were repeatedly involved in war, but all their opponents, including the Bavarians and Saxons, were defeated and the unity of the kingdom re-established. As early as 741 Carloman had entered upon his epoch-making relations with St. Boniface, to whom was now opened a new field of labour, the reformation of the Frankish Church. On 21 April, 742, Boniface was present at a Frankish synod presided over by Carloman at which important reforms were decreed. As in the Frankish realm the unity of the kingdom was essentially connected with the person of the king, Carloman to secure this unity raised the Merovingian Childeric to the throne (743). In 747 he resolved to enter a monastery. The danger, which up to this time had threatened the unity of the kingdom from the division of power between the two brothers, was removed, and at the same time the way was prepared for the deposing of the last Merovingian and for the crowning of Pepin. The latter put down the renewed revolt led by his step-brother Griffon, and succeeded in completely restoring the boundaries of the kingdom. Pepin now addressed to the Pope the suggestive question: In regard to the kings o the Franks who no longer possess the royal power, is this state of things proper? Hard pressed by the Lombards, Pope Zacharias welcomed this advance of the Franks which aimed at ending an intolerable condition of things, and at laying the constitutional foundations for the exercise of the royal power. The pope replied that such a state of things was not proper. After this decision the place Pepin desired to occupy was declared vacant. The crown was given him not by the pope but by the Franks. According to the ancient custom Pepin was then elected king and soon after this was anointed by Boniface. This consecration of the new kingdom by the head of the Church was intended to remove any doubt as to its legitimacy. On the contrary, the consciousness of having saved the Christian world from the Saracens produced, among the Franks, the feeling that their kingdom owed its authority directly to God.
Still this external cooperation of the pope in the transfer of the kingdom to the Carolingians would necessarily enhance the importance of the Church. The relations between the two controlling powers of Christendom now rapidly developed. It was soon evident to what extent the alliance between Church and State was to check the decline of ecclesiastical and civil life; it made possible the conversion of the still heathen German tribes, and when that was accomplished provided an opportunity for both Church and State to recruit strength and to grow.
Ecclesiastical, political, and economic developments had made the popes lords of the ducatus Romanus. They laid before Pepin their claims to the central provinces of Italy, which had belonged to them before Liutprand's conquest. When Stephen II had a conference with King Pepin at Ponthion in January, 754, the pope implored his assistance against his oppressor the Lombard King Aistulf, and begged for the same protection for the prerogatives of St. Peter which the Byzantine exarchs had extended to them, to which the king agreed, and in the charter establishing the States of the Church, soon after given at Quiercy, he promised to restore these prerogatives. The Frankish king received the title of the former representative of the Byzantine Empire in Italy, i.e. "Patricius", and was also assigned the duty of protecting the privileges of the Holy See. When Stephen II performed the ceremony of anointing Pepin and his son at St. Denis, it was St. Peter who was regarded as the mystical giver of the secular power, but the emphasis thus laid upon the religious character of political law left vague the legal relations between pope and king. After the acknowledgment of his territorial claims the pope was in reality a ruling sovereign, but he had placed himself under the protection of the Frankish ruler and had sworn that he and his people would be true to the king. Thus his sovereignty was limited from the very start as regards what was external to his domain. The connection between Rome and the Frankish kingdom involved Pepin during the years 754-56 in war with the Lombard King Aistulf, who was forced to return to the Church the territory he had illegally held. Pepin's commanding position in the world of his time was permanently secured when he took Septimania from the Arabs. Another particularly important act was his renewed overthrow of the rebellion in Aquitaine which was once more made a part of the kingdom. He was not so fortunate in his campaigns against the Saxons and Bavarians. He could do no more than repeatedly attempt to protect the boundaries of the kingdom against the incessantly restless Saxons. Bavaria remained an entirely independent State and advanced in civilization under Duke Tassilo. Pepin's activity in war was accompanied by a widely extended activity in the internal affairs of the Frankish kingdom, his main object being the reform of legislation and internal affairs, especially of ecclesiastical conditions. He continued the ecclesiastical reforms commenced by St. Boniface. In doing this Pepin demanded an unlimited authority over the Church. He himself wished to be the leader of the reforms. However, although St. Boniface changed nothing by his reformatory labours in the ecclesiastico-political relations that had developed in the Frankish kingdom upon the basis of the Germanic conception of the State, nevertheless he had placed the purified and united Frankish Church more definitely under the control of the papal see than had hitherto been the case. From the time of St. Boniface the Church was more generally acknowledged by the Franks to be the mystical power appointed by God. When he deposed the last of the Merovingians Pepin was also obliged to acknowledge the increased authority of the Church by calling upon it for moral support.
Consequently the ecclesiastical supremacy of the Frankish king over the Church of his country remained externally undiminished. Nevertheless by his life-work Pepin had powerfully aided the authority of the Church and with it the conception of ecclesiastical unity. He was buried at St. Denis where he died. He preserved the empire created by Clovis from the destruction that menaced it; he was able to overcome the great danger arising from social conditions that threatened the Frankish kingdom, by opposing to the unruly lay nobility the ecclesiastical aristocracy that had been strengthened by the general reform. When he died the means had been created by which his greater son could solve the problems of the empire. Pepin's policy marked out the tasks to which Charlemagne devoted himself: quieting the Saxons, the subjection of the duchies and lastly, the regulation of the ecclesiastical question and with it that of Italy.
FRANZ KAMPERS. Transcribed by Michael C. Tinkler, from the Catholic Encyclopedia. 		Karolingen, Pepin III (I5104)
 
1591 Frederick married c. 1210 Sophie of Limburg, a daughter of Waleran III, Duke of Limburg and Cunigunde of Lorraine. They had issue:

Dietrich I (born before 1215, died 1301), last Count of Isenberg and Altena, 1st Count of Limburg (a.d.Lenne)
Friedrich of Altena (born before 1220, died after 1243)
Elisabeth of Altena (born before 1220, died after 1275), married ca. 1234 Dietrich II Count of Mors (born 1226, died 1275)
Sophie of Altena (born before 1222, died after 1292), married in 1237 Heinrich III von Volmestein
Agnes of Altena (born before 1228, died after 1282), married in 1243 Burchard III von Broich. They had 13 children
a daughter, married Johann I Count of Sponheim and Sayn. 		van Limburg, Sophie (I10377)
 
1592 Fridrich Conrad Heinrich Schlahmilch??
Zoon van Fridrich Conrad Heinrich Schlahmilch en Magdalena Veldmeijer?.
Geboren ?± 1826 's-Gravenhage
Overleden ?24 feb 1899 Helder om 05:30:00 uur?, ongeveer 73 jaar
Beroep: sergeant der mariniers

Gehuwd ?29 mei 1863 Den Helder (16 jaar gehuwd) met:
Dina Pieternella Dinkhuijsen??
Dochter van Johannes Theodorus Willem Dinkhuijsen en Johanna Pieternella de Vos?.
Geboren ?± 1841 Vlissingen
Overleden ?6 mei 1880 Helder om 14:00:00 uur?, ongeveer 39 jaar
Kinderen:
1. Fridrich Conrad Heindrich Schlahmilch??
gehuwd met ?Neeltje Duinker?
Geboren ?5 mrt 1864 Helder om 16:00:00 uur
Beroep: onderwijzer
2.Magdalena Hendrika Maria Schlahmilch??
Geboren ?12 mei 1865 Helder om 08:00:00 uur
Overleden ?30 dec 1882 Helder om 05:00:00 uur?, 17 jaar
3. Johan Theodorus Willem Schlahmilch??
Geboren ?21 mei 1867 Helder om 04:00:00 uur?
Beroep: sergeant
4. Karolina Chrestina Juliana Schlahmilch??
Geboren ?28 okt 1869 Helder om 23:00:00 uur?
5. Dina Wilhelmina Hendrika Schlahmilch??
gehuwd met ?Johannes Jacobus Oosenburgh?
Geboren ?28 jan 1872 Helder om 23:30:00 uur?
6. Charles Louis Schlahmilch??
Geboren ?17 aug 1874 Helder om 02:00:00 uur
Overleden ?25 jun 1875 Helder om 10:00:00 uur?, 0 jaar
7. Carl Chistiaan Schlahmilch??
Geboren ?2 apr 1876 Helder om 23:00:00 uur?
8. Heinrich Johan Julius Schlahmilch??
Geboren ?21 mei 1878 Helder om 22:00:00 uur
Overleden ?13 apr 1895 Helder om 06:00:00 uur?, 16 jaar 		Schlamilch, Fridrich Conrad Heinrich (I9167)
 
1593 Friedrich van Wylick en Lottum zu Grondstein luitenant-kolonel bij de Dragonders, overleden Wesel 1735. van Wylich, Friedrich (I6096)
 
1594 Friedrich von Brempt, Drost zu Geldern und Amtmann zu Rheinbach, wohnhaft zu Veen bei Xanten (1592, 1629+) oo Erbtochter Margarethe von Wylich zu Veen (1629 Wwe.) , Kinder:
Joh. v. Brempt, Herrn zu Vehn, Durwaldt und Vondern (1640) (oo 1633 Elisabeth Christina von Quad zu Landscron)

1592 Ehevertrag zwischen Friederich v. Brempt und Margaretha von Wylich.
1592 Pachtzettel des Friedrich von Brempt über die Hälfte der Länderei des Burghofs zu Rheinbach.
1596 Die Ehegatten Joh. v. Wylich zu Bernsau und Sebastiana v. Brempt bekennen von ihrer Mutter Maria v. Palant u. Bruder Friedrich v Brempt, 4.000 Goldgulden als ihre Aussteuer erhalten haben.
1596 Die Ehegatten Wilhelm von Bellinghausen zu Leidenhausen u. Maria Leonora v. Scheidt gt. Weschpfennig bekennen von Friederich v. Brempt 1.500 Goldgulden von wegen ihrer Mutter Helene v Brempt erhalten zu haben.
1600 Vergleich zwischen den beiden Stiefbrüdern Johann und Friederich v. Brempt betr. die elterliche Verlassenschaft.
1601/1606 Concept-Testamente der Ehegatten Friederich von Brempt und Margaretha v. Wylich.
1607 Quittung der Maria von Brempt, Wittwe von Wylich, für ihren Bruder Friedrich von Brempt, wegen Empfang ihrer Aussteuer von 4.000 Goldgulden.
1608 Der Abt zu Werden genehmigt den Verkauf eines Kamps von Seiten des Convents zu Büderich an Friederioh von Brempt.
1608 Kaufbrief über zwei Stücke Landes in der Herrlichkeit Veen gelegen für Friedrich von Brempt.
1612 Kaufbrief des Rocksteyn-Hofs im Gerichte von Veen gelegen für Friedrich von Brempt.
1612 Peter von Wyhe, der Rechten Doctor und Fürstlich Halberstädtischer Kanzler und Geheimer Rath u. seine Töchter Anna Maria, Elisabeth und Catharina v. Wyhe (davon die älteste mit Johann Groess Erbgesessener zu Holthusen verheiratet war) verkaufen dem Friedrich von Brempt fünf Holländische Morgen im Gerichte von Veehn gelegen.
wiki-de.genealogy.net/Brempt_zu_Veen,_von

Amtmann zu Rheinbach und zu Geldern
gw.geneanet.org/frebault?lang=nl;pz=henri;nz=frebault;ocz=0;p=johann+friedrich;n=von+brempt 		van Brempt, Johan Frederik (I8446)
 
1595 Friends with Rutger Tulleken and Henrick Bongart.
Voogd te Aalten. 22 Dec 1584. Rutger Tulleken als principaal van Henrick Bongart en diens huisvr. Heyltjen geeft geld aan de weesmeesters zooals Lubbert Spoltman 24 Juli 1582 beloofd had.

His maternal grandfather was Jan Hukerhorst, who was mayor of Anholt in 1564 and 1568. (Jan Hukerhorst , overleden na 15 februari 1565 , Burgemeester te Anholt 1564 en 1568). 		Spoltman, Lubbert (I1452)
 
1596 Friends with van O.'s in Rijswijck Bongart, Christiaan (I1425)
 
1597 Friolet/Fricolet/Fi(e)gelet/Vigelet

Kinderen van Trijntje (Catharina) en Cornelis:
- Joanna. Zij is gedoopt in de Marekerk op 22-03-1778. Getuigen: Kornelis Fricolet en Joanna van Dijk
- Mattijs Frielet. Hij is gedoopt op 29-06-1780 in Leiden, Hooglandsche Kerk.
- Jacobus Fricolet. Hij is gedoopt op 24-02-1782 in Leiden, Hooglandsche Kerk.
- Cornelis Fiegelet. Hij is gedoopt op 19-05-1785 in Leiden, Hooglandsche Kerk.
- Johanna Vigelet. Zij is gedoopt op 28-08-1787 in Leiden, Hooglandsche Kerk.
- Johanna Friolet. Zij is gedoopt op 12-08-1789 in Leiden, Pieterskerk.
- Cornelis Figelet. Hij is gedoopt op 24-05-1792 in Leiden, Hooglandsche Kerk.
- Alida Vigelet. Zij is gedoopt op 05-02-1795 in Leiden, Hooglandsche Kerk. 		Figelet, Cornelis (I7035)
 
1598 From Susanne van Dijk:
Their children (with the last name Van Dijk):
GeertruidaFebruary 11, 1906 in Houten (daughter)
Heintje, January 6 (not sure, can't read it, the 6 is very vague), 1910 in Laag-Nieuwkoop (daughter)
Gerritje Gijsbertha, February 24, 1912 in Laag-Nieuwkoop (daughter)
Jan van Dijk, December 9, 1914 in Laag-Nieuwkoop (son)
Gijsbert, October 30, 1916 in Laag-Nieuwkoop (son)
Adriaan Antoon, November 3, 1919 in Tilburg (son)

I remember that there were a couple of children stilborn. The 6 I have mentioned above, became old.

Geertruida, Gijsbert and Adriaan never got married and never got any children.
Heintje, Gerritje and Jan have children and grand(grand)children. 		van Dijk, Jan (I10542)
 
1599 From the 1994 Dutch manuscript "Pioniers van Nieuw Guinea" (Pioneers of New Guinea)

van OSSENBRUGGE, Maximilian Constantine
Born in Wanaradja / Garoet July 13, 1931.
Married in Amsterdam 8 May 1957 to BASTIAAN, Irene Jeannette Eugenie,
born Batavia December 18, 1938.
Children:
1) van OSSENBRUGGE, Yvonne b. Amsterdam May 28, 1957.
2) van OSSENBRUGGE, Maximilian b. Amsterdam February 10, 1959.
3) from OSSENBRUGGE, Michel b. Springfield (U.S.A.). March 3, 1963.
4) van OSSENBRUGGE, Danielle b. Springfield (U.S.A.) January 31, 1973.

Came from Jakarta as a Deta contractor with ms (stands for motor ship) "Karaton" to New Guinea with destination Hollandia. After being released in Hollandia (now named Jayapura, New Guinea), he was first housed in Kloofkamp (military encampment) and later moved to Bonte dorp.
His first employment in the construction business was as a contractor at Sky-line. After his contract ended he started his own business and also did jobs for BAL & Van LEER. Later he transferred to the sawmill in Houtekang, owned by Messrs STERN and PIETERS.
Seeing no future possibilities for him in New Guinea, he left and went back to Holland privately. He paid for it himself. Sailed to Singapore with ms "Karaton" and from there with ms "Zuiderkruis" to Genoa (Italy) arriving there in June/July, and then further by train to the Netherlands.
Upon arrival in the Netherlands he was taken in by family.
After registering at the city municipality, he was drafted into military service.
After his military service, he got a job at the Municipality of Transport Company in Amsterdam.
Not used to Dutch narrow-mindedness, he couldn't adapt and was looking for other possibilities. When he was offered the opportunity to emigrate to the United States through the Pastor Walter law, he accepted that with open arms. Left with family for the USA in 1959.
The early days were very difficult. First of all there was the language barrier, which he managed to overcome quickly. He was not too proud to do any dirty work, e.g. as a cleaner (sweeping, etc.) and later also as a car parts cleaner at the Auto-cars company.
There, his superiors noticed that he was not only diligent and took on everything, but also knew about car repairs (he was also used to taking on everything in New Guinea). He got a job at the Auto-Cars company as a car mechanic, where he made more money for his family. He enjoyed working at that firm for five years. When he was offered a higher paying job at "Trucking Co." with good prospects to make promotions, he switched to that firm.
The Auto-Cars company was very sorry that he wanted to leave and also offered him a salary increase. They knew that he was competent and they did not want to lose him, but he did not accept it. He enjoyed working at "Trucking Co." and later became supervisor in charge of managing the buses of that company.
He retired in 1995. 		van Ossenbruggen, Maximiliaan Constantijn (I10303)
 
1600 From the Gelders Archief: Hilleken is baptised in the Rijswijk church on April 7, 1644. van Osenbruggen, Hilleken Aers (I3647)
 

      «Prev «1 ... 28 29 30 31 32 33 34 35 36 ... 84» Next»

Disclaimer Copyright © Contact us Visitors