De Papagaey
Gelders Archief: 0306 Commanderij van Sint-Jan te Arnhem
#183. Eigendomsbewijs voor de commanderij van St. Jan van het huis "De Papegaai", afkomstig van de erfgenamen van Gerartz van Osenbrugge (Osenbrugh), 1540. Met oudere stukken betreffende den eigendom, 1538 en 1539, 1538, 1539, 1540. 1 charter en 1 omslag
N.B. Reg. Nos. 501 en 504.
No. 501: Abstract van Gelders Archief: Zie het originele handgeschreven document hier.
Wynant van Doernynck en Johan van Mekeren, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Boerman Gaertszoon en Hermen van Essen verklaard hebben, dat Meth van Osenbrugge bij hen gekomen is met het verzoek, naar Arnt in dye Papegay te gaan en hem te zeggen, dat hij het huis, genaamd de Papegay, niet moest koopen, daar heer Andries in dye Papegay, haar neef, op zijn sterfbed verlangd had, dat het huis door zijn familie gekocht zou kunnen worden, en dat de commandeur van St. Jan te Arnhem haar daartoe de gelegenheid wilde geven, maar het middelerwijl verkocht had aan Arnt voornoemd, hoewel dezen intusschen de boodschap van heer Andries was overgebracht.
Datering: 1538 juli 16 [op Dynsdach post Divisionis apostolorum].
NB: Oorspr. (Inv. no. 183) op papier, met de opgedrukte zegels der oorkonders onder een ruit.
In dorso: "Raeckende eene gifte van een huys, Papagey genoemt, aen de kercke van St. Jan".
Archieftoegang: Commanderij van Sint-Jan te Arnhem.
No. 504: Abstract van document hieronder: Zie het originele handgeschreven document hier.
Lambert Valckenborch, richter te Nymegen, Conrait van Doirnick en Pontiaen Groenwalt, schepenen aldaar, oorkonden, dat Engell Zerriszoon Sailmaker en zijn vrouw Jenneken namens zichzelf en als gevolmachtigden van Arnt Jansz Jacob, Aleydt en Met, kinderen van wijlen Gerartz van Osenbrugh, in erfkoop verkocht heben aan Arnt van Eeeyll, ten behoeve van het Huis van St. Johan te Arnhem, alle rechten en aandeelen, als hun zijn aanbestorven door den dood van heer Andrijss Andrissoen, priester, onder meer in een huis en hofstad te Arnhem, geheeten de Papegaey.
Datering: 1540 januari 16 [op Vrydach na sent Pontiaensdach].
NB: Oorspr. (Inv.no. 183), met de zegels der oorkonders.
Archieftoegang: Commanderij van Sint-Jan te Arnhem
N.B. Please note that the Gelders Archief abstract, on their website, has not been transcribed quite correctly. There are no comma's between the names of the children in the original document. Therefore, the document describes 5 children: Arnt, Jansz, Jacob, Aleydt and Met. View here.
Who are all the described persons above? View the details here.
Transcriptie
Een volledige transcriptie van de oorkonde No. 504 volgt hieronder. De regels van het originele manuscript zijn genummerd. De opmerkingen tussen haakje zijn van de paleograaf.
1- Wij Lambert Valkenborg Richter tot Nymegen, Conrait van Doirnick ende pontiaen Groenwalt, scepen aldair
2- tuegen dat voer ons komen syn int gericht Engell Zerris Sailmaker (Zadelmaker) ende Jenneken syn egte huysfrouw
3- mit oeren gekaeren momber (ook wel momboir = aangestelde voogd door de schepenbank, wegens handelsonbekwaamheid van de middeleeuwse vrouw), die oer mit ordell en regt gegeven wardt. Ende heb(be)n mit oer vrien wille ende
4- overmitz enen wittelick steden ende vasten erffkoep van weghen oers selffs ende mit in den naem van wegen ende als
5- volmechtig Arnt Jansz Jacob Aleydt en Met kijnder zelige (zalig = overleden) Gerartz van Osenbrugh verkofft Arnt van Eeeyll
6- alle alsulcke geregtigeid pairt en(de) delen, als zij heb(be)n en oir overmitz doet (=dood) zalighe here Andrijss Andrissoen
7- priester an gekom(m)en angeerfft en toegewesen is opt(en) lantdag in ende an een huyss ende hoffstat en gansse woenyngh
8- geheiten die papegaey gelegen in der stat Arnhem. Voirt alle and(er) ruerende ende Bede gueden (huisraad en beddegoed) in den selven huess
9- op zelige here Andriss vurscr(even) sterffdach synde, mit die alde brievedair van wesen(de). Verthiende dairop (daarvan afstand doende) mit handt
10- halm ende monde (symbolisch middeleeuws overgifte gebaar, zoals b.v. sleuteloverdracht heden) tot en in erfflick behueff des huyss van Sent Johans bynnen Arnhem gelegen, alsoe dat het
11- vondeniss (vonnis-uitspraak) der scep(e)n wiesden, dat die vurscr(even) echte lude ende als volmechtich vurg(enoemd) geen recht, noch toeseggen
12- me(e)r en heb(be)n, noch dairan en behalden in geenreley wis, en dat het vurscr. huyss van Sent Johan erfflick
13- ende ewelick dairan gerechticht sall sijn wesen ende blijven sond(er) en(n)ich bekroen (klagen) , indracht (onenigheid) offte wederseggen (tegen in opspraak komen, tegenstribbelen).
14- In orkonde der wairheit, soe heb(be)n wij Richter en Scepenen vurg(enoemd) onse segelen hier onder an desen brieff
15- gehangen. Geg(even) int Jair ons Her(en) dusent vijffhondert ende vertich op vrijdach na sent Pontiaens dach.(St. Pontiansdag was volgens de Gregoriaanse kalender op 14 januari).
Transcriptie.
door: Rien van den Brand, Venray 9 juni 2015
voor: Willem van Osnabrugge, Florida
