Notes


Matches 201 to 250 of 4,157

      «Prev 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ... 84» Next»

 #   Notes   Linked to 
201 5 children Veldhoen, N.N. (I7413)
 
202 5 children. Children 3 and 4 are twins Oosenbrug, Pieter Antonius Johannes (I7178)
 
203 5. Heilewich van HUESSEN, doet op 13 april 1623 belijdenis in Zwolle als Juffer Heilwich van Hoëssen, vrouw van Marcus van Monster, tr. 1° Lenert HOEIJER, ondertr. 2° Zwolle febr. 1621 Marcus van MUNSTER, lidmaat in Zwolle op 1 juni 1621, overl. vóór 29 april 1641, zn van Joost van MUNSTER, laatst wedn. van Janneken TONIS, eerder wedn. van Mechtelt JANS.

Op 15 juni 1599 verkrijgt Marcus van Munster het burgerrecht van Zwolle, met Jan van Osenbrugge als borg.

stanny-van-grasdorff.be/webdesign/genealogie%20van%20besten%204.html 
van Munster, Marcus (I1003)
 
204 5th Heer van Hemmen. Also Lynden van Cronenburg

He married his cousin, twice removed. 
van Lynden, Frans (I155)
 
205 6 children Oosenbrug, Engelina (I7134)
 
206 6 children Schoute, Johannes Arie (I7167)
 
207 6 children Laager Scherer, Frans (I7223)
 
208 6 children Osnabrug, Arie (I7280)
 
209 6 children Osnabrug, Wilhelmus Gerardus Mattheus (I7325)
 
210 6 children van Gils, Petrus (I7396)
 
211 6 children.
Divorced 17 Nov 1925 
Baggerman, Pieter Josephus (I5120)
 
212 7e Heer van Echtveld 1448-1520 van Wijhe, Otto (I10274)
 
213 8 children Oudshoorn, Hendrik (I7300)
 
214 8e Heer van Echtveld 1520-1568.

Jasper van Wijhe (8e heer van Echteld), heeft geprobeerd de zelfstandigheid weer terug te krijgen maar zonder resultaat. Wel heeft hij door zijn huwelijk met de rijke Walburg van Haeften het bezit aanzienlijk uitgebreid en het kasteel weer opgeknapt. In die tijd (ca 1540 ) was de relatie met de Van Wijhe's in Hernen uitstekend.
De oudste zoon van Jasper van Wijhe en Walburg van Haeften heette Otto en trouwde in 1575 met Christina van Wijhe van Hernen (een huwelijk tussen twee Van Wijhe-takken).

================

https://www.vriendenvandewijenburg.nl/Bewoners/Familie-Van-Wijhe?-(1271|1751)/8e-heer-Jasper-(1520|1568)/

Vrienden van de Wijenburg
Over de vrienden - Vrienden van de Wijenburg Het Kasteel - Vrienden van de Wijenburg Bewoners - Vrienden van de Wijenburg Boeiende verhalen - Vrienden van de Wijenburg De Kerk - Vrienden van de Wijenburg Contact - Vrienden van de Wijenburg

Familie Van Wijhe (1271|1751)

1e heer Jordaen (1271|1300)
2e heer Johan (1300|1349)
3e heer Johan (1349|1371)
4e heer Otto (1371|1399)
5e heer Otto (1399|1438)
6e heer Jorde (1438|1468)
7e heer Otto (1468|1520)
» 8e heer Jasper (1520|1568)
9e heer Otto (1568|1616)
10e heer Reinier (1616|1657)
11e heer Otto (1657|1732)
12e heer Christiaan Reinoud (1732|1749)

Familie Van Wassenaer (1751|1817)

Familie Van Balveren (1817|1927)

Fotogalerij

Home > Bewoners > Familie Van Wijhe (1271|1751) > 8e heer Jasper (1520|1568)
8e heer Jasper (1520|1568)

Jasper van Wijhe trouwt in mei 1535 Walburg van Haeften (haar moeder was Johanna van Broeckhuijsen) vrouwe van de Megenberg en de Pol (in Dreumel). Bij dit huwelijk werden 15 huwelijksvoorwaarden vastgelegd. Over de erfenis van Jasper en Walburg zijn niet minder dan vier uitspraken geweest namelijk in october 1576, januari 1577, october 1580 en april 1583.
Vrienden van de wijenburg
Jasper van Wijhe en zijn vrouw Walburg hadden 9 kinderen: Otto, Walraven, Johan, Willem, Johanna, Geertruid, Stees, Gijsbert en Walburg.

Otto
wordt later de 9e heer van Echteld. Hij studeerde van 1561 tot 1565 rechten in Orleans en Douai. Uit die tijd zijn van hem 2 alba amicorum (vriendenboeken) bewaard gebleven. In deze alba verzamelde hij in die tijd 35 inscripties van medestudenten. Ook is zijn dagboek uit 1574 geschreven in een Deventer Almanak bewaard gebleven.

Walraven
page bij Casimir van Nassau, is dood in 1568. Hij was pas 25 jaar toen hij overleed.

Johan
studeerde net als zijn broer Otto in Douai. We vinden hem terug in de alba amicorum van Otto in 1565. Johan van Wijhe trouwt in 1583 Sibilla (of Belia) van Pallandt van Keppel. Zij overlijdt vermoedelijk rond 1595. Johan overlijdt in 1618. In 1596 eiste "Johan van Wye tot Dreumel" voor het Appellationsgericht van het Graafschap Zutphen betaling van de achterstallige bruidsschatpenningen door de familie Van Heeckeren van Ruurlo. Deze bruidsschat was overeengekomen bij het eerste huwelijk van Sibilla van Pallandt (van 1563-1580) met Jacob van Heeckeren. Eerder was er over deze zaak al geprocedeerd in het richterambt Doesburg. Daarbij was Johan van Wijhe in het gelijk gesteld maar de Van Heeckerens gingen in beroep bij het nieuwe Appellationsgericht in Zutphen. Johan's neef Reinold van Wijhe de 10e heer van Echteld (zoon van Otto) vecht na Johans dood (in1618) nog 10 jaar via rechtszaken met de familie Van Pallandt van Keppel en/of de familie Van Heeckeren van Ruurlo over de erfenis van Sibilla!

Willem
is in 1577 kanunnik te Xanten. Nog tijdens zijn leven trad hij terug uit deze functie ten gunste van de "voorzoon" ( Henric van Rijswijck) van zijn echtgenote Ermgard van Daun en Obersteijn (ze noemt zich ook wel Ermgard van Oversteijn) uit haar eerdere huwelijk. Bij de gerechtelijke uitspraak van october 1576 krijgt Willem van Wijhe de Hoofacker in Echteld toegewezen. Willem werd in 1590 in Echteld vermoord door Gerrit Thonisz. Willem liet zijn vrouw en kinderen in vrij armlastige omstandigheden achter. De open brief die na deze moord werd opgesteld door de familie Van Wijhe werd ondertekend door Ermgard als Willems weduwe, Otto, Johan en Stees van Wijhe als Willems broers en Willems oom Walraven van Brederode als man van Willemina van Haeften, (half-) zuster van Walburg van Haeften (de overleden moeder van Willem). Willem van Wijhe en Ermgard hadden twee kinderen, een dochter en een zoon. Hun dochter Walburg trouwde met Constatin von Judden die later (van 1632-1650) burgemeester van Keulen was. De zoon van Willem en Ermgard was vermoedelijk Jasper (of Casper) van Wijhe getrouwd met Agata von Loevenich. Hun nageslacht is de Duitse Van Wijhe tak: Van Wijhe von Reuschenburg. Deze tak heeft rond 1800 het nog steeds bestaande kasteel Rheindorf bij Leverkusen bewoond. In de periode 1730-1767 bewoonden zij het Schloss Reuschenburg (ook bij Leverkusen). Ook hadden ze van 1749-1757 kasteel Stammheim (bij Keulen/Muelheim) in hun bezit.

Over de afstamming van deze Duitse Van Wijhe's is veel te doen geweest. Vooral in de jaren 1674-1675 heeft de Duitse tak geprobeerd aan te tonen dat ze afstamden van Juggen (Joachim) van Wijhe die getrouwd was met Irmgard van Haeften zu Bracht. De stamboom was zodanig dat hun stamvader Juggen of Joachim van Wijhe rond 1500 geboren moest zijn. Constantin van Wijhe zu Tungersdorff krijgt het voor elkaar dat in 1674 in Tiel een verklaring opgesteld wordt waarin deze afstamming voor waar wordt aangenomen. Het document is ondertekend door S. Schull, secretaris van de stad Tiel, Joost Vijgh, commandant van de Ridderlijke Duitse Orde in Dieren en Evert de Cock van Opijnen (90 jaar oud). Hoogst waarschijnlijk waren de Van Wijhe's van Echteld het in die tijd al niet eens met deze "Duitse" Van Wijhe-stamboom. Als deze stamboom klopte zou Juggen of Joachim een zoon geweest moeten zijn van Otto van Wijhe de 7e heer van Echteld. De Duitse tak had (ook in 1674 nog) de Hoofakker in Echteld in bezit en die hadden ze waarschijnlijk verkregen via hun afstamming van Willem van Wijhe. Later (voor 1749) hebben ze de Hoofakker verkocht aan Reinoud Christiaan van Wijhe de 12e heer van Echteld.

Na het uitsterven van de mannelijke Van Wijhe's van Echteld in 1752 heeft de Duitse tak verwoede pogingen ondernomen om hun visie op de afstamming bekrachtigd te krijgen. Waarschijnlijk hoopten ze op die manier een deel van het Van Wijhe van Echteld bezit in handen te krijgen. Uiteindelijk is de zaak voorgelegd aan het Hof van Gelre en die heeft in 1759 besloten dat er niet voldoende bewijs was voor de afstamming die de Duitse tak presenteerde. Sindsdien wordt aangenomen dat de Duitse Van Wijhe's van Willem van Wijhe afstammen.

Johanna
kanonnesse.

Geertruid
trouwt met Joachim van Hoemen en later in 1585 met Cornelis van Geesberg Wijenhorst. Geertruid overlijdt in 1591.

Stees (Eustatius of Statius)
trouwt in 1578 Judith van Averenck, dochter van Borchard Averenck en Berta Costers. Haar grootvader Dirk was schepen van Deventer. Haar tante Hendrina Averenck was getrouwd met Johan Bentinck tot Leeuwenberg te Wilp. Stees en Judith wonen rond 1580 in Deventer en laten in dat jaar op 17 januari hun zoon Jasper in de Mariakerk dopen (katholiek). De Mariakerk was op dat moment net drie maanden geleden in gebruik genomen door de protestanten onder leiding van Ds. Vezekius. Volgens de doopakte in het katholieke doopregister waren vermoedelijk peter en meter van Jasper van Wijhe: Borchard Averenk (vader van Judith Averenk) en de "Vrouwe van d(t)er Horst" (mogelijk was deze "vrouwe van ter Horst" Aleyd Boshof vrouwe van ter Horst bij Loenen, weduwe van Wijnand Hackfort. Otto en Johan van Wijhe, de broers van Stees, waren in ieder geval zeer bekend met de Hackforts uit Loenen gelet op de bijdragen over en weer aan elkaars alba amicorum vooral in Douai rond 1565). Boeiend is dat de Van Wijhe's in Echteld vele jaren later toen ze voor het eerst een dominee in Echteld mochten aanstellen kozen voor een nazaat van de bovengenoemde dominee Vezekius.

Verder hebben Stees van Wijhe en Judith Averenck als kinderen: Johan (verliest ca. 1610 zijn bezit in Overasselt) en Walburg. Zij (Walburg) trouwde in 1601 Wilhelm Pieck en kocht in 1612 in Deventer onroerend goed. Walburg onderhield goede relaties met haar nicht Walburg van Wijhe van de Duitse tak en met haar neven Reinier en Joachim, zonen van haar oom Otto. Kennelijk was Walburg Steesdochter van Wijhe nogal bemiddeld. Zij schenkt aan diverse (vermoedelijk bevriende minder bedeelde) familieleden jaarrenten waaronder Walburg Willemsdochter haar "Duitse" nicht. Stees van Wijhe woont in 1593 nog in Deventer in de Kleine Overstraat en is dan weduwnaar.

Gijsbert
overlijdt ongehuwd in 1575.

Walburg
trouwt Gijsbert van Hardenbroek (geboren ca 1537 en eerder getrouwd met Wilhelmina van Heumen). Hij overlijdt in 1576. Walburg van Wijhe overlijdt in 1612.

---o---

Tijdens de periode van Jasper van Wijhe en Walburg van Haeften gebeurde er veel in de Nederlanden. Er werd steeds meer kritiek uitgeoefend op de Katholieke Kerk. In 1517 bindt Luther de kat de bel aan door met zijn stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg de Katholieke Kerk aan te vallen.

In de periode van 1517 tot 1568 kreeg het protestantse geloof in Nederland steeds meer aanhangers. Filips de Tweede probeerde met grof geweld deze ontwikkeling te keren. In 1523 werden in Brussel de eerste Nederlandse ketters op de brandstapel gezet. Deze periode wordt bloemrijk beschreven in het eerder vermelde boek "Anna van Gelre".

In 1566 probeerde een grote groep van edelen, onder aanvoering van onder andere Willem van Nassau, Prins van Oranje, Filips te bewegen tot meer tolerantie voor de protestanten. Hij weigerde en het gevolg was een opstand en het begin van een zeer lange periode van oorlog tegen de Spanjaarden. Ook raasde in 1566 de beeldenstorm door de kerken in de Nederlanden. Beelden gingen van hun voetstuk, altaren werden aan gruzelementen geslagen en schilderijen werden vernield.

Jasper probeert het huis te Echteld weer zelfstandig te krijgen (na de dood van de oude hertog Karel in 1538). De nieuwe hertog Willem staat dat niet toe. Jasper vergroot en vertimmert in 1545 kasteel de Wijenburg dat tijdens het bewind van zijn vader Otto zo had geleden.

Opvallend is dat rond dezelfde tijd (1550) Hernen door Reinier van Wijhe en Margriet van Egeren ook nogal uitgebreid wordt. De Van Wijhe's van Hernen en Echteld onderhielden waarschijnlijk weer een goede relatie. Later (in 1575) trouwde Jaspers zoon Otto met Christina van Wijhe uit Hernen.

lijn 
van Wijhe, Jasper (I10279)
 
215 9 children Oosenbrug, Matthijs Gerardus Wilhelmus (I7171)
 
216 9e Heer van Echtveld enz. 1568-1618

www.vriendenvandewijenburg.nl/Bewoners/

De oudste zoon van Jasper van Wijhe en Walburg van Haeften heette Otto en trouwde in 1575 met Christina van Wijhe van Hernen (een huwelijk tussen twee Van Wijhe-takken). Deze Otto werd de 9e heer van Echteld en probeerde net als zijn vader de afhankelijkheid van de hertog van Gelre ongedaan te maken. Dat is hem voor een deel gelukt. Ook zag hij kans het bezit verder te vergroten.

Hij studeerde van 1561 tot 1565 rechten in Orleans en Douai. Uit die tijd zijn van hem 2 alba amicorum (vriendenboeken) bewaard gebleven. Vrienden van de Wijenburg. In deze alba verzamelde hij 35 inscripties van medestudenten. Ook is zijn dagboek uit 1574, geschreven in een Deventer Almanak, bewaard gebleven.

==================

https://www.vriendenvandewijenburg.nl/Bewoners/Familie-Van-Wijhe-(1271|1751)/9e-heer-Otto-(1568|1616)/

Otto trouwt in 1575 Christina van Wijhe van Hernen, vrouwe van de Blankenburg te Beuningen (het vroegere kasteel van de Vijgh-familie, het torentje staat nog aan de Wilhelminastraat). Het huwelijk werd voltrokken in Gennep. Otto en Christina logeerden bij Rutger van Randwijk die burgemeester in Gennep was. Rutger van Randwijk was de voogd van Christina geweest. Christina's moeder (Margriet van Egeren) overleed toen ze nog maar 10 jaar was.
Gelijk met Otto en Christina trouwden haar zus Catharina en Hendrik van Massereel, heer van Balgooij en Opijnen. Christina (geboren in 1554) was een dochter van Reinier van Wijhe van Hernen en Margriet van Egeren. Christina's grootmoeder was Rutgera Vijgh die kasteel de Blankenburg in de Van Wijhe van Hernen familie bracht. Otto overlijdt in 1616, Christina leeft nog in 1622. Otto en Christina hadden 13 kinderen: Jasper, Reinier, Reinier, Christiaan, Walraven, Johan, Gijsbert, Herman, Jorden, Jasper, Stees, Joachim en Margriet.

Jasper
geboren in 1576, overleden in 1578 aan de pest.

Reinier
geboren in 1577, jong gestorven.

Reinier
geboren in 1579, overlijdt ongehuwd in 1657. Hij werd later de 10e heer van Echteld. Bij zijn doop waren peters en meters: Joachim van Wijhe van Hernen, Herman Pieck van IJzendoorn namens Herman van de Poll heer van Leeuwen (ambtman tussen Maas en Waal), Anna van Spangen weduwe van Johan van Haeften heer van Haeften, Hellouw en Herwijnen en Judith van Averenck. Joachim van Wijhe van Hernen was de vader van Reiniers moeder (zijn opa dus) en Judith van Averenck was de vrouw van Reiniers oom Stees van Wijhe die in Deventer woonde.

Walraven
geboren in1580. Hij was luitenant. Jong overleden in 1602.

Gijsbert
geboren in 1581. Voor 1622 ongehuwd gestorven.

Christiaan
geboren in 1582, heer van de Schaar, kanunnik te Utrecht. Bij de doop van Christiaan waren de peters en meters: Aryen Janss, Johan Hendriksz, Truy Moeder en Neel op de Bawynge (onduidelijk is wie dit waren). Christiaan trouwde in 1614 met Ermgard van Wullen. Zij overleed in 1631 in Utrecht. Daarna trouwde Christiaan in 1635 met Maria van Brederode. Haar ouders waren Jan van Brederode en Catharina van Riemsdijck uit Tiel. Uit dit tweede huwelijk werd in 1638 Otto geboren die later de 11e heer van Echteld werd. Otto had een broer Johan die kapitein was in Hollandse dienst en vermoedelijk rond 1670 in Albany New York is overleden.

Herman
geboren in 1583. Heer van de Blankenburg en de Pol (sinds 1622 geërfd van zijn broer Joachim) en kapitein van een compagnie te paard en te voet. Ambtman en richter van Maas-Waal. Bij zijn doop waren de peters en meter: Jasper van Wijhe, Reynier van Wijhe en Walburg van Wijhe. (onduidelijk is wie dit waren, mogelijk waren het zonen van Otto's oom Herman en was Walburg Otto's zus). Herman van Wijhe overlijdt in 1643.

Vrienden van de wijenburg

Johan
geboren in 1585. Kapitein in Brandenburgse dienst. Hij is dood in 1622.

Jorden
voor 1622 ongehuwd gestorven.

Jasper
voor 1622 ongehuwd gestorven.

Stees
voor 1622 ongehuwd gestorven.

Joachim
heer van de Pol (sinds 1612) en kapitein in Brandenburgse dienst. Waarschijnlijk overleed Joachim in 1622 ongehuwd, de Pol nalatend aan zijn broer Herman.

Vrienden van de wijenburg

Margriet
trouwt in 1627 Zeger van Arnhem tot Kernhem (belangrijke man) lid van de ridderschap van de Veluwe.

---o---

Een belangrijke gebeurtenis tijdens het bewind van Otto, de 9e heer van Echteld, was het begin van de Tachtigjarige Oorlog in 1568. In dit jaar kreeg Otto de Wijenburg onder zijn hoede.

Pas in 1648 kwam met de Vrede van Munster een einde aan de schermutselingen. Na 1580 werd de strijd vooral gevoerd in het oosten en het zuiden van de Nederlanden.

In het noordelijke deel van de Nederlanden ontstond rond 1580 de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Republiek kende zeven provincies namelijk: Holland, Zeeland, Friesland, Gelderland, Groningen, Utrecht en Overijssel.

Na de moord op Willem van Oranje in 1584 in Delft werd Maurits tot 1625 de eerste Stadhouder van de Republiek. In het westen van Nederland ontwikkelde de Republiek zich voorspoedig. De Gouden Eeuw brak aan. De oprichting van de Oost-Indische Compagnie in 1602 speelde daarin een grote rol. De Nederlanders verdienden veel geld met verhandelen van goederen die met de eigen handelsvloot werden opgehaald in Oost-Indië.

Veel kerken in de Nederlanden waren in 1566 met een beeldenstorm gezuiverd van alle roomse versierselen. Geruime tijd was het gevaarlijk om rooms-katholiek te zijn.

Van de Van Wijhe's van Hernen is bekend (met name van Maria die in 1609 met Van Reede trouwde) dat zij katholiek bleven en in hun kasteel een schuilplaats boden aan katholieken. Overigens liep de scheidslijn protestants-katholiek vaak dwars door families heen en veroorzaakte dus veel spanningen.

Wel raakte Nederland in de omringende landen steeds meer bekend als het land waar mensen zelf mochten nadenken over hoe de bijbel gelezen moest worden. Er was ruimte voor meerdere interpretaties! Dit was in die tijd een wereldrevolutie en zorgde ervoor dat mensen die snakten naar godsdienstvrijheid, hun heil in Nederland kwamen zoeken.

Otto verbleef in 1563 te Douai (nu Noord-Frankrijk, destijds nog een katholiek bolwerk onder Spaans gezag) en had een goede relatie met Janus Dousa een van de oprichters van de Leidse Universiteit. Otto leverde in 1563 een fraaie bijdrage aan het album amicorum voor Janus Dousa.

Vrienden van de wijenburg

Ook had Otto van Wijhe zelf twee alba amicorum. Deze alba zijn bewaard gebleven.

Net als zijn vader heeft Otto geprobeerd de afhankelijkheid van Echteld van de hertog van Gelre ongedaan te maken. Dat is hem voor een deel gelukt. In 1570 werd Echteld een "onsterfelick erff-en stamleen" waarvan de erfopvolging nauwkeurig werd geregeld. Later zag Otto kans om het bezit te vergroten met een aantal allodiale (onafhankelijke) goederen.

Van Otto is een dagboek uit 1574 bewaard gebleven. Dit dagboek heeft hij bijgehouden in een Deventer Almanak. Voor meer informatie over dit dagboek zie "boeiende verhalen".

Vrienden van de wijenburg

Otto richt samen met zijn broers en zusters in 1577 een magescheid (boedelscheiding bij overlijden van één der ouders) op waarbij zijn broer Willem (stamvader van de Duitse tak) de hofstad de Hoofakker in Echteld en de Megenberg bij Dreumel krijgt nog enkele rechten. Kennelijk wilde Willem zijn aandeel.

Otto was in 1591 hulder bij de belening van Maria van Wijhe (van Hernen) met het kasteel Hernen. Haar zuster Joachima kreeg de landerijen (ca. 150 ha.). Er waren bij de familie Van Wijhe in Hernen geen mannelijke erfgenamen. Vervolgens gingen nog tijdens het bewind van Otto de bezittingen van de familie Van Wijhe in Hernen door huwelijken van Maria en Joachima in resp. 1609 en 1616 over in handen van de familie Van Reede (het kasteel) en de familie Van Rechteren in Almelo en Dalfsen (de landerijen).

=======================

https://www.vriendenvandewijenburg.nl/Boeiende-verhalen/Falsificaties-of--Spielerei/

Falsificaties of Spielerei

Raadsels rond het 2e album amicorum (1563-1574) van Otto van Wijhe.

In 1540 werd in Echteld Otto van Wijhe geboren. Hij was de oudste zoon van Jasper van Wijhe de 8e heer van Echteld en zijn vrouw Walburg van Haeften. Otto volgde in 1568 zijn vader op als de 9e heer van Echteld.

Otto van Wijhe de 9e heer van Echteld in het jaar 1574

Voor Otto de 9e heer van Echteld werd, studeerde hij van 1561 tot 1565 rechten in Orleans en Douai. Otto van Wijhe heeft blijk gegeven van een grote geletterdheid. Van hem zijn 2 alba amicorum (vriendenboeken) bewaard gebleven uit zijn studententijd.

Tijdens zijn studie in Douai leverde hij in 1563 een fraaie bijdrage aan het vriendenboek van Janus Dousa. Deze laatste werd later een van de oprichters van de Leidse Universiteit. Ook leidde Janus Dousa in 1574 de verdediging van Leiden tegen de Spanjaarden.

De traditie om in de studententijd een album amicorum te hebben ontstond in de periode 1562 -1565. De jonge Nederlandse edellieden die in deze jaren de universiteiten van Douai, Parijs en Orleans bezochten, waren de grondleggers van het gebruik van een vriendenboek. Zo'n vijftien alba amicorum uit deze tijd zijn bewaard gebleven. Het oudste bewaard gebleven exemplaar is van de hand van Otto van Wijhe. In oktober 1561 had hij zich laten inschrijven aan de universiteit van Orléans. Enkele maanden later begon hij met zijn album. Op 27 januari 1562 schreef hij hierin zijn devies: NIL SINE DEO (niets zonder God).

In de jaren daarna studeerde Otto rechten. Deze periode werd ook gebruikt voor toeristische uitstapjes naar andere universiteitssteden. Een uitstekende gelegenheid om inscripties te verzamelen van medestudenten. In zijn studententijd die werd afgesloten met een bezoek aan Parijs en Douai, verzamelde Otto in totaal 35 inscripties. Na thuiskomst van Otto op de Wijenburg bleef dit vriendenboekje in gebruik. Tot aan zijn dood in 1619 kwamen er nog zo'n 38 bijdragen bij. Vooral familieleden schreven hun ontroering in Otto's vriendenboekje.

Na zijn dood bleef het album in de familiekring in gebruik. Genealogische bijzonderheden werden in het vriendenboekje vastgelegd. Dit laat zien dat het een familiebezit is gebleven totdat het werd opgenomen in het archief Van Wassenaer van Rosande. Later belandde dit vriendenboek van Otto van Wijhe in het Nationaal Archief. Tot zover deze korte verhandeling over het (eerste) album amicorum van Otto van Wijhe.

Hiermee is het is het verhaal over Otto's vriendenboek nog niet ten einde. Opwinding was er tijdens een beurs in de Rai te Amsterdam in 1999. Particuliere verzamelaars ontdekten hier een heel oud album amicorum. Ze konden hun ogen niet geloven en realiseerden zich dat snel handelen was geboden. Ze besloten ter plekke tot onmiddellijke aankoop.

Hun verwondering en verbazing bleken geheel terecht. Het vriendenboekje werd enkele weken later bestudeerd door specialisten van de Koninklijke Bibliotheek. Zij stelden vast dat het wapen op de binnenzijde van het voorblad onmiskenbaar toebehoorde aan de familie Van Wijhe van Echteld. De verrassing was compleet. Opvallend was wel dat het onderschrift van het wapen was afgescheurd.

Het "afgescheurde" wapen van Otto van Wijhe op de binnenzijde van zijn 2e album amicorum

De oorspronkelijke eigenaar van dit zojuist ontdekte album bleek Otto van Wijhe, de 9e heer van Echteld. Dit boekje was dus zijn 2e album amicorum. Vrijwel alle inscripties zijn in 1563 geplaatst. Hoe is dit uit te leggen?

Otto had zijn 1e album waarschijnlijk in Orléans laten liggen. Dat was een gemis voor hem en hij besloot in arren moede maar een 2e boekje in gebruik te nemen. Het eerste album amicorum heeft hij waarschijnlijk later in Orléans weer opgehaald en na zijn studie meegenomen naar de Wijenburg.

In de periode maart tot eind september 1563 verzamelde Otto in dit 2e album 15 inscripties.

Een bijdrage van Adrianus van Mathenesse uit 1563 in het 2e album amicorum van Otto van Wijhe

Door een 2e album in gebruik te nemen kon Otto ook zijn tijd in Douai met enthousiaste bijdragen van medestudenten documenteren.

Eind goed, al goed. Toch niet, dit verhaal is nog niet ten einde. Zoals eerder vastgesteld, ging Otto in 1565 weer naar huis. In dit tweede album volgt dan nog een bijdrage voor Otto in 1567. De plaats van handeling wordt niet genoemd. Maar na deze inscriptie is er iets heel merkwaardigs aan de hand. Er volgen nu 12 bijdragen, niet bestemd voor Otto, maar voor ene Johan van Wijhe.

Een bijdrage uit 1574 van Johannes a Hulsberch voor Johan van Wijhe in het 2e album amicorum van Otto van Wijhe

Deze Johan van Wijhe is op de een of andere manier in het bezit gekomen van Otto's 2e album amicorum. Johan van Wijhe heeft het 2e vriendenboekje van Otto niet alleen gebruikt voor bijdragen van medestudenten. Hij heeft ook "falsificaties" aangebracht. Wilde hij de naam van Otto zoveel mogelijk uit het boekje bannen? Johan van Wijhe probeerde in de meeste inscripties voor Otto, de naam Otto te veranderen in Johan.

In het 2e vriendenboekje is heel duidelijk te zien dat er geknoeid is. Het veranderen van de naam Othoni in Johanni viel niet mee! De "fraudeur" kwam niet verder dan een vlekkerige correctie van Othoni in Johani (met één n) terwijl in de bijdragen voor Johan zelf steeds duidelijk Johanni staat (met twee nn).

Ook anderen moeten in die tijd gezien hebben dat er met het boekje geknoeid is of is het geknoei van latere datum? Op het eerste blad, waarop fier het Van Wijhe-wapen prijkt, is de onderkant zoals eerder vermeld afgescheurd. Kon Johan van Wijhe het niet verdragen dat hier de naam van Otto stond? Is hier sprake van afgunst en ruzie binnen de Van Wijhe-familie of was het gewoon een Spielerei van twee jongelui?

Kortom we blijven met veel vragen achter. In ieder geval is het boekje buiten de familiearchieven terecht gekomen. Zodoende kon het op een zaterdagmorgen weer opduiken in de Rai te Amsterdam.

Een boeiend verhaal. Ook de medewerkers van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag vragen zich daarnaast af: wie was deze Johan van Wijhe? In de omgeving van Otto zijn broer Johan en een neef Johan te traceren. Ook zij leverden bijdragen aan verschillende vriendenboeken van medestudenten.

Een voorbeeld van de falsificaties van Johan van Wijhe: hij veranderde Otto in Johan

De persoon die Otto's 2e vriendenboekje gebruikte moet echter een andere Johan zijn. Onderzoek heeft laten zien dat deze Johan een wapen voerde met een halve klimmende leeuw. Dit houdt in dat het hier mogelijk een Van Wijhe uit Hernen betreft. Otto had zijn contacten met de Van Wijhe's uit Hernen en trouwde later Christina uit dat huis.

Er blijven echter twee problemen over. In het door Johan aangebrachte wapen ontbreken de kroontjes van goud bij de leeuw en het helmteken. Dit wijkt af van de Van Wijhe-wapens in Echteld en Hernen. Verder is tot dusver geen enkele Johan van Wijhe in Hernen terug te vinden rond 1565.

Het 2e vriendenboekje van Otto plaatst onderzoekers voor een raadsel. Het afgelopen jaar is er veel gezocht. Gaat het om een bastaard uit Hernen of een bastaard uit Echteld? Ook een Van Wijhe uit de omgeving van Arnhem is mogelijk, zij voerden ook de halve leeuw in hun wapen.

Hoe kunnen de raadsels rond het 2e album amicorum van Otto van Wijhe worden opgelost?

Van de verzamelaars die het 2e album amicorum van Otto van Wijhe aankochten, mochten wij voor onze website foto's maken van de bijdragen in dit vriendenboekje. Enkele van deze foto's zijn in dit artikel te zien.

Samen met medewerkers van de Koninklijke Bibliotheek zijn we o.m. met behulp van de foto´s bezig met verder onderzoek.

Zie ook: "Rijnlandse alba amicorum" 
van Wijhe, Otto (I10277)
 
217 A couple of years after Anna van Egmond's death, William had a brief relationship with Eva Elincx, a commoner, leading to the birth of an illegitimate son, Justinus van Nassau. William officially recognized Justinus as his son and took responsibility for his education - Justinus would become an admiral in adult life. Elincx, Eva (I6371)
 
218 A Latin text translated by Google:
7 February 1338(?) - O. Irmegardis. O. Aled Don. his cup in the sacristy. - O. Tuyze of Ossenbroich and his wife Hadewigis his mother and father and all of their children and Gerard, Wederus, Stephen Tuyze Dedericus, Hyeldegardis Margaret Katherine Methildis Heylwigis Jutta Lisabet Katherine, we have the following things: 1 floren half yearly in the cellarer . 
van Ossenbroich, Thuyze (I3616)
 
219 Aad. Verduijn, Adriaan Gijsberthus (I9474)
 
220 Aaltje had an illigitimate son three years before her marriage to Teunis. van Osnabrugge, Aaltje (I3192)
 
221 Aaltje is getrouwd te Woudenberg op 15 juli 1859, op 27-jarige leeftijd met Jacob Vermeulen (30 jaar oud), geboren te Woudenberg in het jaar 1829, zoon van Jacob Vermeulen (tabaksplanter) en Jannigje Hak. Vermeulen, Jacob (I3103)
 
222 Aaltje Jansen van Doorn, ged. Scherpenzeel 27-10-1743, op Koudijs onder ´t Sticht, dr. van Jan Jansz van Doorn en Gijsbertje Jans van de Haar/van Doorn/Koudijs

Another source calls her: Mietje Jansen van Doorn 
van Doorn, Aaltje Jansen (I2719)
 
223 Aaltje Jansen van Doorn, ged. Scherpenzeel 27-10-1743, op Koudijs onder ´t Sticht, dr. van Jan Jansz van Doorn en Gijsbertje Jans van de Haar/van Doorn/Koudijs van de Haar, Gijsbertje Jans (I3132)
 
224 Aaltje married Roelof Jacobs van Pipping on 17 august 1689 in Amersfoort.
Roelof Jacobs van Pipping was born in Amersfoort.

Spouses/Children::
Roelof Jacobs van Pipping

•Hendrikje Roelofs van Pipping
•Jacob Roelofs van Pipping
•Jannigje Roelofs van Pipping
•Neeltje Roelofs van Pipping
•Pieternel Roelofs van Pipping
•Jacobje Roelofs van Pipping

den-uijl.nl/genealogy/4/46901.htm 
Knoot, Aaltje Pieters (I6793)
 
225 Aaltje Masereeuw, geb. te Opperdoes 30 jul 1830
Gehuwd te Opperdoes 22 apr 1852 met:
Reinier Tinkelenberg, geb. te Opperdoes 22 jul 1828, ovl. te Opperdoes 17 sep 1854, beroep(en): landbouwer, zoon van Jan Tinkelenberg en Grietje Zwier 
Masereeuw, Aaltje (I1627)
 
226 Aaltje van der Horst tot Mullickhave, tot den Oosterling van der Horst, Aaltje (I4728)
 
227 Aaltje, geb. 28.1.1902, handwerkonderwijzeres, onderscheiden met de zilveren medaille O.N., overl. Woerden (ziekenhuis) 25.4.1980. van Osnabrugge, Aaltje (I73)
 
228 Aannemer-metselaar, schoorsteenbouwer van Osnabrugge, Hendrik Dirk (I1203)
 
229 Aannemer.
Lidm. Scherpenzeel 09-04-1960: Jan Osnabrugge. 
Osnabrugge, Jan (I2771)
 
230 Aanvankelijk pachter op een hoeve met 53g bouwland in het West Nieuwland van prof. Reinier BONTIUS wonend te Leiden en
van de familie van DAM; tevens pachter van 7g land van de familie van SPREEUWESTEIJN, en van een aantal percelen van de
grafelijke domeinen 1594-1610 als opvolger van Jacob Janzn ROSE, de overleden echtgenoot van zijn eerste vrouw, Grietje
CORNELISDR. Tot 1631 was hij eigenaar van een haaigemet-hoeve, groot 33 g., in het Oude Land en sedert 1637 eigenaar
van een huis aan de Boompjes te Ouddorp. Schepen van het Oude Nieuwland 1628-1635. 
Tanis, Maarten (I5405)
 
231 Accompanied Anne of Cleves from Antwerp to Calais on her way to her wedding to Henry VIII van Egmond van Buren, Maximiliaan (I629)
 
232 According to Genlias born 1805/6 van Oostenbrugge, Matthijs (I5554)
 
233 according to Linda TANIS-CASTILLO Tanis, N.N. (I5401)
 
234 according to Linda TANIS-CASTILLO Tanis, Vrouw (I5402)
 
235 According to Zeeuwse Kwartierstaten he died in 1661; but Mrs. Brouwer-
Verheijen notes date and place as October 4, 1704 in West-
Nieland/Ouddorp. He then would have been 90-95 years of age. 
van Strijen, Willem (I5428)
 
236 accorging to Fahne. von Ossenbroich, Anna (I9902)
 
237 Accountant Roosjen, Geurt (I2644)
 
238 Acte van belening door Gelre van Thomas Yseren met de Boedelhof onder Eefde, na opdracht door zijn broeder Andries, 1502. 1 charter

geldersarchief.nl

Register op de LEENAKTENBOEKEN van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen.
Het kwartier van Zutphen.
Die Bodolff ende Lenting met allen heuren tobehoren, gelegen
in den kerspel van Warnsfelde ende in den kerspel
van Almeloe (=Almen), te dienstmansrechte ontfangen bij
Andries Y s e r e n, a°. 1378.
Idem ontflnck dat goet ter Bodoloff, in den kerspel van Warnsfelde gelegen,
tot Zutphenschen rechten, a°. 1405. (De akte zegt verder: "Item dat goit te Lentyngh yn den kirspell van Almen gelegen". De latere akten spreken alleen van den Boedelhoff.)
Idem tuchtigt sijn wijff Stijne, dochter Willlems van den C o l c k e ,
an 18 alde gulden schilde jaerlix uut desen goede Bodeloff, a°. 1406.
Idem, anno 1424.
Andries Yseren beleent, a°. 1436.
Idem, a°. 1465.
Idem ontfinck dat goet geheiten Boedeloff met sijnen tohehoren, in den
kerspel van Warnsfeld, in der buyrschap van Evede gelegen, daer
naest gelant is dat goet ter Havick an deen ende die marck van
Wolffseler an dander sijde, tot Zutphenschen rechten, 12 Octobris 1473.
Andries van Yseren, erve sijnes vaders Andries, 21 Augusti 1484,
Idem, canoniek t' Emrick, vernijt eedt deur Willem Yseren, sijnen hulder, a°. 1495.
Thomas Yseren erft op sijnen soon onmundig genoomt Willem Yseren,
27 Octobris 1528. Lense Veren is momber.
Cornelis Yseren vernijt eedt, 23 Septembris 1538.
Idem als erve sijnes vaders Thomas beleent, 23 Novembris 1544.
Idem tuchtigt sijn vrou Berte G e l m e r s, eodem die.
Idem vernijt eedt, 27 Aprilis 1556.
Idem tuchtigt sijn vrou met beding 't goet niet hoger als met xc daler
te bes waren, 17 Aprilis 1577.
Dirck Iseren crigt uutstel, 4 Septembris 1598, tot Martini.
Andries Iseren, ervo sijnes broders Cornelis voorn., erft voort op
Dirck Iseren, sijnen soon, diewelcke, beleent sijnde, belast dit selve leen
met 1000 daler tot vernueginge der armen ende anderen sijnes
vaders ende sijnor crediteuren, 18 Octobris 1599.
Gerlich van der C a p e l , raet, bij transport Dirck Iserens, 22 Septembris
1601. 
Yseren, Thomas (I1117)
 
239 Active in 1077.
Stamhuis Steinhaus bij Calcar wordt reeds in 1158 genoemd, ook in 1219 en 1344.

Walraaf van Steenhuys, die alzoo door koop heer van Aerdt werd, was zoon van Godert, heer van Oploo, en Elberta van Honnepell genaamd Impel tot Groen, en afstammeling van Godfried, den 3den zoon van ridder G. van der Horst, die den naam van Steenhuys ontving, omdat hij bij Calcar omstreeks 1100 een steenen huis bouwde en bewoonde. (De 2de zoon van G. van der Horst, Arnold, heette van Holthuysen, daar zijne woning van hout was, terwijl de oudste zoon, Diederik, den naam van der Horst behield).
Van dezen Godfried, den eersten, die den naam van Steenhuys voerde, stamde ook af Adolf van Steenhuys, in 1355 gestorven, die door diens huwelijk met Beatrix van Wijlich heer van Wylich werd, en stichter van het geslacht von Wylich und Lottum.
De tak der van Steenhuysen van Oploo vond haren stichter in Godert, die in 1506 stierf en gehuwd was met Elisabeth of Reiske van der Voordt (wier moeder eene van Meerwijck was); die tak splitste zich wederom in de families van Steenhuys van Heumen en Malden, Poederle en Hernen. De laatste mansoir van het geslacht van Steenhuys was Alexander Franciscus baron van Steenhuys, heer van Hernen, die omstreeks 1811 overleed en slechts 2 dochters naliet.

Heraldieke bibliotheek: tijdschrift voor geslacht en wapenkunde
Uitgegeven door J.B. Rietstap. Tweede Deel. 1880. pagina 7. 
van Steenhuys, Godfried (I342)
 
240 Active in 1339 von Neuenhoven, Wilhelm (I174)
 
241 Active in 1438 von Ossenberg, Nicolaus (I773)
 
242 Active in 1514 van Rijswijk, Jan (I289)
 
243 Actually, born in Driesum
One source names her: Baukje van der Heide, and the mother of:
- Halbe (1808-1850)
- Aalsen (1815-1876)
- Aafke (1819-1902) 
Steistra, Baukjen Gerrits (I9360)
 
244 Ada is referenced as the daughter of the duke / prince of Milan. Given that she was married to Willem around 1241, that would refer to either Pagano della Torre or Martino della Torre (the former's brother). However, Martino died childless and therefore her father must be Pagano.

In de file Karel de Grote reeks III wordt een andere achternaam voor Ada van Brederode gegeven en met trouwdatum in Milaan 1241 Ada Blancha (Maria) della Torre (zeer gedetailleerde informatie "Chronica van de Edele welgeborene Heeren ende Baroenen van Egmond" auteur A. Hovaeus, monnik van de abdij van Egmond en vanaf 1561 abt van Echternach +1568. Daarbij de aantekening dat Aelbert van Egmont +1114 en ouder een legendarische gegeven zijn).

De figuur van Pagano della Torre situeert zich op het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw in geestelijke kringen, zodat het vaderschap van een Pagano della Torre geboren in de 12e eeuw onwaarschijnlijk lijkt:

In andere gegevens wordt uitgegaan van Aleidis (Ada) van Brederode *Slot Brederode 1232 +20/1/1297, in tr.1260 met Willem II van Egmont *~1225 +1302/04. Zij zou geboren zijn als dochter van Dirk Drosselaar van Brederode *~1190-+1234 en Alveradis van Heusden *~1190. Dochter: Halewine van Egmond *1260 +1310. 
della Torro, Ada Blanca (I4715)
 
245 Ada of Huntingdon (c. 1146- after 1206)
She was a Scottish noblewoman and became Countess of Holland by marriage to Floris III.

Read her lineage to William the Conqueror on the right side of this page.

Ada was born in Scotland, the daughter of Henry of Huntingdon (1114-1152) and Ada de Warenne (died c. 1178).
Prince Henry was the son of King David I of Scotland and Maud, Countess of Huntingdon. Ada's siblings include the Scottish kings Malcolm IV and William the Lion.

In 1162, when Ada was 16, she was asked for her hand in marriage to Floris III, Count of Holland by the Abbot of Egmond, Holland. Together, the Abbot and Ada traveled back to Holland, where the wedding ceremony occurred, probably in Egmond, on 28 August 1162. Ada received the County of Ross in the Scottish Highlands as a wedding gift.

Ada was not actively involved in the governance of the County of Holland but was occasionally mentioned in documents. Floris, her husband was a loyal ally of the Holy Roman Emperor, Frederick II, and often went with him into battle.

Ada is known to have read Latin. Ada died after 1206 and was probably buried in the Abbey of Middelburg, to which she had already made donations of 64 pounds. 
of Scotland, Ada (I1600)
 
246 Adalbert I (died after 28 February 929) was the margrave of Ivrea, the second of the Anscarid dynasty, from the late 890s until his death. In the intermittent civil war which affected Italy from 888 into the 930s, Adalbert initially strove to remain neutral, but from 901 on he sided sequentially with every claimant to the Italian throne.

He was a son of Margrave Anscar I, originally from Oscheret in Upper Burgundy. He succeeded his father at Ivrea between 896 and 900. He initially refused to take sides after King Louis of Provence invaded Italy in 900, but after Louis's imperial coronation in 901 he recognised his authority. After Louis was defeated by his rival, Berengar I, in 902, Adalbert changed sides. Shortly thereafter, by 903 at the latest, he married Gisela of Friuli, Berengar's daughter, which was possibly the price of his allegiance. Although Adalbert is not recorded as being related to the king in any of Berengar's charters down through 14 August 908 and his marriage is not explicitly referenced before 13 June 910, it must have taken place some fifteen years before he and Gisela's eldest son was sent was granted a county and a missaticum in 918. With Gisela he had two children: Berengar, who succeeded him as margrave, and Bertha, who became abbess of Modena.

Between 913 and 915 Gisela died and Adalbert married Ermengarde of Tuscany (901 - 29 February 931/2), daughter of Margrave Adalbert II of Tuscany. From this marriage he had a second son, Anscar, later Duke of Spoleto. In 916-17 his primary concern was Saracen raids. In 920-21 he joined those noblemen, many of Burgundian origin like him, who supported the candidature of King Rudolf II of Burgundy for the Italian throne. Adalbert, with Lambert, Archbishop of Milan, and Count Gilbert of Bergamo, assembled a force in the mountains outside Brescia with the intention of marching on Verona and capturing Berengar there. When the latter got wind of the plan, he sent a troop of Magyar mercenaries to circle the conspirators and attack them from behind. In the midst of defeat, Adalbert swapped clothing with one of his soldiers and paid his own ransom at a low price. By late 921 Rudolf had entered Italy and been recognised as king in the march of Ivrea and the archdiocese of Milan. Although Adalbert made a few appearances at Rudolf's court in the early days, he never frequented it as often as did his wife and his two sons.

After his relative Hugh ascended the Italian throne, Adalbert appearances in the records are sparse. He apparently played no role in Rudolf's deposition and Hugh's acclamation. He was probably gravely ill, since Liutprand of Cremona, writing in 924-25, already thought him dead. His last recorded action, probably shortly before he died, was a donation to the church of Saint Andrew in Turin, which was witnessed by King Hugh on 28 February 929. 
of Ivrea, Adalbert I (I10387)
 
247 Adam van Bronckhorst is de eerste heer van Bronckhorst die vanaf 1127/31 in bronnen voorkomt.

Zijn naam wordt ook geschreven als Adam de Brunchorst. Hij is (tussen 1128 en 1131) getuige bij de schenking van graaf Gerhard II van Gelre van de kapel van Ellecom aan de Sint-Walburgiskerk te Zutphen.

Adam wordt weleens beschouwd als de vader van Gijsbert I van Bronckhorst, maar deze verwantschap wordt niet door bronnen gesteund. 
van Bronckhorst, Adam (I10412)
 
248 Adam.
Hoogheemraad van Schiedam. Ridder.

Had een bastaarddochter: Aleyse Daemsdr van der Duyn

an Email received in Feb 2024 mentions:
(Jacob as adult by 1397)
So if Christina was Daem's second wife, and Jacob was an adult in 1397, and Alijt was alive until 1379, then Jacob was born to Alijt and not to Christina. He was certainly not born to Christina in 1372.
(Angevaare notes that Jacob was banned from Holland in 1393 due to his involvement in the Aleid van Poelgheest/Willem Cuser murders of 1392, further supporting the argument that his birth was (well) before 1379.)
I will add that I just noticed that Frans Angevaare noted that Jacob was banned from Holland in 1393 (so an even earlier mention) reinforcing the view that he was born well before 1379.
Met vr. groet and cheers
Pieter van Leeuwen (van Teylingen) 
van der Duyn, Daem (I9643)
 
249 ADELAAR-VAN ESCH (XLIV (1989), p. 80)
Op het interessante antwoord op de vraag naar het voorgeslacht van Magdalena Hendriksdr. van Esch van de hand van de heer A. G. F. Smits zijn enkele aanvullingen te geven.
Aert Cornelisz. de Cruyff (6) van 'dweysdijck' is afkomstig van de Dwarsdijk, een buurtschap tussen Wijk bij Duurstede en Werkhoven. Hij is de telg van een oud aldaar inheems geslacht - met zeer veel vertakkingen - waarop ik in de toekomst uitgebreider hoop te kunnen terugkomen.
Op 11-11-1592 (Not. Utr. 188-9, f. 139 e.v. oude nummering) testeren Cornelis (Dircksz.) de Cruyff, wonende aan de Dwarsdijk en Swaentgen Anthonis Hermansdr. Hij heeft een zoon Aernt en drie dochters bij zijn (helaas niet met name genoemde) voorhuisvrouw en drie zonen bij Swaentgen.
Aert Cornelisz. de Cruyff, schoenmaker, tr. Marichgen Jansdr. Zij verklaren schuldig te zijn op 10-5-1587 (GA Utrecht 11, 3243).
De ouders van Marigen Jan Loufsdr. (7) blijken uit de volgende akte: 12-3-1595 (GA Utrecht 113243)
Joost Jansz., Aert de Cruyff, getrouwd met Maria Jansdr., Peter, Jo.. . en Dirck allen kinderen van Jan Loufsz. (14) en Magdalena Jacobsdr. van Osenbrug (15), voor henzelf en vervangende Jacob Jansz., transporteren een huis hen aangekomen van hun zaliger ouders en van zaliger Margriet hun zuster.
Lijsbetgen de Cruyf (c), wed. van Jacob Jansz. van der Sluys, vergezeld van Jacob de Cruyf, lintwerker, broer; Jan Splintersz., schoenmaker of herbergier en Johan Praum, cleermaker, schoonbroeders, maakt huwelijkse voorwaarden met Anthonis Dircksz. van Emmenes, burger en cleermaker te Utrecht op 20-1-1630 (Not. Utrecht 009a015).
M. S. F. KEMP, Leidschendam.
Gens Nostra 1989. p.269. 
de Cruyf, Jaan Loufsz. (I6716)
 
250 Adellijke persoon uit Frankenland in Duitsland, die zich in Maurik vestigde na uit zijn land verdreven te zijn. Hij zou beneden zijn stand zijn getrouwd terwijl zijn nakomelingen "meest huysluyden en oock sommighe treffelycke borghers ende cooplieden waren". Omtrent hem en zijn nakomelingen is verder niets bekend.
RA Utrecht, Collectie handschriften nr. 378 (varia) fol. 251, en RA Gelderland, Collectie Van Rhemen, genealogie Van Hattem, fol. 175 RA Utrecht, St. Paulusabdij nrs. 505.3 fol. 39 en 457 fol. 8 NederlandscheLeeuw 1956 kol. 108 Fahne: Geschichte der westphälischen Geschlechter(1858)
Familie-Archief Sloet tot Oldhuis nr. 40, 04-02-1765 De secretaris van De Balije van de Ridderlijke Duitse Orde te Utrecht verklaart dat Jor. Alexander Emanuel van Renesse van Wulp, zoon van Johan van Renessevan Wulven en Wilp en Hester van Hattem,op 18-07-1623 in de ridderschap werd geadmitteerd daar hij 4 adellijke kwartieren bezat, waaronder het riddermatige kwartier Van Hattem als eerste moederlijke kwartier.
Het bestand Van Hatten is mede gebaseerd op het artikel "De afstamming van Nicolaas van Hattem, chirurgijn te Asperen" door D.F. Tollenaar, Gens Nostra okt/nov 1983, met toevoegingen Catherine R. van Hattum te Bergen NH.

Bronnen:
gw1.geneanet.org/index.php3?b=hoffman&lang=fr;p=hendrik;n=van+hattem
geni.com/people/Hendrik-van-Hattem/6000000020933700271
genealogieonline.nl/west-europese-adel/I1073879004.php 
van Hattem, Hendrik (I1532)
 

      «Prev 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ... 84» Next»